Artsen moeten TBE met neurologische klachten voortaan melden bij de GGD
Sinds 1 maart zijn artsen verplicht om gevallen van tekenencefalitis (TBE) met neurologische klachten te melden bij de GGD. De meldingsplicht moet helpen om het zeldzame, maar potentieel gevaarlijke virus beter te volgen in Nederland.
Tekenencefalitis – ofwel tick-borne encephalitis (TBE) – is een virusziekte die wordt overgedragen door teken. De meeste mensen die besmet raken, merken er weinig van of hebben milde klachten zoals koorts of spierpijn. In zeldzame gevallen verspreidt het virus zich echter naar de hersenen of hersenvliezen, wat kan leiden tot een ernstige ontsteking.
Er bestaat geen medicijn tegen TBE en blijvende schade is mogelijk. Jaarlijks worden in Nederland gemiddeld slechts 2 tot 5 patiënten gemeld, maar het risico op verspreiding blijft aanwezig.
Met de nieuwe meldingsplicht hoopt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een nauwkeuriger beeld te krijgen van hoeveel mensen in Nederland TBE oplopen. Door meldingen te bundelen, kan het RIVM risicogebieden opsporen en de volksgezondheid beter beschermen.
Besmettingen zijn sinds 2016 ook vastgesteld bij mensen die niet naar het buitenland waren gereisd, wat erop wijst dat het virus ook in Nederland aanwezig is. In andere Europese landen, zoals Zweden, Duitsland en Oostenrijk, komt TBE al langer en vaker voor.
De meldingsplicht betekent dat artsen en laboratoria een besmetting met het TBE-virus moeten doorgeven aan de GGD. Deze bekijkt of maatregelen nodig zijn om anderen te beschermen, bijvoorbeeld in een woonwijk of op een camping. De GGD stuurt de gegevens vervolgens door naar het RIVM.
Hoewel de kans op een ernstige ziekte klein is, zijn voorzorgsmaatregelen verstandig – zeker voor mensen die veel in de natuur zijn. Wie wandelt, tuiniert of kampeert, kan zich beschermen door kleding te dragen die de huid bedekt en een middel tegen teken te gebruiken. Ook is het belangrijk om het lichaam na afloop goed te controleren op tekenbeten.
Voor mensen die beroepsmatig in het groen werken of vaak in risicogebieden in het buitenland komen, bestaat een vaccin tegen TBE. Een GGD of vaccinatiebureau kan hier advies over geven. Bij klachten zoals koorts of spierpijn na een tekenbeet is het raadzaam om contact op te nemen met de huisarts.
Bron:
www.rivm.nl
Een kortdurende sapkuur verandert de samenstelling van bacteriën in de mond en darm. Vooral in de mond neemt het aantal ontstekingsbevorderende bacteriën toe.
Vruchtensappen worden vaak aangeprezen als een makkelijke manier om meer groenten en fruit binnen te krijgen. Sapkuren, waarbij je tijdelijk alleen sap drinkt, zijn populair vanwege vermeende ontgiftende en afslankende effecten. Maar wat doet zo’n dieet met de bacteriën in ons lichaam?
Onderzoekers van Northwestern University hebben dit onderzocht in een kleine studie met veertien deelnemers. Zij volgden drie dagen lang een van drie diëten: een sapkuur (uitsluitend groente- en fruitsappen), een dieet met sap én gewoon voedsel, of een plantaardig dieet op basis van hele voedingsmiddelen. Voorafgaand aan de interventie volgden alle deelnemers een eliminatiedieet.
Gedurende drie weken werden speeksel-, wang- en ontlastingsmonsters verzameld en geanalyseerd. Vooral de samenstelling van de mondflora bleek gevoelig voor de sapkuur. Na drie dagen was er een duidelijke toename van bacteriën die in verband staan met ontstekingen, zoals proteobacteriën. Tegelijkertijd nam het aandeel van beschermende bacteriën, zoals firmicuten, af.
Ook in het wangslijmvlies en speeksel veranderden de bacteriefamilies. Bacteriën die suiker afbreken, zoals Flavobacteriaceae en Spirochaetaceae, namen toe. Deze verschuivingen wijzen mogelijk op een minder gezonde mondflora. In het speeksel bleef dit patroon ook veertien dagen na de kuur deels zichtbaar.
In de darmflora waren de veranderingen kleiner. Toch zagen de onderzoekers bij het sapdieet een toename van bacteriegroepen die geassocieerd worden met darmdoorlaatbaarheid, ontstekingen en zelfs cognitieve achteruitgang, zoals Porphyromonadaceae en Odoribacteraceae.
In tegenstelling tot het sapdieet had het eliminatiedieet vooraf juist een gunstig effect op de darmflora. Bacteriën die bekendstaan als vezelafbrekend en ontstekingsremmend, zoals Faecalibacterium prausnitzii, namen toe. Ook nam de aanwezigheid van potentieel schadelijke soorten zoals Bacteroides fragilis af.
De studie was kleinschalig en duurde slechts drie dagen, waardoor doorslaggevende conclusies nog niet mogelijk zijn. Toch wijzen de bevindingen op mogelijke risico’s van sapdiëten. Het gebrek aan vezels en het hoge suikergehalte kunnen de bacteriële balans in de mond en darm verstoren. Dit kan op termijn nadelige gezondheidseffecten hebben.
Een kortdurende sapkuur beïnvloedt vooral de mondflora, met meer bacteriën die ontstekingen kunnen bevorderen en mogelijk ook andere gezondheidsrisico’s met zich meebrengen.
Bronnen:
Studie in Nutrients (2025)
NCBI BioProject
Darmbacteriën kunnen de oorzaak zijn van de ziekte van Alzheimer
Mentale inspanning compenseert tijdelijke uitputting tijdens operaties
Hoewel chirurgen tijdens lange operaties steeds vermoeider raken, gaat dat niet ten koste van hun prestaties. Dat blijkt uit promotieonderzoek van arts-onderzoeker Iris Reijmerink aan het UMC Groningen.
Reijmerink onderzocht hoe vermoeidheid het functioneren van chirurgen beïnvloedt. “Dat vermoeidheid in de zorg effect kan hebben op prestaties, is bekend,” zegt ze, “maar binnen de chirurgie was daar nog weinig over duidelijk.” Ze voerde eerst een systematisch literatuuronderzoek uit.
Daaruit bleek dat gesimuleerde operaties vaker een prestatievermindering laten zien dan echte operaties op de operatiekamer. “Blijkbaar doen chirurgen tijdens echte ingrepen extra hun best om scherp te blijven,” stelt Reijmerink.
Om dat nader te onderzoeken, deed ze metingen tijdens 34 operaties bij 25 chirurgen en arts-assistenten in opleiding. Daaruit bleek dat naarmate een ingreep langer duurde, de vermoeidheid toenam. Toch bleef het prestatieniveau stabiel. “Chirurgen blijken dat op te vangen met extra mentale inspanning,” aldus Reijmerink. Die inspanning werd zichtbaar via een afname in hartslagvariabiliteit, een meetbare indicator voor verhoogde cognitieve belasting.
De gemiddelde operatie duurde bij de ervaren chirurgen ruim tweeënhalf uur; bij arts-assistenten zo’n anderhalf uur. Hoe langer de operatie, hoe meer mentale energie werd ingezet om geconcentreerd te blijven. Dat lijkt op korte termijn effectief, maar er schuilt ook een risico in. “Langdurige mentale belasting zonder herstelmomenten leidt mogelijk tot roofbouw op het lichaam,” waarschuwt Reijmerink. “Dat kennen we uit de psychologie: structurele overbelasting vergroot de kans op uitputting en burn-out.”
Daarom pleit zij voor het integreren van herstelmomenten, zoals korte pauzes of taken buiten de operatiekamer. Ook een korte onderbreking tijdens een ingreep – bijvoorbeeld door even van focus te wisselen – kan helpen om mentale veerkracht op peil te houden. In vervolgonderzoek wil zij nagaan welke maatregelen het meest effectief zijn.
In een tweede deel van haar proefschrift keek Reijmerink naar de rol van leidinggevenden bij het welzijn van ziekenhuispersoneel. Op basis van vijftien interviews concludeert zij dat afdelingshoofden hun verantwoordelijkheid voor het mentale welzijn van artsen vaak onvoldoende oppakken. “De druk om gezond te blijven, ligt nu vooral bij de arts zelf,” stelt zij.
Op korte termijn blijkt vermoeidheid dus geen probleem voor de kwaliteit van operaties, maar voor de lange termijn zijn slimme herstelstrategieën hard nodig.
Bron:
UMC Groningen – Proefschrift Iris Reijmerink
Kans op complicaties voor vrouwen hoger met mannelijke chirurg
In Herbal heroines bundelde waardevolle kruidenkennis die generaties lang van generatie op generatie is doorgegeven. In dit boeken delen vrouwelijke kennisdragers uit verschillende culturen hun vertrouwde familiemiddeltjes, verdeeld over vijf gezondheidsthema’s. Recepten die veilig zijn, door de tijd zijn bewezen en die je gemakkelijk zelf kunt maken. Hoewel Mei Ling Wan-Im deze thee vooral in de wintermaanden inzet, kun je hem het hele jaar door drinken als preventief ritueel voor gezonde bloedvaten.
Mei Ling Wan-Im: “Ik neem elke dag een thermosbeker vers gemaakte thee met kruiden mee voor onderweg. De samenstelling van de thee verschilt, afhankelijk van hoe ik me voel. Ik heb gelukkig tot nu toe weinig kwaaltjes en ik denk dat dit ook komt door deze gezonde gewoonte. Om mijn bloedvaten gezond te houden en trombose en hart- en vaatziekten tegen te gaan, maak ik altijd deze specifieke thee. Veel van mijn leeftijdsgenoten krijgen hiermee te maken, vooral in de wintermaanden, als door de kou de verouderende bloedvaten zich nog niet hebben kunnen aanpassen aan de temperatuurveranderingen. Wanneer de vaten koud zijn en samentrekken, zullen ze vernauwen en de bloedstroom blokkeren, waardoor de bloedvaten verstopt kunnen raken – vooral als er ook nog een verhoogd cholesterol in het spel is. Bij een snelle temperatuurdaling van 10 graden Celsius, neemt het risico op een infarct met 70% toe. De thee werkt voor mij preventief. Als je ziek bent, is het belangrijk dat je een op maat gemaakt recept laat opstellen.”
Voor 1 beker
Ingrediënten:
Bereiding:
Tip:
De ingrediënten zijn te koop bij gespecialiseerde Chinese kruidenwinkels of online. Wil je de thee nog krachtiger maken? Voeg dan één of meer van de volgende ingrediënten toe:
Dit recept verscheen in editie 2508 van Medisch Dossier.
Niet-operatieve behandeling voor het syndroom van Pierre Robin of de sequentie van Pierre Robin biedt hoopvol alternatief
Pasgeborenen met het zeldzame syndroom van Pierre Robin (PRS) kunnen mogelijk zonder operatie geholpen worden. Een speciaal ontworpen beugel voorkomt luchtwegblokkades zonder dat kaakchirurgie nodig is.
PRS is een aangeboren aandoening waarbij de onderkaak te klein is, de tong naar achteren zakt, waardoor de luchtweg deels wordt geblokkeerd. Hierdoor hebben baby’s moeite met ademhalen en drinken. De gebruikelijke behandeling is een ingrijpende operatie waarbij de onderkaak met schroeven en plaatjes naar voren wordt gebracht. Onderzoekers van Stanford University hebben nu een minder belastend alternatief ontwikkeld: de Stanford Orthodontic Airway Plate (SOAP).
De SOAP is een op maat gemaakte mondbeugel met een verlengd deel dat in de keel reikt. Dit verlengde stuk duwt de tong voorzichtig naar voren, waardoor de luchtweg wordt vrijgemaakt. Anders dan eerdere versies uit Europa, wordt deze beugel ontworpen op basis van gedetailleerde CT-scans van de schedel van het kind. Hierdoor is minder proefondervindelijk passen en meten nodig. De plaatsing wordt vervolgens met een endoscoop gecontroleerd.
Bij 39 behandelde baby’s bleek de beugel effectief in het verbeteren van de ademhaling. De behandeling gebeurt volledig in de neonatale intensive care, onder streng toezicht. Omdat het mondje van deze baby’s vaak maar beperkt open kan, wordt de afdruk voor de beugel genomen met een snel uithardend materiaal in plaats van een digitale scan.
De beugel zelf is gemaakt van stevig acryl. Uit tests bleek dat de volledige acryl versie bestand was tegen herhaaldelijk vallen. Varianten met metalen onderdelen gingen juist sneller stuk. Door de beugel regelmatig iets te verstellen, wordt de groei van de onderkaak en luchtweg bovendien zachtjes gestimuleerd.
De techniek bouwt voort op decennialange kennis uit Europa, waar het idee van een keelverlenging in een beugel al in de jaren zestig ontstond. Dankzij moderne beeldvorming en betere materialen lukt het nu om deze aanpak nauwkeuriger en veiliger toe te passen.
Deze nieuwe behandelmethode kan een belangrijke rol spelen in de eerste levensfase van kinderen met PRS, zonder dat daar meteen een operatie voor nodig is. Dat maakt een kwetsbare periode minder risicovol en biedt ademruimte aan ouders en baby, letterlijk en figuurlijk.
Bronnen:
Een op de twaalf ouders heeft niet door dat hun kind te zwaar is of wil dit niet toegeven. Dat blijkt uit een onderzoek van Uitmetkinderen.nl onder 500 ouders van kinderen tot 12 jaar. Slechts 6 procent van hen (h)erkent namelijk overgewicht bij hun kind(eren), terwijl in de praktijk maar liefst 14,5 procent van deze kinderen overgewicht heeft. Dat lieten nieuwe CBS-cijfers vorige week zien. Kinderarts Sultan Duyar spreekt van ‘een alarmerende trend’.
Naast het gewicht van hun kinderen schatten veel ouders ook de mate van beweging te rooskleurig in. En dat terwijl voldoende bewegen juist van groot belang is om overgewicht te voorkomen. In de praktijk voldoet bijna een op de vier kinderen niet aan de bewegingsnorm, maar slechts iets meer dan een op de zeven ouders signaleert dit bij hun eigen kind.
De Gezondheidsraad heeft in 2017 beweegrichtlijnen voor verschillende leeftijdsgroepen opgesteld. Voor kinderen vanaf 4 jaar houdt dit in:
Kinderarts Sultan Duyar van het Kind Medisch Centrum spreekt van een ‘alarmerende trend’, die zij dagelijks in haar praktijk ervaart. De oorzaken zijn volgens haar divers: “Ouders vergelijken hun kind vaak met leeftijdsgenootjes in de buurt, waardoor overgewicht minder opvalt. Daarnaast onderschatten veel ouders het gewicht van hun kind en spreken ze bij jonge kinderen liever van ‘babyvet’ dat vanzelf weer zou verdwijnen. Bovendien krijgen ouders niet altijd duidelijke signalen vanuit de zorg. Ook spelen culturele opvattingen mee, waarbij een voller lichaam juist als gezond wordt gezien.”
Volgens René Dekker, mede-eigenaar van Uitmetkinderen.nl, zijn er laagdrempelige manieren om kinderen meer te laten bewegen. “Laat ze om te beginnen lopend of op de fiets naar school gaan, maak een dagelijkse wandeling na het avondeten of organiseer in het weekend een speurtocht in het bos. Bewegen hoeft echt niet altijd sport te zijn.”
Kinderarts Duyar onderschrijft het belang van voldoende beweging. Daarnaast draait het volgens haar vooral om bewustwording en gezamenlijke inzet binnen het gezin. “Maak leefstijlveranderingen als gezin, gericht op structurele verbetering van gezondheid en welzijn. Zoek begeleiding bij kinderartsen, diëtisten en leefstijlcoaches. Overgewicht vereist medische aandacht, geen oordeel.”
Volgens Duyar is er daarnaast stevig beleid nodig om de trend te keren. “Obesitas bij kinderen is een chronische ziekte met ingrijpende gevolgen voor fysieke, mentale en sociale gezondheid. Zonder ingrijpen zal in 2050 een derde van de wereldwijde jeugd overgewicht of obesitas hebben. Dat maakt duidelijk dat dit geen probleem is van de toekomst, maar van het nú. Het vraagt om een serieuze, integrale aanpak en structurele ondersteuning vanuit beleid en samenleving.”
Bron:
Persbericht Onderzoek: veel ouders onderschatten overgewicht kinderen – Uit Met Kinderen
Afbeelding bij bericht: ‘Uit Met Kinderen’
Kinderartsen roepen kabinet op tot actie tegen overgewicht bij kinderen
Vandaag hebben de meeste kinderen hun suikerlimiet voor een heel jaar gehaald
De mazelen grijpen om zich heen in delen van de Verenigde Staten. Ziekenhuisopnames en sterfgevallen onder kinderen zorgen voor groeiende onrust. Maar ook in Nederland stijgt het aantal besmettingen met de mazelen.
Mazelen is een van de meest besmettelijke virussen ter wereld. Het verspreidt zich razendsnel via speekseldruppeltjes in de lucht, bijvoorbeeld bij hoesten of praten. Eén besmet persoon kan tot wel achttien anderen aansteken. In ruimtes waar het virus aanwezig is geweest, kunnen de virusdeeltjes nog uren blijven hangen. Ook besmette voorwerpen, zoals glazen of deurklinken, kunnen het virus overdragen.
De symptomen variëren: koorts, hoesten, verkoudheid, rode ogen, diarree en de bekende rode huiduitslag. Bij jonge kinderen kan de ziekte ernstige complicaties geven, zoals longontsteking, stuipen of hersenontsteking. In zeldzame gevallen kan mazelen dodelijk zijn. Afgelopen weken overleden drie kinderen in Texas aan de ziekte. Eén van hen was een 8-jarig meisje uit Gaines County. Dit zorgde ervoor dat ook de bekende antivaxer en minister van Volksgezondheid Kennedy zich nu uitspreekt vóór vaccinatie van kinderen tegen mazelen.
Maar ook in Nederland stijgt het aantal besmettingen. Waar in maart 2024 nog 42 besmettingen werden gemeld, is er in maart van dit jaar al sprake van 131 besmettingen. Vooral in Marrokko laait het virus snel op en de GGD is gestart met een extra campagne om nog vóór de meivakantie zoveel mogelijk kinderen te vaccineren tegen het virus. Een vaccinatiegraad van 95% biedt voldoende bescherming om het virus de kop in te drukken, maar in sommige wijken wordt net de 60% gehaald.
Goede voorlichting en betrouwbare informatie zijn essentieel om te voorkomen dat de mazelen in Nederland geen epidemische vormen aanneemt. Het RIVM benadrukt het belang van vaccinatie. Ouders wordt geadviseerd om kinderen met symptomen van mazelen, zoals koorts, hoesten en huiduitslag, thuis te houden en contact op te nemen met de huisarts.
Van 10 tot en met 16 april is het weer de Week van de Homeopathie. Dit jaar staat in het teken van kinderen en jonge dieren, met speciale aandacht voor natuurlijke ondersteuning bij terugkerende klachten en gedragsproblemen.
De Week van de Homeopathie wordt elk jaar gehouden rond de geboortedag van Samuel Hahnemann, de grondlegger van de klassieke homeopathie. In 2025 ligt de focus op hoe homeopathie kan bijdragen aan het welzijn en de gezondheid van jonge mensen en dieren.
Voor veel ouders is het een zoektocht: een kind met eczeem, chronische oorontstekingen, onverklaarbare vermoeidheid of veranderingen in gedrag. Steeds vaker kiezen zij voor een natuurlijke aanpak. Homeopathie biedt hierbij een zachte en persoonlijke vorm van ondersteuning.
Homeopathie stimuleert het zelfherstellend vermogen van het lichaam, met behulp van sterk verdunde middelen die zorgvuldig worden afgestemd op het individu. Niet alleen lichamelijke klachten worden bekeken, maar ook het karakter, eetlust, gedrag en slaappatroon van het kind spelen een rol bij het vinden van het juiste middel.
Ook bij jonge dieren – zoals pups, kittens of veulens – groeit de belangstelling voor homeopathie. Ze zijn, net als kinderen, gevoelig en nog volop in ontwikkeling. Huidproblemen, spijsverteringsklachten of angstig gedrag kunnen met homeopathie ondersteund worden, mits uitgevoerd door iemand met kennis van diergezondheid.
De Week van de Homeopathie is bedoeld om mensen laagdrempelig kennis te laten maken met deze geneeswijze. Veel praktijken openen hun deuren voor informatiebijeenkomsten of vrijblijvende gesprekken. Ouders en dierenliefhebbers zijn van harte welkom om vragen te stellen en ervaringen te delen.
Benieuwd wat homeopathie voor jouw kind of jonge dier kan betekenen? Dan is dit dé week om je te laten informeren. Een natuurlijke aanpak begint vaak met een open en eerlijk gesprek.
Bronnen:
Mensen die minder diepe slaap of REM-slaap krijgen, hebben jaren later vaker hersenkrimp in gebieden die gevoelig zijn voor de ziekte van Alzheimer. Dat blijkt uit langlopend onderzoek onder oudere volwassenen.
Een team van Amerikaanse wetenschappers volgde 270 deelnemers aan een groot bevolkingsonderzoek. Aan het begin van de studie, toen de deelnemers gemiddeld 61 jaar oud waren, werd hun slaap nauwkeurig gemeten met een zogenaamde polysomnografie. Daarbij werd onder meer gekeken naar hoeveel procent van de slaaptijd werd besteed aan diepe slaap (ook wel trage-golf slaap genoemd) en aan REM-slaap, de fase waarin mensen dromen.
Ruim dertien jaar later ondergingen de deelnemers een hersenscan. Daaruit bleek dat mensen die minder diepe slaap hadden, vaker kleinere hersengebieden hadden in de achterhoofdskwab (de cuneus) en in het onderste deel van de pariëtale hersenschors. Ook minder REM-slaap ging samen met krimp van datzelfde pariëtale gebied en van de precuneus, een gebied dat betrokken is bij geheugen en zelfreflectie. Al deze hersengebieden worden vaak als eerste aangetast bij de ziekte van Alzheimer.
De onderzoekers ontdekten dat bij elke procent minder diepe slaap, het volume van het onderste pariëtale gebied gemiddeld met 44 mm³ afnam. Voor de cuneus was dit bijna 12 mm³. Bij REM-slaap liep het volume van het pariëtale gebied zelfs met ruim 75 mm³ terug per procent minder slaap. Ook de precuneus liet een bescheiden afname zien.
Opvallend genoeg bleek een onrustige slaap, gemeten aan het aantal keren dat iemand kort wakker werd, géén verband te hebben met hersenveranderingen. Ook de aanwezigheid van kleine hersenbloedinkjes – zogeheten microbloedingen – liet geen relatie zien met het slaappatroon.
Volgens de onderzoekers suggereert dit dat de manier waarop we slapen mogelijk invloed heeft op de hersenstructuur, vooral in gebieden die kwetsbaar zijn voor alzheimer. Het aanpassen van slaappatronen zou daarmee een nieuwe weg kunnen zijn om het risico op de ziekte te verlagen. Het onderzoek maakt echter nog geen onderscheid tussen oorzaak en gevolg: het is dus nog niet zeker of slechte slaap daadwerkelijk leidt tot hersenkrimp, of dat beginnende hersenveranderingen zorgen voor slechtere slaap.
Goed slapen kan dus belangrijker zijn dan gedacht, vooral op latere leeftijd. Het stimuleren van diepe slaap en REM-slaap zou een waardevolle aanvulling kunnen zijn op preventieve strategieën tegen dementie.
Bron
Journal of Clinical Sleep Medicine – DOI: 10.5664/jcsm.11630
Nederland kampt met een structureel tekort aan huisartsen, en dat zal de komende jaren alleen maar groter worden. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Algemene Rekenkamer. Volgens de onderzoekers heeft 1 op de 20 Nederlanders geen huisarts of is op zoek naar een andere. Tegelijkertijd heeft 60% van de praktijken een patiëntenstop.
De beschikbaarheid van huisartsenzorg staat onder druk. Terwijl het aantal huisartsen in Nederland de afgelopen 25 jaar groeide van 8.600 naar 14.300, daalde het aandeel praktijkhouders. Steeds meer artsen kiezen voor werken in loondienst of als tijdelijke waarnemer. Dat is problematisch, want zonder praktijkhouders zijn er geen praktijken om patiënten in te schrijven.
De cijfers uit het rapport spreken boekdelen: tussen de 45.000 en 194.000 mensen hebben helemaal geen huisarts. Daarbovenop zijn er zo’n 732.000 mensen die wel ingeschreven staan, maar op zoek zijn naar een andere huisarts, bijvoorbeeld door verhuizing of ontevredenheid. Vooral in regio’s met een snel vergrijzende bevolking is de situatie nijpend.
Niet alleen het aanbod van huisartsen krimpt, ook de vraag groeit. Door vergrijzing, snellere ziekenhuisontslag en de verschuiving van zorg naar de eerste lijn stijgt de zorgdruk. In 2023 had een Nederlander gemiddeld 5,7 keer contact met de huisarts – een stijging van 16% ten opzichte van 2014.
De arbeidsmarktprognoses zijn somber. Het huidige tekort wordt geschat op 8% en de verwachting is dat dit oploopt naar 16% in 2034. Vooral het aantal artsen dat de huisartsopleiding volgt, blijft achter. Ondanks beschikbare opleidingsplekken, melden zich onvoldoende nieuwe kandidaten aan. Tegelijkertijd stromen veel huisartsen voortijdig uit vanwege de hoge werkdruk.
De minister van Volksgezondheid ziet de ernst van de situatie, maar erkent beperkte invloed op het tekort. De focus ligt op het stimuleren van praktijkhouderschap en het verbeteren van werk-privébalans. Ook wordt ingezet op het programma “Meer tijd voor de patiënt”, dat artsen moet ontlasten en de kwaliteit van zorg moet verhogen. Structurele oplossingen blijven voorlopig echter uit.
Zonder stevig ingrijpen dreigt een situatie waarin steeds meer mensen geen toegang hebben tot basale zorg in de buurt. De oproep aan politiek en zorginstellingen is duidelijk: maak het vak aantrekkelijker, investeer in opleiding en zorg voor voldoende huisartsen die zich langdurig willen binden aan hun patiënten.
Bronnen: