Aanpassing geleden door Maurice
Sinds de vorige week zien we geen verschuivingen in de zetelverdeling. Wellicht is dit het wachten voor de storm?
Daarnaast is een meting herhaald van eind september 2024, kort na het publiceren van het regeerprogramma. Daarbij is het vertrouwen gemeten in de regering, ministers en de fractievoorzitters. Bij de tabellen zijn alleen de huidige kiezers meegenomen, die in september 2024 of nu 5 zetels of meer hebben.
Het vertrouwen in de regering was in september 2024 4.9 en is nu gedaald naar 3.9.
Dit is het overzicht van het vertrouwen in de ministers en hoe het in die ruim 6 maanden verschoven is. Ruben Brekelmans staat nu bovenaan. Dat komt mede doordat hij t.o.v. de andere maar weinig gedaald is.
Dick Schoof en Eelco Heinen staan nog wel bij de eerste drie, maar zijn ieder bijna 1 punt gedaald.
De grootste daler is Marjolein Faber, die van 5.1 naar 3.5 is gedaald.
In de volgende grafiek kunt u zien hoe het verloop van het vertrouwen is per minister onder de kiezers van de partijen met 5 zetels of meer in de meting van 2024 en 2025. Daarbij is goed te zien hoe de vertrouwensscores onder de kiezers van de verschillende partijen is veranderd.
Hieronder de ranglijst van het vertrouwen in de fractievoorzitters. Henri Bontenbal staat bovenaan en scoort vrijwel hetzelfde als een half jaar geleden. Een duidelijke stijger is Jimmy Dijk, die nu derde staat, terwijl hij een half jaar geleden nog 9e stond. Ook Frans Timmermans is gestegen, maar hij staat toch nog pas 7e, maar dat komt mede omdat zijn scores een duidelijk gepolariseerd patroon laat zien. Grote dalers zijn Geert Wilders en Caroline van der Plas en Chris Stoffer. Zij daalden ongeveer 1 punt.
In de volgende grafiek kunt u zien hoe het verloop van het vertrouwen is per fractievoorzitter onder de kiezers van de partijen met 5 zetels of meer in de meting van 2024 en 2025. Daarbij is goed te zien hoe de vertrouwensscores onder de kiezers van de verschillende partijen is verschillen.
Het bericht Afnemend vertrouwen politici: september ’24 – april ’25 verscheen eerst op Maurice de Hond.
Zo gaat het dit najaar toch weer mis met Covid-19 (delen uit artikel van 27 juni 2021)
(dit is het complete artikel van toen).
De dag nadat veel maatregelen – eindelijk – werden afgeschaald, ben ik bang dat ik het feestje toch ga verpesten. Er zijn namelijk diverse redenen, waarom de kans groot is dat we ergens in de tweede helft van dit 2021 weer te maken krijgen met beperkingen. En zwaardere dan velen nu denken. (MdH2025: Dit zijn de maatregelen uit 2021)
Ik zal laten zien waarom ik denk dat dit zal gaan gebeuren.
Door iets wat ik het Bergamo-syndroom heb genoemd, zijn de meeste Nederlanders zeer angstig geworden voor het Covid-19 virus. En dan vooral het risico ernstig ziek te worden of dood te gaan. Uit onderzoek is gebleken dat die ingeschatte risico’s veel hoger zijn, dan de werkelijke cijfers aangeven. Dat is helemaal het geval onder de 50 jaar. Daar werd vorig jaar de sterftekans voor die groep met een factor 500 te hoog ingeschat.
Daarnaast denkt een groot deel van de bevolking dat wat er ook op deze site en op andere plekken werd en wordt beweerd, dat de maatregelen echt hebben gewerkt. Op dit moment vindt een derde van de Nederlanders zelfs dat er teveel is versoepeld. En het overgrote deel van de Nederlanders vindt goed dat de 1,5 meter gehandhaafd blijft. Ruim 40% vindt dat ook voor in de buitenlucht.
Deze bovenstaande punten zorgen ervoor dat zodra de “angstknop” met een aankondiging van een nieuwe dreiging (en ik kom daar zo op terug) weer wordt ingedrukt. Wat betekent dat een fors deel van de Nederlanders de maatregelen weer omarmt.
Sinds maart 2020 speelt het RIVM/OMT een centrale rol bij het beleid in Nederland en in de media. Diverse epidemiologen, microbiologen en een aantal andere medici, die tot dat moment onbekend waren, werden bekende Nederlanders. Die rol zullen ze niet gemakkelijk afstaan. En zolang een niet gering deel van de bevolking angstig is, zullen ze die rol kunnen blijven vervullen.
Het is vrijwel zeker dat er ontwikkelingen zullen zijn ergens in de wereld met Corona of aanpalende ziektes, waarmee die angst kan worden aangewakkerd. Daarom zal de media, zoals altijd een helpende hand bieden om het gevaar uit te vergroten.
Per definitie zullen varianten van Covid-19, die een stuk besmettelijker zijn, de dominantie overnemen van minder besmettelijke varianten. De vraag is echter of die varianten mensen zieker maken en eerder tot sterfte leiden dan de minder besmettelijke varianten. Hoewel er, zoals ongeveer bij ieder onderwerp over Covid-19, verschillende cijfers zijn en verschillende conclusies daaruit kunnen worden getrokken, zie ik geen harde aanwijzingen dat de meer besmettelijke varianten, gemiddeld per geïnfecteerde persoon tot zwaardere consequenties leiden.
Naast de Delta-variant zullen we ongetwijfeld nog een aantal andere letters van het alfabet krijgen bij Covid-19. Of wellicht zelfs een nieuwe Corona-variant, die een hele nieuwe naam krijgt (Covid-22 of zoiets).
In de afgelopen 15 maanden heb ik meer verkrachting van cijfers waargenomen dan in de rest van mijn leven. En dat door vrijwel iedereen. Mensen die wilden aantonen hoe gevaarlijk Covid-19 was en degenen die juist het tegendeel wilden beweren. Degenen die erg voor vaccineren zijn en degenen die er erg tegen zijn. Bewust, maar ook vaak onbewust, trekt men verkeerde conclusies uit de cijfers, die men heeft of gepresenteerd krijgt.
Ongeveer elke mogelijke fout, die men op dat terrein maakt, t.a.v. statistische analyses en/of logica, worden gemaakt. En dat is niet alleen het geval bij op dat vlak ongetrainde mensen. Maar zeker ook bij mensen, waarvan je zou denken dat ze beter zouden moeten weten. (Ja, en daar bedoel ik zeker Van Dissel en Wallinga mee. Zij die o.a. elke week bij de NOS een platform krijgen om te bewijzen wat ik hierboven zeg). Cijfers worden niet verzameld, geanalyseerd en gebruikt om een zo goed mogelijk beeld te geven van de huidige en verwachte ontwikkelingen. Maar cijfers worden gebruikt om menselijk gedrag te beïnvloeden.
Cruciale gegevens worden hetzij niet verzameld of niet gedeeld. (Denk aan de CT-waardes van de PCR-test en het aandeel positief getesten die wel of geen symptomen hebben). Ik heb op deze site er vele voorbeelden van gegeven. Daarbij ook voorstellen gedaan om dat te verbeteren (zoals één jaar geleden dit voorstel). Maar degenen aan het stuur hebben daar blijkbaar geen interesse in en belang bij. Dus zal ook bij het opnieuw bespelen van de angstknop de cijfers en de modellen ook weer worden misbruikt.
Terwijl de zorgcapaciteit lang de bepalende factor was voor het nemen van maatregelen is het opvallend hoe weinig echt werk er gemaakt is van het uitbreiden van (nood-)capaciteit. Diverse goede voorstellen op dat punt werden of niet serieus genomen of afgewimpeld met bureaucratische argumenten. (Ik weet nog goed hoe minister Van Ark begin januari in de Kamer zei dat het voorstel om Cubaans zorgpersoneel als noodvoorziening in Nederland in te zitten niet uitgevoerd kon worden. Want de aanpassing van de BIG-registratie zou wel twee jaar duren.)
Daarnaast merk je dat bij het nemen van maatregelen dat de partijen in de zorg (ziekenhuizen, laboratoria, medici) hun eigen financiële belangen hebben. Dit is een belangrijke hinderpaal bij het invoeren van die maatregelen.
We maken nu al 15 maanden mee dat bij het nemen/niet nemen van maatregelen alle focus is gericht op wat het betekent t.a.v. Covid-19. Welke grote nadelige effecten het heeft op alle andere facetten van de samenleving (zeker ook volksgezondheid) speelt amper een rol bij de besluitvorming. De uitzending van Nieuwsuur van gisteravond liet dat op een bijzondere manier zien.
Eerst een epidemiologe, die vond dat bepaalde versoepelingen beter (nog) niet hadden kunnen plaatsvinden. Daarbij ging het gesprek alleen om mogelijke gevaren ervan en niet om de voordelen van de versoepelingen. Maar daarnaast kwam een tenenkrommende reportage over “handen schudden”.
Een van de nieuwe helden, arts-microbioloog Jean-Luc Murk, legde uit dat het toch wel beter was dat we voortaan geen handen meer zouden gaan schudden. Want in het afgelopen jaar waren er toch beduidend minder infectieziektes geweest. Nog los van het feit dat een deel van die mindere infectieziektes het gevolg is van wat Hope-Simpson “the vanishing act” noemde, deed Murk net alsof hij uit de dalende cijfers kon vaststellen welk deel ervan kwam door het niet handen schudden.
Maar zelfs als handen schudden wel ziektes kan verspreiden, dan is dat met ander menselijk gedrag ook het geval. (Kussen, vrijen, naar een openbaar toilet gaan, lucht inademen, die anderen hebben uitgeademd, etc. etc.). Zullen we die allemaal dan maar schrappen? Zou het juist niet zo zijn dat doordat we als mensen dit gedrag vertonen, we ook weerstand opbouwen? Ondanks dat we nu al heel lang handen schudden, mijnheer Murk, is de gemiddelde levensduur in Nederland nu al boven de 80 jaar.
Terwijl Covid-19 heerste verdween o.a. influenza. Niet omdat de maatregelen zo geweldig hielpen, zoals Van Dissel e.a. ons vertellen, maar omdat dit een normaal natuurlijk proces is (zie wederom Hope-Simpson).
Als in het najaar influenza wel fors gaat toeslaan (en ook de ziekenhuizen weer vollopen, zoals ook in 2017-2018 is gebeurd), dan zal men stellen dat de maatregelen van het afgelopen jaar prima tegen influenza hebben geholpen. En zal er druk ontstaan om die ook in te voeren tegen influenza.
Er zijn miljarden en miljarden vaccins besteld. Net zoals bij de Mexicaanse griep in het najaar 2009 zal men het beleid voeren om de bestelde vaccins ook te gebruiken. Los van het feit of dat dan ook echt noodzakelijk is en de mogelijke nadelen. Uit de studies die ik zie, maak ik op dat het zelf doormaken van een Covid-19 infectie per saldo meer en langduriger bescherming biedt dan een vaccinatie.
Dus als men eenmaal de lijn van het vaccineren tegen Covid-19 heeft ingezet, zoals nu gebeurd is, dan gaan ze die ook volhouden. Net zoals ze nu al zeggen dat mensen die Covid-19 gehad hebben na 6 maanden toch een vaccinatie moeten nemen als “booster” van de immuniteit. En om de noodzaak van het jaarlijks vaccineren te benadrukken moet men wel op de angstknop blijven drukken, want anders zullen minder mensen zich laten vaccineren.
Door de koppigheid van Van Dissel c.s. om te erkennen dat de besmetting met Covid-19 vooral door de lucht gaat (ook binnen anderhalve meter) wordt een cruciale aanpak in Nederland nog steeds niet gepromoot. Iets was ons zeker in het najaar (denk aan de scholen) zeer waarschijnlijk parten gaat spelen. Als men ervoor zorgt dat in ruimtes de aanwezigen veilig de lucht kunnen inademen, kan het risico van verspreiding sterk worden verminderd.
Dat kan gebeuren door een combinatie van de juiste ventilatie, het goede luchtvochtigheidsniveau en de juiste filtering van de lucht. In plaats dat we Dr. Murk op televisie horen dat het beter zou zijn dat we in de toekomst geen handen meer gaan schudden, zouden we iedere avond op televisie uitgelegd moeten krijgen hoe we ervoor kunnen zorgen dat in besloten ruimtes het binnenklimaat veilig gemaakt kan worden en veilig kan blijven.
Als ik deze factoren bezie, in hun onderlinge samenhang, dan heb je weinig verbeeldingskracht nodig om je te realiseren dat er in het najaar (maar wellicht al eerder), veel druk zal ontstaan om de teugels weer aan te halen. Hoe ver die teugels dan aangehaald zullen worden is dan wel de vraag, maar de ervaring van de afgelopen negen maanden, maken me op dat punt verre van optimistisch.
En het erge daarbij is, dat het er nog steeds op lijkt, dat we in het afgelopen jaar zo weinig hebben bijgeleerd. En daardoor amper iets aan het doen zijn (zoals uitbreiden van de zorgcapaciteit en het binnenklimaat veilig maken) om te voorkomen dat er ingrijpende nieuwe maatregelen genomen moeten worden.
Alleen het vaccineren wordt als de ultieme oplossing gezien. Terwijl het de grote vraag is of op lange termijn het vaccineren (wat dan ook wereldwijd jaarlijks moet worden herhaald), de natuurlijk wijze waarop de mens zich tegen nieuwe bedreigingen van de gezondheid beschermt, niet wordt ondergraven.
Bij een infectieziekte, met hoge sterftepercentages, ook onder jongeren (denk aan Ebola), is dat waarschijnlijk een onvermijdelijke aanpak, maar bij een infectieziekte met een IFR ruim onder de 1% (en dan nog vooral de ouderen), zou dat wel eens zeer contraproductief kunnen gaan werken.
Het bericht Zo gek waren we toen! deel 1 verscheen eerst op Maurice de Hond.
Leestijd: 2 minutenAanpassing geleden door Maurice
Rondom het niet tekenen van het verstrekken van lintjes aan vijf COA-vrijwillegers was de afgelopen week veel ophef. Twee dagen duurden de debatten met aan het eind een motie van wantrouwen tegen Marjolein Faber, die geen meerderheid kreeg. In dit onderzoeksverslag gaan we meer op dit debat in, maar eerst de zetelpeiling.
Per saldo dus weinig verschuivingen in de politieke voorkeuren in deze ene week, maar wel een bijzondere situatie sinds de verkiezingen. De eerste keer dat er een partij de PVV heeft ingehaald. Dat is een groot verschil met een jaar geleden toen de PVV bijna dubbel zo groot was dan nummer 2.
De afgelopen zes weken zien we per saldo wel grote verschuivingen. Die komen met name door de sterke toename van het onveiligheidsgevoel.
Uit het onderzoek blijkt dat twee derde van de Nederlanders negatief is over het niet tekenen van het voorstel om 5 vrijwilligers van het COA een lintje toe te kennen. 22% was daar positief over. Van de PVV-kiezers was 70% positief en 11% negatief. Ook de FVD-kiezers waren er positief over. Bij de andere partijen waren de kiezers er voor het overgrote deel (heel) negatief over.
Terwijl er weinig verschuivingen zijn in het vertrouwen in de verschillende ministers en fractievoorzitters zien we wel dat het vertrouwen in Minister Faber duidelijk verder aan het dalen. Gemiddeld is de score nu 3.5. Alleen onder de kiezers van PVV en FVD scoort ze een voldoende (ruim 7).
Op de vraag wat de reactie is op de tijd die er in de Tweede Kamer aan dit onderwerp is besteed geeft een kwart aan dat het onderwerp belangrijk genoeg was om er zoveel tijd aan te besteden. Een kwart vindt het goed dat er over gesproken werd, maar vond het teveel tijd. Bijna een kwart vindt dat men er niet over had moeten spreken en ruim een kwart vindt dat ze er kort over hadden moeten spreken.
Alles overziend lijkt het erop dat dit wel een onderwerp was met uitgesproken – en gepolariseerde – meningen onder de bevolking, maar dat het weinig effect heeft op dit moment op de ontwikkeling van de electorale voorkeur.
Het bericht Weinig effect op zetelpeiling van “lintjesdebatten” verscheen eerst op Maurice de Hond.
Geachte professor,
Uw optreden bij het programma EVA van dinsdag jl. was o.a. ter gelegenheid van uw benoeming tot hoogleraar “Wetenschap en maatschappij in Internationaal perspectief”. Daarmee feliciteer ik u oprecht.
Altijd wanneer ik u hoor of zie, bewonder ik uw kennis en de – rustige en weloverwogen – wijze waarop u die over het voetlicht brengt. Ik vond de aflevering van Zomergasten met u in 2005 één van de boeiendste afleveringen die ik gezien heb.
Uw uitspraken tijdens het gesprek met Eva en de opdracht in uw nieuwe functie triggerden mij deze open brief aan u te schrijven. Ik hoop op een reactie.
Ik sla aan op de toenemende kloof tussen maatschappij en wetenschap, die u in dat interview besprak. En die een hoofdpunt zal zijn in uw nieuwe professoraat. Daarbij heb ik de indruk dat u (net als Eva) de belangrijkste oorzaak daarvan negeert of dat u zich er niet bewust van bent.
Terecht gaf u aan dat we als samenleving steeds meer met wetenschap te maken hebben. En de Coronaperiode was daarvan wel het hoogtepunt tot nu toe. De bevolking is nog nooit zo indringend geconfronteerd met de kennis/opvattingen van de wetenschap. Via het OMT hadden wetenschappers immers een heel groot effect gehad op onze samenleving.
Vanaf half maart 2020 werden de adviezen van het OMT, die volledig uit wetenschappers bestond, door de regering en parlement vrijwel één-op-één overgenomen. Daarin zaten lockdowns, de invoering van de 1,5 meter maatschappij, het gesloten houden van zorginstellingen, het sluiten van scholen, etc. etc. Daarbij speelden voorspellingen vanuit het model van het RIVM een cruciale rol.
Hoewel men anders claimde, was een groot deel van de adviezen slecht onderbouwd en was er geen ruimte voor wetenschappelijke informatie, die zou moeten leiden tot andere adviezen/besluitvorming. Ook stelde men, als de praktijk liet zien dat de adviezen niet klopten, het beleid niet bij. Na de Coronaperiode heeft er geen onafhankelijke evaluatie plaatsgevonden van de adviezen van het OMT en horen we ook niet van de betrokken wetenschappers waarvan ze achteraf vinden dat ze fouten hebben gemaakt.
Dit heeft – sterk – bijgedragen aan de afname van het vertrouwen in de wetenschap. En het lijkt er niet op dat men dit onderkent of wil erkennen. En uit uw gesprek bij Eva, leek het er ook niet op dat u het onderkent. En juist bij de opdracht van uw hoogleraarschap is dat wel cruciaal.
Daarom zal ik aan de hand van een vijftal indringende voorbeelden laten zien hoezeer het optreden van de experts (OMT) en het RIVM daarbij een cruciale rol speelden. Mede doordat diverse OMT-leden met grote regelmaat in de media verschenen en daarmee ook, naast prof. Van Dissel, het gezicht werden van de wetenschap in een indringende crisistijd.
Op mijn website heb ik indertijd met grote regelmaat artikelen geschreven en gewezen op de indringende informatie, die toen al beschikbaar was en waar de experts niets mee deden. Ik zal over zes onderwerpen laten zien wat er mis is gegaan met daarbij de links naar de bewuste artikelen, zodat ik in deze brief alleen de kern zal beschrijven.
Terwijl er diverse onderzoeken in april 2020 beschikbaar waren, zoals die van Los Angeles County en over Gangelt, die aangaven dat de IFR van Covid-19 in de buurt van 0.3% lag, en dat het dan met name ouderen waren, heeft Prof. Van Dissel nog in mei 2020 aan de Kamer gemeld dat de IFR 5.0% was. De besluitvorming van het OMT was daar ook in de zomer van 2020 mede op gebaseerd.
Terwijl ook al duidelijk was dat Covid-19 een vergelijkbaar seizoenspatroon had als griep, werden in de zomer van 2020 veel maatregelen gehandhaafd. Omdat er een “tweede golf” zou dreigen. Een tweede golf die pas in het najaar kwam in lijn met de ontwikkelingen van griep die in de loop van de herfst doorgaans de kop op steekt.
Eind maart 2020 verspreidde de WHO de informatie, dat het fakenieuws was dat het virus airborne was. Dit werd ook door de Nederlandse wetenschappers gezegd. Door 1,5 meter afstand te houden (ook buiten) en te desinfecteren en geen handen te schudden kon men de infectie voorkomen.
Maar al heel lang waren er onderzoeken over influenza geweest, waarbij bleek dat het virus zich juist wel via de lucht verspreidde. En dan met name in ruimte met weinig ventilatie en een lage absolute luchtvochtigheid. Ik kan u desgewenst van een uitgebreide literatuurlijst voorzien over dit onderwerp en heb daar al vanaf eind maart 2020 uitgebreid over geschreven.
Medio 2020 is er een oproep geweest van 239 wetenschappers om wel het gevaar van verspreiding door de lucht te onderkennen. Maar zowel bij de WHO als bij het OMT en RIVM was dit aan dovemanoren gericht. Daarbij werden argumentaties gebruikt en een logica gehanteerd, die u als natuurkundige, net als ik, ronduit verbijsterend zou moeten vinden.
Een paar voorbeelden:
In juni 2020 beschreef ik het Deltaplan Ventilatie, waarbij men kon zorgen voor veilige ruimtes in het najaar en winter, waar dus nog wel activiteiten zouden kunnen plaatsvinden. Maar het heeft nog tot mei 2021 geduurd tot bij de persconferenties het bordje “ventilatie” verscheen. En ook toen niet met een zware nadruk op het belang ervan. Terwijl men wel vanaf april 2020 de zorginstellingen sloot, waarbij de kwetsbare bewoners, juist door het ontbreken van ventilatie als voorzorg, met de ramen en deuren dicht, extra lang dat zwevende Coronavirus inademde. Meer dan de helft van alle overlijdensgevallen wegens Covid-19 zijn daar geweest.
Mijn berekening is dat door de weigering van het onderkennen van het grote belang van het virus dat in de lucht zweefde, minstens 15.000 Nederlanders onnodig zijn gestorven aan Covid-19 tussen half 2020 en eind 2021. En dat dus omdat de wetenschappers van OMT en RIVM zich niet hielden aan de basis principes van de wetenschap.
Tussen eind september 2021 en eind maart 2022 had je in Nederland de QR code nodig om ergens naar binnen te mogen. Er werd gewerkt met de 3G aanpak. Je kreeg alleen toegang als je negatief getest was of in de 6 maanden na je vaccinatie of enkele maanden na je Corona-infectie.
De misvatting hierbij was, al bekend lang voordat we in Nederland met deze aanpak zijn gestart, dat degenen die gevaccineerd waren anderen niet konden besmetten. Dus terwijl men pretendeerde in een veilige ruimte te zijn dankzij dit systeem, waren er toch risico’s omdat gevaccineerden het virus toch wel konden verspreiden. En er zijn vele voorbeelden uit die tijd waarbij – vele – aanwezigen in een ruimte waar men toegang kreeg via het Corona toegangsbewijs, toch zijn besmet.
Een opvallend voorbeeld is van een uitje van oud-Kamerleden op 3 november 2021 naar het kasteel Helmond. Toegang was via de QR-code, en men hield zich strikt aan de voorschriften, maar toch raakten 25 oud-Kamerleden geïnfecteerd. Dat was meer dan de helft van de aanwezigen.
Ook dit is een prima voorbeeld van hoe de experts (wetenschappers van OMT en RIVM) door niet hun wetenschappelijke principes toe te passen, adviezen hebben gegeven die heel veel mensen onnodig in risicovolle situaties bracht en voor veel onnodige slachtoffers zorgden.
Terwijl het hebben doorlopen van een infectie altijd werd gezien als een goede bescherming voor lange termijn tegen het weer krijgen van die ziekte, werd deze bescherming achtergesteld t.o.v. een vaccinatie. Dat was o.a. terug te zien in het feit dat bij de Coronatoegangspas een bewijs dat je Covid-19 had gehad na 6 maanden verliep en een vaccinatie een langere looptijd had.
Deze Israëlische studie uit augustus 2021 laat al zien hoeveel groter de bescherming is van degenen die Covid-19 hadden gehad en degenen die het nooit hadden gehad maar wel waren gevaccineerd. 6 maanden na de vaccinatie was de bescherming 13 (!) keer zo groot tegen infectie als je de infectie had gehad dan als je tegen Covid-19 was gevaccineerd.
Maar ook ten aanzien van dit onderwerp werd de wetenschappelijke principes met de voeten getreden.
Eind november 2021 dook de Omikron variant op in de buurt van Johannesburg. Vrijwel direct werd vanuit betrokken medici gemeld dat het virus duidelijk besmettelijker was dan de vorige variant, maar veel minder ziekmakend. Dat is o.a. ook op half december gemeld op mijn website.
Terwijl half december in Nederland de cijfers in de ziekenhuizen aan het dalen waren had het RIVM een prognose gemaakt vanuit hun model. Zij combineerden de hoge besmettelijkheid van Omikron, met de ziekmakendheid van de vorige variant. En op basis daarvan werd een lockdown geadviseerd omdat anders eind januari 2022 de ziekenhuizen zouden overlopen.
Ook hierover heb ik vooraf op basis van de beschikbare kennis uit Zuid-Afrika aangegeven dat dit een foute beslissing zou zijn met zeer negatieve gevolgen vanuit een lockdown (die uiteindelijk 6 weken heeft geduurd). Nederland was het enige Europese land dat toen een lockdown heeft ingevoerd!? En dat dus allemaal op basis van een RIVM model waarvan al vooraf kon aangetoond worden dat het verkeerd was.
Hoe slecht het model was, is goed te zien op basis van de vergelijking van de voorspelling van het model en de werkelijke cijfers. In deze grafiek wordt de voorspelling van het RIVM aangegeven als de geadviseerde maatregelen zouden worden ingevoerd (de andere voorspellingen waren nog veel negatiever). In deze grafiek ziet u in het zwart de echte cijfers uit begin 2022
De prognose ven de IC-bezetting lag voor vierde week januari rond de 1700. Maar het werkelijke aantal was toen nog geen 400… Zelfs toen op 10 januari 2022 al helemaal duidelijk was dat het model volkomen mis zat werd nog niet geadviseerd om de lockdown te stoppen en ging het door tot eind januari 2022.
Ook hierop is men in het openbaar nooit teruggekomen. Dit zijn juist de voorbeelden waardoor het vertrouwen van de bevolking in de wetenschap sterk aangetast werd en wordt. Want dankzij dit model was er dus een lockdown van 6 weken geweest van vlak voor Kerst tot eind januari 2022.
Maar ook na de Coronaperiode laten wetenschappers zien dat ze fouten maken en redeneringen opzetten, die bij echte wetenschappers het schaamrood op de kaken zou moeten laten komen. Wellicht om tot de vooraf gewenste conclusies te komen. U kunt over het Nivel-rapport mijn uitleg hier teruglezen en voor het rapport van UMC van de Universiteit Utrecht hier. Ik wil u als natuurkundige, die aantoonbaar goed logisch kan nadenken, wil ik u in deze brief een korte uiteenzetting niet onthouden.
In het rapport wordt gesteld dat er geen sprake is van sterfte door de vaccinatie in de eerste periode na die vaccinatie.
Dat wordt “bewezen” doordat men vaststelt dat de eerste drie weken na het vaccineren de “all cause mortality” 44% lager is dan in de weken erna. En, zoals de auteurs schrijven, je zou juist een stijging verwachten als het door de vaccinatie zou komen.
In het rapport wordt ook vermeld dat in de 1e week na de vaccinatie de sterfte 69% lager was dan in die periode na die 3 weken, in de 2e week na de vaccinatie was het 45% lager en in de 3e week na de vaccinatie was het 25% lager.
De onderzoekers gaan voorbij aan het beantwoorden van de vraag “Hoe kan het zijn dat men na gevaccineerd te worden tegen Covid-19 fors minder sterft, dan als dat niet is gebeurd?” En ook niet “Hoe kunnen die sterftecijfers in de eerste week zo veel lager zijn?”
De verklaring is heel simpel. Degenen waarvan aangenomen werd dat ze snel zouden sterven hebben zich -grotendeels- niet meer laten vaccineren. Dus de kans dat een gevaccineerde snel zou sterven was een stuk kleiner geworden. En naarmate het vaccinatiemoment langer geleden was neemt dus de sterfte onder de gevaccineerden toe.
Dat in die eerste week de sterfte 44% lager was, zegt dus NIETS over het eventuele negatieve effect van de vaccinatie. Want de geconstateerde 44% lagere sterfte zou de resultante kunnen zijn van het proces van de selectie van die voorselecte bij het vaccineren en het sterven ten gevolge van de vaccinatie. (bij voorbeeld, door het selectieproces zou de sterfte in de eerste drie weken 55% moeten zijn geweest en dat werd 45% door die extra sterfte).
Ik zeg niet dat dit het geval was, de cijfers zijn ook maar een aanname. Maar ik geef alleen aan dat de conclusie van de onderzoekers dat het 0% was, nergens op gebaseerd is, en een flagrant slechte manier van het uitvoeren en rapporteren van een onderzoek. (Met o.a. als gevolg dat een bewindsman in de Tweede Kamer aangaf dat dit onderzoek had aangetoond dat er geen sprake was van oversterfte door het vaccin kort na de vaccinatie).
En – helaas- ik kan met meer voorbeelden komen.
Als u serieus de – slechter wordende – relatie tussen maatschappij en wetenschap wilt onderzoeken en daarover doceren, dan kunt u niet voorbij gaan aan dit sterk onwetenschappelijk optreden van belangrijke wetenschappers tijdens de grootste naoorlogse crisis in ons land. Een crisis waarbij wetenschappers een dominante rol hebben gespeeld en daarbij de wetenschap en de samenleving geen dienst hebben bewezen.
En juist doordat dit optreden van de wetenschappers niet officieel is geëvalueerd en door de betrokkenen niet openlijk verantwoording is afgelegd over de slechte adviezen die zij hebben gegeven zal dat wantrouwen bij een deel van de bevolking blijven. Iets wat ik ook zo ervaar, mede omdat men daarover in het openbaar niet in debat heeft willen gaan.
Gezien uw achtergrond, uw open houding én uw opdracht als hoogleraar, ga ik ervan uit dat u deze informatie tot u zult nemen en een antwoord zult geven dat ook in het publieke domein komt.
Het is noodzakelijk om datgene wat u wilt bereiken – wetenschap en maatschappij weer dichter bij elkaar brengen, wat ik van harte steun – voor elkaar te krijgen. Want als zelfs u deze informatie negeert en geen inhoudelijke antwoorden verstrekt en/of niet komt met een procedure waarbij het gemelde openbaar wordt geëvalueerd, ben ik bang dat al het geweeklaag over die toenemende kloof slechts krokodillentranen zijn.
Maar zoals gezegd, ik heb u hoog zitten en verwacht een goed en inhoudelijk antwoord van u.
Resteert me u veel succes te wensen bij uw nieuwe job.
Drs. Maurice de Hond
(o.a. voormalig docent methoden en technieken van onderzoek bij de UvA).
U heeft zojuist gelezen: Open brief aan Professor Robbert Dijkgraaf
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Open brief aan Professor Robbert Dijkgraaf verscheen eerst op Maurice de Hond.
GroenLinks/PvdA nog maar 1 zetel achter PVV
De nieuwste peiling van 29 maart 2025 laat een voortzetting zien van de trend van de laatste twee maanden met als gevolg dat nu drie partijen heel dicht bij elkaar liggen.
De peiling laat zien dat:
Het oordeel over de regering wordt steeds negatiever.
70% van de huidige kiezers van GroenLinks/PvdA is voor het samengaan van deze twee partijen en 10% tegen.
Van degenen die in 2021 PvdA hebben gestemd, is 54% voor de fusie en 25% er tegen. Onder de GroenLinks-kiezers van toen is 60% voor en 12% tegen. Van de PvdA-kiezers van 2021 geeft 69% aan nu op GroenLinks/PvdA te stemmen. Van de GroenLinks-kiezers van 2021 is dat 76%.
52% van de huidige kiezers van GroenLinks/PvdA vindt dat Frans Timmermans lijsttrekker moet worden bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen en 35% niet.
U heeft zojuist gelezen: GroenLinks/PvdA nog maar 1 zetel achter PVV
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht GroenLinks/PvdA nog maar 1 zetel achter PVV verscheen eerst op Maurice de Hond.
“Air-Borne”, het boek over die verdomde aerosolen
“Air-Borne”, het boek over die verdomde aerosolen
Op 28 maart 2020 terwijl veel landen in lockdown gingen, plaatste de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een tweet: “FEIT: #COVID19 wordt NIET via de lucht overgedragen.”
Mensen konden proberen covid te vermijden door afstand te houden en regelmatig hun handen te wassen. De boodschap was simpel. Maar ze was ook simpelweg onjuist: het coronavirus is wel degelijk via de lucht overdraagbaar. Het kan als aerosol tot wel drie uur actief blijven, en de druppeltjes kunnen verder reizen dan wetenschappers toen beseften.
(Onderzoekers in Guangzhou, China, die tegen de heersende consensus ingingen, bewezen dit door het virus in een restaurant te bestuderen.) Toch duurde het meer dan een jaar—en een enorme hoeveelheid bewijs—voordat de WHO van standpunt én boodschap veranderde.
In “Air-Borne” laat wetenschapsjournalist Carl Zimmer zien dat het dwarsliggende gedrag van de WHO een historische precedent heeft. Hoewel epidemiologen al lang weten dat hoesten en niezen ziektes verspreiden, namen velen het idee dat besmettelijke deeltjes in de lucht kunnen blijven hangen of zich door de lucht kunnen verplaatsen, niet serieus genoeg. De heersende overtuiging was dat vloeistofdruppels na het uitademen snel op de grond vallen.
Als luchtgedragen ziektes meer aandacht van onderzoekers hadden gekregen, suggereert het boek, dan hadden covid-19—en mogelijk eerdere griepgolven—sneller onder controle kunnen worden gebracht of zelfs helemaal kunnen worden voorkomen. (MdH: en had vele onnodige overlijdensgevallen voorkomen).
Om de weerstand van epidemiologen tegen het idee van luchtgedragen verspreiding te verklaren, grijpt Zimmer terug naar het ontstaan van de kiemtheorie in de 19e eeuw. Decennialang geloofden mensen dat “miasma’s”—giftige dampen—ziektes veroorzaakten. (Het woord “malaria” betekent bijvoorbeeld “slechte lucht” in het Italiaans.) Maar naarmate wetenschappers meer te weten kwamen over ziekteverwekkers, raakte het idee dat lucht een besmettingsbron kon zijn uit de gratie.
Twee helden in Zimmer’s boek zijn William en Mildred Wells, een Amerikaans echtpaar dat onderzoek deed. In de jaren 40 voerden zij experimenten uit om te zien of uv-lampen ziektekiemen konden doden en lucht konden zuiveren. Ze installeerden deze lampen in ziekenhuizen, scholen, kazernes en zelfs in een hele stad in het noorden van de staat New York. De resultaten waren wisselend, maar succesvol genoeg—vooral tegen mazelen—dat ruimdenkende wetenschappers grotere, beter gefinancierde studies hadden kunnen uitvoeren. De Tweede Wereldoorlog maakte echter een einde aan veel van hun onderzoek.
Ironisch genoeg, merkt Zimmer op, was het Amerikaanse programma voor biologische wapens gebaseerd op het idee dat ziekteverwekkers zich via de lucht verspreiden, terwijl velen bleven weigeren hun mening te herzien over hoe natuurlijke ziektekiemen zich verplaatsen. (MdH: lees de vele artikelen op deze site over het werk van deze eminente wetenschappers).
Is de boodschap inmiddels doorgedrongen? Ingenieurs hebben voortgebouwd op het onderzoek van de Wells en effectieve “verre-ultraviolet C”-lampen ontwikkeld voor ruimtes waar luchtgedragen overdracht waarschijnlijk is, zoals clubs en restaurants. Of epidemiologen inmiddels echt van mening zijn veranderd, moet nog blijken. De hoop is dat, wanneer de volgende pandemie zich aandient, de WHO en andere instanties de mogelijkheid van luchtverspreiding serieuzer zullen nemen.
MdH: Dat is niet te verwachten als je ziet hoe zowel de wetenschap en de media weigeren te erkennen hoe verkeerd men het heeft gezien. Met als dieptepunt de “verklaring” van Maarten Keulemans dat de eerste variant van het virus nog niet echt airborne was. Er is blijkbaar ergens een vliegschool voor virusdeeltjes.
Ook deze verklaringen lijken op die van de experts dat dankzij de maatregelen de griep een tijd weg is geweest.
U heeft zojuist gelezen: “Air-Borne”, het boek over die verdomde aerosolen
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht “Air-Borne”, het boek over die verdomde aerosolen verscheen eerst op Maurice de Hond.
De Tweede Kamerverkiezingen van juni 2025
Het kabinet zit er nu bijna 9 maanden. Bij voortduring horen we de verwachting dat het kabinet snel zal vallen. En als je terugkijkt op de afgelegde weg van dit kabinet lijkt het sterk op een aflevering van het tv-programma “De gevaarlijkste wegen”. Een smalle kronkelende weg, langs diepe dalen en ieder moment denk je dat het mis gaat. Maar dat gebeurt “net” niet.
De kans dat het de komende weken toch mis gaat is – nog steeds – aanzienlijk. En ik denk zelfs groter dan voorheen.
Door de internationale ontwikkelingen (Oekraïne-Rusland, Trump/Musk en de sterke herbewapeningsplannen in Europa) zien we in de peilingen duidelijke verschuivingen, waardoor voor het eerst sinds lange tijd de combinatie VVD, CDA en GroenLinks/PvdA de 75 zetels weer naderen en partijen als PVV en BBB aan het wegzakken zijn. De verleiding voor de VVD om het kabinet te verlaten kan daardoor wel eens -erg- groot worden.
Mocht het kabinet inderdaad binnen één maand vallen (en er worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven) dan lijkt de meest waarschijnlijke datum in de tweede helft van juni te liggen. 25 juni lijkt uitgesloten te zijn, omdat dan de NAVO-top in Den Haag is, maar een week eerder of later zou wel kunnen.
Of dat gaat gebeuren is natuurlijk speculatief, maar ik wil, mocht het voor de zomer gaan gebeuren, de volgende informatie met u delen.
Deze eeuw zijn er vier tussentijdse verkiezingen geweest. Bij de aankondigingen van die verkiezingen (deze eeuw in 2002, 2010, 2012 en 2023) waren er verwachtingen over de uitslag van die verkiezingen, maar keer op keer bleek het toch anders te gaan dan men bij het uitschrijven van die verkiezingen dacht. In 2003 en 2012 eindigde de PvdA veel hoger dan verwacht, in 2010 de VVD (Rutte) en in 2023 de PVV.
De les hieruit is dat het ook nu niet mogelijk zal zijn om een goede inschatting te maken van wat er bij de verkiezingen zou gaan gebeuren.
Dat het CDA sterk zal gaan winnen en NSC sterk zal verliezen is wel zeker. (De mate waarin natuurlijk nog niet, maar dat het meer dan 10 zetels zal zijn is wel zeker).
Maar wat er bij de andere partijen zal gebeuren is onduidelijk. We hebben zowel in 2012 (PvdA), 2021 (D66) en 2023 (PVV) gezien dat in de laatste weken voor de verkiezingen er nog sprake was van een zeer forse stijging. Daarbij speelde bij de meeste verkiezingen ook nog wel een duidelijke rol wie men wel (of niet) als premier wilde en ontstond er dan een tweestrijd met een aanzuigende werking voor twee partijen.
Bij de verkiezingen in 2023 was migratie het cruciale thema. Dat was het thema waarmee de PVV een grote overwinning haalde.
Hoewel je het nooit zeker weet, lijkt de kans groot dat bij die aanstaande verkiezingen het onderwerp veiligheid/defensie een grote rol zal gaan spelen. Maar er zijn nog een behoorlijk aantal andere thema’s die de kans hebben in mei/juni prominent te gaan worden. Deels kondigen die zich nu al aan en deels speelt er zoveel wereldwijd, dat ze tot op het laatste moment voor de verkiezingen nog een grote rol kunnen gaan spelen.
Dat hoeft niet alleen op het vlak van de veiligheid te liggen, maar kan ook op het terrein van economie, migratie en klimaat zijn.
Ik acht de kans groot dat een overheersend gevoel onder de kiezers de onzekerheid zal zijn, die men voelt over de toekomst door al die zaken die spelen. Maar hoe zich dat zal uiten tijdens de verkiezing hangt vooral af van de actualiteit kort voor de verkiezingen en de insteek van de grotere partijen.
Het voorgaande in aanmerking genomen is het vanzelfsprekend niet mogelijk om een voorspelling te geven voor de uitslag. Maar wat wel gedaan kan worden is te bepalen welke aspecten van de uitslag heel belangrijk worden voor het vervolg, de – snelle – vorming van een kabinet.
Er lijken vier partijen te zijn die de grootste zouden kunnen worden: PVV, GroenLinks/PvdA, VVD en CDA.
De vier grootste partijen bij de laatste verkiezingen haalden ruim 100 zetels. Veel van de kleinere partijen verloren zetels. Twee nieuwe partijen (NSC en BBB) haalden 27 zetels, maar die lijken nu fors te verliezen.
De kans is groot dat ook bij die volgende verkiezingen de vier grootste partijen meer dan 75 zetels zullen halen. In dat geval is het vrijwel zeker dat er drie partijen zijn met meer dan 75 zetels. Welke drie het zullen zijn, en welke partij de grootste zal worden, zal bepalend zijn voor het vervolg: de vorming van de regering. Zeker als het onderwerp “defensie/veiligheid” het prominente onderwerp zal zijn zal een regeringscombinatie waarin VVD en GroenLinks/PvdA samen zitten niet ondenkbaar zijn. Maar als GroenLinks/PvdA de grootste wordt zal het voor de VVD-kiezers niet makkelijk zijn een combinatie met Timmermans als premier te accepteren.
Als de PVV weer de grootste wordt, dan is de kans dat de andere drie grote partijen meer dan 75 zetels halen kleiner. Of er dan een combi komt met de PVV erin is de grote vraag. Het zou kunnen zijn dat de andere drie partijen een vierde partij erbij kunnen betrekken om toch een meerderheid te vormen en de PVV buiten te sluiten.
Daarbij is het interessant ook nog naar de Eerste Kamer te kijken. Die zit er tot mei 2027. VVD, GroenLinks/PvdA en CDA hebben samen 30 zetels. (BBB is de grootste met 16 zetels). Als echter naar die samenstelling wordt gekeken dan lijkt het zeker niet uitgesloten dat er voldoende zetels bij elkaar gesprokkeld kunnen worden t.a.v. de meeste onderwerpen die dat nieuwe kabinet zou willen aanpakken.
Het voorgaande mag zeker de kwalificatie “speculatief” krijgen. Of er überhaupt snel een verkiezing komt en hoe het verloop dan zal zijn.
Wat ik vooral met dit artikel heb willen doen is te schetsen welke factoren een rol zullen spelen en hoe die factoren kunnen gaan uitspelen.
U heeft zojuist gelezen: De Tweede Kamerverkiezingen van juni 2025
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht De Tweede Kamerverkiezingen van juni 2025 verscheen eerst op Maurice de Hond.
18 procent van de gevaccineerden heeft prikspijt
Op 3 maart stond er in het AD een artikel over prikspijt. Daarin stond vermeld dat uit een onderzoek van Panel Inzicht bleek dat 3% van degenen die zich tegen Covid-19 hadden laten vaccineren er inmiddels spijt van had. Daarnaast werd vermeld dat men via de sites van het AD en regionale bladen aan ruim zesduizend mensen had gevraagd of men spijt had van de genomen vaccinatie. Daar hadden enkele honderden positief op gereageerd stond er in het artikel.
Via onderzoek onder het panel van Peil.nl is een steekproef van meer dan 8.000 mensen ondervraagd of men gevaccineerd was tegen Covid-19, hoeveel keer en of men inmiddels spijt had.
Allereerst een overzicht van de Covid-19 vaccinaties naar enkele kenmerken.
Deze informatie is ook afgezet tegen de stemkeuze van een aantal partijen. Maar om goed te kunnen vergelijken worden de cijfers per leeftijdsgroep bekeken. Dan zijn er opvallende verschillen met de D66- en GroenLinks/PvdA-kiezers aan de ene kant en de PVV- en BBB- kiezers aan de andere kant (kiezers van SGP- en FVD kenden nog duidelijk lagere vaccinatie cijfers).
Aan de gevaccineerden is gevraagd of ze tot de groep mensen behoorden, die inmiddels spijt hadden destijds zich te hebben laten vaccineren.
18% van degenen die één of meer vaccinaties hebben genomen geeft aan spijt daarvan te hebben. 4% alleen voor de boosters.
Van degenen die alleen de basisvaccinatie hebben genomen (11% van de Nederlanders) geeft 46% aan daar spijt van te hebben. Van degenen die 1 booster hebben genomen geeft dus 8% aan spijt te hebben van de booster en 18% van alle vaccinaties. Van degenen die meer dan 2 boosters hebben genomen geeft 2 % aan spijt te hebben van de boosters en 2% van alle vaccinaties.
Dit is het totaaloverzicht uitgesplitst naar leeftijd.
De groep die het meest aangeeft prikspijt te hebben is de leeftijdsgroep tussen 45 en 64 jaar. Bij de groep boven de 65 jaar is dat minder het geval, met name bij degenen die meerdere boosters hebben genomen. Dat is 75% van die leeftijdsgroep.
De prikspijt onder de groep 18-44 is duidelijk minder dan de leeftijdsgroep 45-64 jaar. Dat zal mede samenhangen met het feit dat onder die leeftijdsgroep een duidelijk groter deel zich niet of minder vaak heeft laten vaccineren. En voor degenen die dat wel hebben laten doen, was het meer een bewuste keuze.
U heeft zojuist gelezen: 18 procent van de gevaccineerden heeft prikspijt
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht 18 procent van de gevaccineerden heeft prikspijt verscheen eerst op Maurice de Hond.
Belangrijke ontwikkelingen rondom het Corona lablek
Diverse prominente Duitse kranten (zoals Berliner Zeitung, Süddeutsche Zeitung en de Zwitserse Neue Zürich Zeitung) melden belangwekkend nieuws over het onderzoek van de Duitse geheime dienst (BND) naar de oorsprong van Covid-19. Het nieuws heeft zelfs de BBC gehaald en wonder boven wonder na drie dagen ook de NOS.
De Duitse geheime dienst heeft begin 2020 blijkbaar de opdracht gekregen om vast te stellen hoe de pandemie was ontstaan. In het team dat werd samengesteld, zat ook een viroloog. Volgens de artikelen in de Duitse media had dit team toegang tot geheime Chinese informatie uit het lab in Wuhan. Op basis van die informatie werd de kans hoog geacht dat het virus uit het lab kwam.
De informatie werd door Merkel en later Scholz geheim gehouden. Het is wel vorig jaar met de Amerikanen gedeeld en dat leidde mede tot de aangepaste inschattingen van de CIA over de oorsprong van het virus uit januari jl.
Dat de dominostenen aan het vallen zijn blijkt ook uit een Engelse publicatie. Boris Johnson zou in 2020 hetzelfde gedaan hebben met de info van de Engelse geheime dienst.
In de eerste weken van 2020 lanceerde de BND een operatie met de codenaam Project Saaremaa om de oorsprong van het virus dat de ziekte veroorzaakte te achterhalen. Volgens het rapport maakten Duitse inlichtingenmedewerkers, die gespecialiseerd zijn in het verkrijgen van geheime informatie, deel uit van het project.
Zij richtten zich op Chinese overheidsinstanties en wetenschappelijke instituten, waaronder het Wuhan Institute of Virology (WIV).
Daarbij ontdekten ze ongepubliceerde gegevens, interne documenten van Chinese onderzoekers en niet-gepubliceerde proefschriften uit 2019 en 2020. Deze informatie leidde hen ertoe met grote zekerheid te concluderen dat Covid-19 afkomstig was uit een Chinees laboratorium, aldus het rapport.
Een belangrijk punt dat deze conclusie versterkte, was dat China “een ongewoon grote hoeveelheid kennis over het zogenaamd nieuwe virus had, en dat op een ongebruikelijk vroeg tijdstip”. Dit suggereerde dat het virus al veel langer bestond dan tot dan toe bekend was, volgens de Engelse vertaling van het rapport.
De media meldden dat de BND een reeks metingen en gegevens over coronavirussen had gevonden, evenals informatie over dierproeven en talrijke wetenschappelijke studies. Dit omvatte ook ongepubliceerde proefschriften uit 2019 en 2020, die o.a. betrekking hadden op het effect van coronavirussen op de menselijke hersenen.
Niet alleen kwamen deze berichten in alle Duitse media, maar ook in het buitenland werd er over geschreven. Zo schreef ook de BBC een artikel over wat er in Duitsland bekend is geworden.
Na een paar dagen verscheen er ook een artikel op de NOS-site. Maar Maarten Keulemans, die vanaf dag 1 de hielen heeft gelikt van Marion Koopmans inzake dit onderwerp (en vele anderen), tetterde al weer op X dat er geen nieuws was. Besef dat hij ook nog eind 2023 een huilverhaal van Peter Daszak plaatste. Dat is de centrale persoon in de VS geweest, rondom het onderzoek naar het Coronavirus, die nauw samenwerkte met het lab in Wuhan. Hij lijkt op een Japanse soldaat die nog 30 jaar na de oorlog zich in het oerwoud verschool omdat hij niet wist dat de oorlog afgelopen was.
Dat tot nu toe die bewuste informatie nog niet openbaar is gemaakt is inderdaad heel jammer (en er is veel druk in Duitsland om het wel openbaar te maken), maar het feit dat een Duits team, inclusief een viroloog, in 2020 op basis van de geheime informatie waarover ze beschikten de kans heel groot achtten dat het virus uit het lab afkomstig is, is voor Maarten geen reden om te gaan twijfelen of er iets over in zijn krant te zetten. En ook dat mede daardoor de CIA hun oordeel bijstelde. (En dat gebeurde nog in de Biden-periode). En dat de CDC-directeur Redfield, die daar opereerde tijdens de uitbraak, overtuigd is van de uitbraak in het lab (en daar ook belangrijke argumenten voor aan bijdraagt, ook op basis van geheime info uit het najaar 2019) negeren Maarten en Marion ook.
Inmiddels is Peter Daszak en zijn organisatie door de Amerikaanse overheid stevig op een zijspoor gezet.
Besef dat bij een groot onderzoek in 2022 in 27 landen hoe men dacht dat de Covid-19 uitbraak was begonnen, in de meeste landen het percentage tussen de 50 en 70% bleek te zijn dat dacht dat het uit het lab afkomstig was. Alleen in Denemarken en Nederland was dat percentage slechts 30%. En dat is te danken aan de combi Marion Koopmans en de Nederlandse media – zo prima op dat punt vertegenwoordigd door Maarten Keulemans.
De Engelse SUN heeft een interessante documentaire gemaakt over dit onderwerp (nog voordat de Duitse informatie bekend werd).
Maar ik kan het niet nalaten af te sluiten met de uiterst goed wetenschappelijk onderbouwde argumentatie van Prof. Marion Koopmans toen ze in 2021 in het kader van een documentaire van Zembla gevraagd werd of ze in het begin niet gedacht had aan de mogelijkheid van het lab in Wuhan als oorzaak van de uitbraak.
Denk je nu echt dat Koopmans of Keulemans ooit zullen erkennen dat het heel anders zit dan ze jarenlang hebben beweerd………
Die verwachting heb ik echt niet.
Het is toch eigenlijk verschrikkelijk dat je er blij mee zou moeten zijn dat 5 jaar na het begin van de grootste gezondheidscrisis in de moderne geschiedenis de publieke omroep VOOR HET EERST het lablek niet meer als een complottheorie beschrijft…..
En dat het feit dat Koopmans en Keulemans 5 jaar lang deze optie doelbewust onder de pet hebben gehouden, daarvoor niet expliciet worden aangesproken.
U heeft zojuist gelezen:
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Belangrijke ontwikkelingen rondom het Corona lablek verscheen eerst op Maurice de Hond.
De “succesvolle” Coronastrategie toegepast op Rusland
Steeds meer hoor je, als er aandacht wordt gevraagd over datgene wat er mis is gegaan tijdens de Coronaperiode, dat die periode ver achter ons ligt. Men wil er nog weinig van horen.
Maar juist omdat er geen snelle en onafhankelijke evaluatie heeft plaatsgevonden is niet zichtbaar gemaakt welke processen er echt hebben plaatsgevonden en hoe de bevolking is bespeeld. Dat is des te belangrijker, omdat het draaiboek van toen, rondom het conflict Rusland – Oekraïne, op haast identieke wijze wordt gevolgd. En het lijkt net zo een “succes” te hebben als het tussen 2020-2023 was.
Ik zal in dit artikel de belangrijkste elementen ervan zichtbaar maken.
De basis van een dergelijk draaiboek is om de bevolking zo bang mogelijk te maken. Want dan zal men smachten om “bescherming” tegen dat grote gevaar.
Bij het begin van de Coronaperiode deed men dat door te melden, dat het gevaar om aan Covid-19 dood te gaan behoorlijk groot was. Zo meldde Prof. Van Dissel in mei 2020 dat 5% van de Corona-patiënten overleed. (In werkelijkheid was het rond de 0.3% en betrof het voor het overgrote deel ouderen).
Dat gevaar werd dan extra aangezet met scenes in het nieuws waarbij de mensen dood op straat neervielen, vrachtauto’s met doodskisten door het beeld rijden en vooral dat alle mensen, van wie het publiek veronderstelt dat ze daar experts in zijn, met één mond spreken: Zij laten zien dat het een groot en reëel gevaar is.
Zo kan ik me ook nog goed herinneren dat één van die prominente experts in maart/april 2020 op de radio meldde dat men ook moest opletten met euromuntjes, want als je daarna je handen naar je neus/ogen zou brengen zou het virus worden overgebracht.
Er wordt geen ruimte gegeven in de media aan mensen die – op onderbouwde wijze – het gevaar duidelijk lager inschatten. Of mogen uitleggen dat de kwestie toch wel wat genuanceerder ligt. In alle media (kranten, radio en televisie) hoort men hetzelfde verhaal. En degenen die toch proberen aandacht te wekken voor die relativeringen worden genegeerd en/of geridiculiseerd of erger.
Vertaald naar vandaag: Als we nu Rusland niet hard aanpakken dan zullen ze vandaag of morgen een Navoland aanvallen. Veelgehoord: “De vraag is niet of het gebeurt, alleen maar wanneer het gebeurt.”.
De Ab Osterhaus van deze periode is voormalig commandant landstrijdkrachten Mart de Kruif, met een waaier van personen die ondersteunende rollen spelen en bij alle talkshow komen opdraven.
Dat betekent zeker niet dat het geen deskundigen zijn op hun terrein en ook niet dat ze ook niet veel zinnigs te vertellen hebben. Maar wat ze nooit nalaten is om ons te wijzen op het grote gevaar van Rusland voor ons!
In de media en door die deskundigen wordt er eigenlijk maar één verhaal verteld met wat kleine marges. Net zoals tijdens de Coronaperiode.
Toen was het o.a. :
En het werkte, omdat alle experts die in de media kwamen zich aan dit verhaal hielden (ook als ze achter de schermen informeel wel hun twijfels uitten). En ook omdat de media hun normaal kritische rol lieten varen en het beleid vrijwel kritiekloos doorgaven. (En als er kritiek was, dan ging die er vooral over dat de maatregelen te laat waren of niet zwaar genoeg).
Nu hebben we een dominant verhaal rondom Rusland:
Dat het verschrikkelijk is dat er al drie jaar grote gevechten hebben plaatsgevonden met heel veel doden is vanzelfsprekend. Dat Oekraïne zich heldhaftig heeft verweerd ook. Dat de kans heel groot is dat het land een deel van hun gebied aan de Oostkant kwijt zal raken is natuurlijk ook heel moeilijk te accepteren. Maar de vraag is wel: wat dan? Welke realistische andere uitkomst denkt men te kunnen behalen, zonder dat het geweld gigantisch escaleert en zich uitbreidt over veel meer landen?
Om dit dominante verhaal naar waarde te kunnen beoordelen en ook antwoord te geven op de vraag “wat dan?” zou het goed zijn om niet kritiekloos dat dominante verhaal te slikken en je breder te oriënteren. (Zoals ik dat ook tijdens de Coronaperiode heb gedaan en vaststelde dat het allemaal niet zo zwart-wit was, maar vele schakeringen van grijs kende).
Dat je daarbij gebruik maakt van bronnen/informatie die kwalitatief hoogwaardig zijn. Dat kan je dan beoordelen door de antecedenten van de betrokkenen te checken en ook hun andere informatie die zij publiekelijk hebben verstrekt.
De volgende twee bronnen vond ik heel waardevol:
Dat betekent niet dat beiden het geweld en de verschrikkingen goed praten, maar het geeft je wel informatie, waarbij je beter begrijpt wat zich echt aan het afspelen is. Met name door harde informatie die zij geven, die je nooit hebt gekregen.
Door het gevaar zo groot mogelijk te maken ontstaat de behoefte onder de bang gemaakte mensen om zich toch een beetje veilig te kunnen voelen. Tijdens de Coronaperiode was dat door je heel goed aan de maatregelen te houden en je te laten vaccineren. En dat deed het overgrote deel van de Nederlanders.
Het gevaar van Rusland kan dus verminderd/bestreden worden door veel meer geld te besteden aan de bewapening en de inzet van militairen. Oekraïne toe te laten tot de Navo en/of EU en de uitbreiding van sanctiemaatregelen tegen Rusland. Een groot deel van de bevolking, ook degenen die in het verleden grote vraagtekens zetten bij wapens, steunt die maatregelen, om daarmee hun angsten te doen afnemen.
Dat daarbij allerlei belangen (voor een belangrijk deel verborgen) een grote rol spelen maakt het geheel tot een gevaarlijke mix, die makkelijk ernstig kan ontsporen. Daardoor hebben velen in een machtige positie er belang bij om te suggereren dat het gevaar heel groot is/blijft.
Dat zijn mensen die helemaal niet willen dat er een permanent staakt-het-vuren komt, laat staan een soort vredesverdrag. Zij zullen blijven wijzen op het gevaar en op de aanhoudende dreiging. Ook daarbij is de kans groot op een self-fullfilling prophecy.
Daarbij constateer ik een belangrijke component: dit is een ontwikkeling, waarbij de electorale positie van partijen aan de uiterst rechtse kant van het spectrum verzwakt. Dat is goed te zien aan mijn peiling van vorige week met een verschuiving van 2 zetels van de PVV naar de VVD. En ook een stijging van GroenLinks/PvdA, die zetels wint van de andere linkse partijen en de PVV nadert.
Kortom: het is een recept, en niet alleen in Nederland, om de populistische partijen te verzwakken. Iets waar ik op zichzelf geen mening over heb/of gevoel bij heb, maar wat me wel ernstig zorgen baart, is dat het dus loont om het Russische gevaar sterk op te blijven spelen. Wat de dreiging van escalatie alleen maar verder vergroot.
En als machthebbers geen belang hebben bij de-escalatie dan zijn we pas echt in de gevaarlijkste periode van de naoorlogse geschiedenis belandt, die de Hongaarse opstand, de muur van Berlijn, de Cuba-crisis en de opstand in Tsjechoslowakije van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw overtreft.
U heeft zojuist gelezen: De “succesvolle” Coronastrategie toegepast op Rusland
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht De “succesvolle” Coronastrategie toegepast op Rusland verscheen eerst op Maurice de Hond.
Gat tussen PVV en GroenLinks/PvdA nog maar 3 zetels
Er zijn een aantal duidelijke verschuivingen in de zetelverdeling deze week t.o.v. 2 weken geleden.
Daarnaast zien we dat het CDA verder stijgt (dit keer ten laste van de ChristenUnie).
22% van de Nederlandse kiezers is positief over de regering. Van de huidige PVV-kiezers is dat ook dalende en nu nog maar 53%. Dat was zes maanden geleden nog 83%, zes weken geleden nog 67%.
Maar als alle PVV-kiezers genomen worden uit november 2023 dan is nog maar 43% positief over de regering.
De vragen uit ons onderzoek rondom de recente ontwikkelingen in de oorlog Oekraïne en Rusland en de rol van de VS erbij, laten goed zien dat ook daar een impact is vast te stellen van die ontwikkelingen op het electorale vlak.
Er zijn een serie stellingen voorgelegd in relatie tussen het conflict tussen Oekraïne en Rusland en de reactie erop vanuit Nederland en de EU.
Dit zijn die resultaten. Aangegeven wordt het aandeel mensen dat het eens is met die stelling.
Goed is hierbij te zien dat er grote verschillen zijn tussen blokken kiezers.
Maar wel valt op dat terwijl bij diverse andere onderwerpen er sprake is van een sterke polarisatie, waarbij de partijen in het centrum scores laten zien die meer in lijn zijn met die van de rechterkant van het spectrum. Met name de VVD-kiezers laten dan scores zien die fors verschillen van die van de kiezers aan de linkerkant.
Maar ten aanzien van dit conflict is dat niet het geval. We kunnen bij de meeste stellingen zien dat de kiezers van de VVD en het CDA scores hebben die meer lijken op die van de linkerkant dan op die van de kiezers van PVV, BBB of FVD.
Dit patroon lijkt ook een soort motor te zijn van de electorale verschuivingen, die we nu aan het meemaken zijn.
U heeft zojuist gelezen: Gat tussen PVV en GroenLinks/PvdA nog maar 3 zetels
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Gat tussen PVV en GroenLinks/PvdA nog maar 3 zetels verscheen eerst op Maurice de Hond.
“Wie zette de val voor wie?” Analyse ontmoeting Trump-Zelensky (Ad Verbrugge)
Ad Verbrugge heeft veel kennis over de geschiedenis en de onderliggende factoren van de spanningen tussen Oekraïne en Rusland.
Na de gebeurtenissen in Het Witte Huis tussen Zelensky en Trump was er een uitgebreide uitleg van Ad in De Nieuwe Wereld. Van het laatste gedeelte met een sterke duiding van wat zich toen heeft afgespeeld.
Hier kunt u het hele gesprek zien en hieronder de samenvatting van dat laatste deel:
Het conflict rondom de Oekraïne-oorlog en de geopolitieke verhoudingen tussen Amerika, Europa en Rusland hebben recent een nieuwe wending genomen. Dit werd onderstreept door het bezoek van de Oekraïense president Zelensky aan de Verenigde Staten, met als doel een grondstoffendeal te bezegelen en tegelijkertijd de rol van Amerika in het conflict verder te versterken. Echter, het bezoek had een veel bredere politieke lading dan enkel economische onderhandelingen; het vormde een strategische poging om de invloed van Amerika in de regio verder te bestendigen en om de geopolitieke koers van Trump te beïnvloeden.
Zonder Amerikaanse steun is Europa, en daarmee het Westen als geheel, niet machtig genoeg om de situatie in Oekraïne te beïnvloeden. De vrees bestaat dat een mogelijke herverkiezing van Trump zou leiden tot een versoepeling van de spanningen met Poetin, iets wat een deel van de westerse politieke elite wil voorkomen. Recentelijke bezoeken van Europese leiders, waaronder Macron en Starmer, benadrukken de groeiende urgentie van Europa om een sterkere rol te spelen in de crisis.
Het bezoek van Macron en Starmer onderstreept dat Europa nu beseft dat het meer moet laten zien dan alleen woorden. Er wordt gesproken over het sturen van troepen en het intensiveren van militaire steun aan Oekraïne, hoewel Poetin via Lavrov al heeft aangegeven dat er geen sprake zal zijn van een akkoord. De strategie van Europa lijkt er vooral op gericht om Trump onder druk te zetten om zich te committeren aan een harde lijn tegen Rusland. Daarnaast speelt de vraag in hoeverre Europa zich militair onafhankelijk kan maken van de VS, iets wat Ursula von der Leyen en andere Europese leiders steeds vaker benadrukken.
De machtsbalans binnen Europa zelf is ook aan het verschuiven. Polen, met zijn sterke anti-Russische houding, blijft nauw samenwerken met de VS en streeft naar een steviger militair partnerschap. Frankrijk en Duitsland daarentegen proberen een zelfstandiger Europa te creëren, wat kan leiden tot een verdere polarisatie binnen de EU. Ondertussen blijft het Verenigd Koninkrijk zijn eigen koers varen, waarbij het economische en geopolitieke belangen combineert in een onafhankelijke rol. Dit betekent dat de trans-Atlantische relaties onder druk staan en dat de NAVO mogelijk opnieuw gedefinieerd zal worden.
Zelensky’s missie naar Washington was meer dan alleen een economische afspraak; het was een poging om Amerika definitief aan Oekraïne te binden. Hoewel er een grondstoffendeal werd besproken, ging Zelensky’s focus tijdens zijn bezoek vooral uit naar het versterken van het vijandsbeeld van Poetin. Hij positioneerde Poetin als een ‘killer’ en ’terrorist’ en bracht beelden naar voren van mishandelde Oekraïense krijgsgevangenen. Dit was niet toevallig: het was een strategische zet om Trump te dwingen positie te kiezen tegen Rusland, terwijl Trump juist een diplomatieke route nastreeft.
De grondstoffendeal zelf is omstreden. Aanvankelijk wees Zelensky een voorstel van 500 miljard dollar af, maar later werd een aangepaste overeenkomst opgesteld die mogelijk nog minder gunstig is voor Oekraïne. In plaats van een begrensde financiële steun vanuit de VS, werd overeengekomen dat de winsten in de toekomst verdeeld zullen worden, zonder een duidelijke eindtermijn. Dit zorgt ervoor dat Oekraïne afhankelijk blijft van Amerika, maar biedt tegelijkertijd geen directe veiligheidsgaranties tegen Russische agressie. Dit is voor Zelensky niet voldoende; hij wil dat de VS een actieve rol speelt in de oorlog, inclusief veiligheidsgaranties die voorkomen dat Poetin verder oprukt.
Trump reageerde aanvankelijk positief en prees de moed van de Oekraïense strijdkrachten. Echter, toen Zelensky de discussie verplaatste naar de relatie tussen Trump en Poetin, werd de situatie gespannen. Zelensky’s tactiek leek erop gericht om de toenadering tussen Trump en Poetin te frustreren en Trump publiekelijk onder druk te zetten om zich tegen Rusland uit te spreken.
Daarbij werd Trump geconfronteerd met een moreel dilemma: enerzijds zijn wens om diplomatieke betrekkingen met Poetin te verbeteren, anderzijds de publieke druk om Oekraïne actief te steunen. Dit leidde tot ongemak bij Trump en zijn team, wat vooral zichtbaar werd toen Zelensky zijn aanklacht tegen Poetin verder opvoerde en de steun van Amerika expliciet opeiste.
Op een bepaald moment werd de discussie zelfs persoonlijk, toen Zelensky werd aangesproken op zijn militaire kledingkeuze in het Witte Huis. Hoewel dit ogenschijnlijk een klein detail lijkt, symboliseerde het dat Zelensky zichzelf niet als een diplomaat presenteerde, maar als een oorlogsleider die strijdt voor zijn land. Dit zette de toon voor een gespannen ontmoeting waarin Trump steeds meer in de hoek werd gedreven.
Zelensky’s optreden werd voorafgegaan door overleg met Amerikaanse Democratische senatoren, wat suggereert dat zijn uitspraken onderdeel waren van een breder strategisch plan. Dit past binnen de bredere structuur van een geopolitiek netwerk dat de oude orde in stand wil houden en een mogelijke verschuiving onder Trump probeert tegen te gaan.
Tegelijkertijd groeit in Europa het besef dat zonder Amerikaanse steun een onafhankelijke militaire macht noodzakelijk is. Initiatieven van leiders zoals Ursula von der Leyen laten zien dat Europa zich strategisch probeert te positioneren in een veranderende wereldorde. Echter, de interne verdeeldheid binnen de EU, met landen zoals Polen en Hongarije die sceptisch staan tegenover een grotere Europese defensiemacht, maakt dit een complexe uitdaging.
De invloed van deze ontwikkelingen reikt verder dan de directe oorlogssituatie. De machtsbalans tussen de VS en Europa verschuift. Terwijl Europa zich probeert te verenigen onder één veiligheidsstructuur, blijft Trump vasthouden aan een beleid waarin Amerika zich niet zomaar laat meeslepen in internationale conflicten. Zelensky probeerde dit te doorbreken door Trump publiekelijk onder druk te zetten, maar kreeg tegenstand van Trumps adviseurs en Republikeinse politici die de diplomatieke weg willen bewandelen.
Zelensky’s bezoek aan Washington was geen standaard diplomatiek overleg, maar een strategische zet om Amerika sterker aan Oekraïne te binden en Trumps toenadering tot Poetin te dwarsbomen. De situatie laat zien hoe de machtsdynamiek tussen Amerika, Europa en Rusland verschuift en hoe diplomatieke betrekkingen onder druk staan door bredere geopolitieke strategieën.
Trump’s reactie op Zelensky’s confrontatie was uiteindelijk een poging om de situatie beheersbaar te houden, maar de publieke perceptie van het gesprek toont aan hoe gespannen de verhoudingen zijn. De komende periode zal bepalend zijn voor de verdere koers van dit conflict en de positie van Amerika en Europa binnen deze crisis. De vraag blijft of Trump zijn diplomatieke koers richting Poetin kan volhouden, of dat hij uiteindelijk toch zal worden meegetrokken in het westerse kamp tegen Rusland. Tegelijkertijd dreigt Europa steeds verder verdeeld te raken over de vraag hoe het zich militair en strategisch moet positioneren in een wereldorde die snel verandert. De gevolgen van deze strategische zetten zullen de komende jaren zichtbaar worden in zowel de geopolitieke verhoudingen als de toekomstige machtsstructuren binnen het Westen.
Dit deel is via deze link terug te kijken (vanaf 54 minuten).
U heeft zojuist gelezen: “Wie zette de val voor wie?” Analyse ontmoeting Trump-Zelensky door Ad Verbrugge
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht “Wie zette de val voor wie?” Analyse ontmoeting Trump-Zelensky (Ad Verbrugge) verscheen eerst op Maurice de Hond.
De echte Corona-evaluatie: Meer dan 15.000 onnodige Coronadoden in 2020-2021
De uitgebreide onderbouwing van dit artikel treft u hier aan.
Onder ieder hoofdstuk treft u de link aan naar die specifieke onderbouwing
Bij de huidige evaluaties van de Coronaperiode wordt het belangrijkste punt genegeerd: tussen half 2020 en 2021 zijn er onnodig tienduizenden overlijdens geweest aan Covid-19.
Dit kwam doordat experts weigerden te erkennen hoe het virus zich werkelijk verspreidde.
Volgens hen ging het via grote druppels die binnen 1,5 meter op de grond vielen, waardoor afstand houden voldoende bescherming zou bieden. Maar in werkelijkheid werkte het anders, waardoor veel mensen, vooral in zorginstellingen, alsnog besmet raakten. Dit was extra schrijnend, omdat er al vanaf mei 2020 voldoende bewijs was om de verspreiding via aerosolen te erkennen en maatregelen daarop af te stemmen.
Tussen juni 2020 en eind 2021 stierven 25.000 mensen aan Covid-19 in Nederland. Een groot deel van deze sterfgevallen had voorkomen kunnen worden als experts niet vasthielden aan verouderde inzichten. Ondanks duidelijke signalen bleven beleidsmakers en wetenschappers ziende blind en horende doof.
Het lijkt contra-intuïtief, maar als iemand met Covid-19 jou in het gezicht hoest, loop je weinig risico op infectie. De werkelijke dreiging komt van aerosolen: microscopisch kleine virusdeeltjes die langdurig in de lucht zweven en ingeademd worden.
Virussen zoals influenza en corona behoren tot de categorie “vliegers” en verspreiden zich via de lucht. Hoe langer iemand in een ruimte met besmette aerosolen verblijft, hoe groter de kans op infectie. Dit risico is extra hoog bij een lage luchtvochtigheid, zoals in de winter, wanneer droge lucht de verspreiding van kleine deeltjes vergemakkelijkt.
Om besmetting te voorkomen, is het cruciaal om lucht te verversen, de luchtvochtigheid boven 45% te houden en de lucht te zuiveren. CO2-meters helpen daarbij door de hoeveelheid uitgeademde lucht in een ruimte te monitoren. Ondanks dit inzicht werd ventilatie lange tijd genegeerd als cruciale factor in de bestrijding van het virus.
Hier treft u het uitgebreide deel van dit hoofdstuk aan.
Bij de SARS-CoV-2-uitbraak was immuniteit afwezig, waardoor de verspreiding helder te analyseren was. Een opvallend voorbeeld hiervan waren de koorrepetities waar vrijwel alle zangers besmet raakten. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij een koor in Seattle in maart 2020, waar 53 van de 61 zangers na een repetitie van 2,5 uur geïnfecteerd waren, ondanks dat ze afstand hielden.
Dit wees erop dat het virus zich via aerosolen verspreidde en niet uitsluitend via grote druppels binnen 1,5 meter. Toch bleven de WHO en het RIVM vasthouden aan de afstandsregel, terwijl juist diep inademen in slecht geventileerde ruimtes een groot risico vormde.
Logische vragen bleven onbeantwoord: waarom zijn griep- en Covid-uitbraken in de winter erger? Waarom bleef India tot de moesson grotendeels gespaard? Waarom vonden massale besmettingen plaats in ruimtes waar mensen langdurig samen waren? De verspreiding werd verkeerd begrepen, met ernstige gevolgen.
Hier treft u het uitgebreide deel van dit hoofdstuk aan.
In februari 2020 vond een grote Corona-uitbraak plaats in Gangelt, waarna Prof. Streeck met zijn team een onderzoek uitvoerde onder ruim 900 inwoners. De resultaten, gepubliceerd in april 2020, leverden overtuigend bewijs dat Covid-19 zich via aerosolen verspreidde en niet primair via grote druppels.
De bevindingen waren veelzeggend: bij een carnavalsbijeenkomst raakte een groot deel van de aanwezigen besmet, terwijl besmettingen binnen huishoudens minder frequent voorkwamen. Bovendien hadden de mensen die tijdens het carnaval besmet raakten ernstigere symptomen dan degenen die door huisgenoten werden besmet. Extra onderzoek onder 450 aanwezigen toonde aan dat degenen die tijdens een pauze naar buiten waren gegaan, minder risico liepen op infectie. Dit bevestigde dat langdurige blootstelling aan besmette lucht een cruciale factor was.
Deze conclusies sloten naadloos aan bij eerdere dierproeven en epidemiologische studies. Ondanks de sterke wetenschappelijke onderbouwing werd dit onderzoek door media en experts genegeerd. De kennis had het beleid moeten veranderen, maar de gevestigde opvattingen bleven leidend.
Hier treft u het uitgebreide deel van dit hoofdstuk aan.
Eind mei 2020 stelde het OMT dat er geen bewijs was voor aerogene verspreiding van Covid-19. Hun argumenten berustten echter op verkeerde aannames en logische fouten.
Ten eerste beweerden ze dat influenza enkel via grote druppels werd overgedragen, terwijl studies al vóór 2020 aantoonden dat ook griep via aerosolen verspreid wordt. Ten tweede vergeleken ze Covid-19 met mazelen, een virus met een veel hogere reproductiefactor, zonder rekening te houden met de rol van superspreadevents. Covid-19 verspreidde zich juist door incidentele massabesmettingen, zoals in koren en kerken, terwijl huiselijke besmettingen beperkt bleven.
Daarnaast stelde het OMT dat de afname van besmettingen na de lockdown het bewijs was dat de 1,5 meter-regel effectief was. Maar bijeenkomsten, waar superspreading plaatsvond, waren juist verboden. Hun conclusie dat Covid-19 geen aerogene verspreiding kende, was gebaseerd op een drogreden, met desastreuze gevolgen.
Hier treft u het uitgebreide deel van dit hoofdstuk aan.
In juni 2020 stelde ik het “Deltaplan Ventilatie” voor, waarmee veilige binnenruimtes gecreëerd konden worden via gericht ventilatiebeleid en CO2-meters. Dit had lockdowns kunnen voorkomen. Het plan werd genegeerd en zelfs actief tegengewerkt door het RIVM en OMT.
Bij een grote uitbraak in een zorginstelling in Maassluis werd bewijs voor aerogene verspreiding onderdrukt. Zorgverleners werden onterecht beschuldigd van besmetting door kantinegedrag. Ook scholen kregen misleidende adviezen over ventilatie.
Pas in mei 2021 werd ventilatie erkend, maar zonder urgentie. In totaal stierven nog tienduizenden mensen. Met goed ventilatiebeleid hadden minstens 15.000 levens gered kunnen worden.
Hier treft u het uitgebreide deel van dit hoofdstuk aan.
Het argument dat men het “toen niet kon weten” houdt geen stand. Misschien gold dat voor de eerste helft van 2020, maar vanaf de zomer had alles duidelijk moeten zijn. Koppigheid en dogmatisch denken verhinderden effectieve maatregelen, met grote schade en veel onnodige sterfgevallen als gevolg.
Bij recente evaluaties ontbreekt deze cruciale component: hoe de wetenschap de samenleving in de steek liet en hoe kritische stemmen werden genegeerd of het zwijgen werd opgelegd. De media zwegen eveneens.
Men had het wel kunnen weten. Of beter gezegd: men had het moeten weten.
Hier treft u het uitgebreide deel van dit hoofdstuk aan.
U heeft zojuist gelezen: De echte Corona-evaluatie: Meer dan 15.000 onnodige Coronadoden in 2020-2021
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht De echte Corona-evaluatie: Meer dan 15.000 onnodige Coronadoden in 2020-2021 verscheen eerst op Maurice de Hond.
Onderbouwing: meer dan 15.000 onnodige Coronadoden in 2020-2021
Bij de “evaluaties” over de Corona-periode, die we nu in de media tegenkomen, wordt het belangrijkste punt niet besproken: namelijk dat er tussen half 2020 en eind 2021 heel veel onnodige overlijdensgevallen aan Covid-19 zijn geweest. Het zijn er meer dan 15.000 geweest!
En dat komt omdat de experts niet wilden onderkennen hoe het Coronavirus zich werkelijk verspreidde. Het zou volgens hen via grote druppels gaan en als je altijd 1,5 meter afstand hield, zou je niet besmet kunnen worden. Want die grote druppels vielen volgens Van Dissel c.s. binnen 1,5 meter op de grond. En dan was je dus veilig.
Maar zo vond en vindt die infectie niet plaats en daardoor zijn er heel veel mensen, en zeker ook kwetsbare mensen in zorginstellingen, wel geïnfecteerd geraakt, terwijl zij en hun omgeving dachten dat ze veilig waren.
En het erge is: dat kon men eigenlijk al vanaf het begin weten, maar in ieder geval vanaf mei 2020 met grote zekerheid.
Tussen juni 2020 en eind 2021 zijn er in Nederland 26.000 mensen aan Covid-19 overleden, voor een groot deel onnodig als de experts niet ziende blind waren en horende doof.
Laat ik maar beginnen met informatie die blijkbaar heel contra-intuïtief is, maar bewijsbaar juist:
Als iemand die Covid-19 heeft jou op korte afstand in je gezicht hoest dan heb je vrijwel geen risico om daardoor geïnfecteerd te raken.
Ik zal dat verderop stevig onderbouwen.
Vooraf is het goed om te beseffen dat er meerdere soorten virussen zijn: Prof. Bouma gaf in 2020 een goed overzicht daarvan:
Zowel het influenza- als coronavirus behoren tot de laatste categorie. Het virus wordt ingeademd en als er veel virussen de luchtwegen binnenkomen en dan diep de longen indringen dan neemt de kans sterk toe dat men geïnfecteerd wordt, dus het virus zich snel gaat vermenigvuldigen.
Deze “vliegende” virusdeeltjes zijn ontzettend klein (aerosolen, kleiner dan 0.5 micron) en kunnen onder de juiste omstandigheden heel lang in de lucht blijven zweven. Besef dat de wolken in de lucht bestaan uit hele kleine druppels van 20 tot 30 micron. Veel groter dan de aerosolen, maar die zweven dus ook.
Dat lang zweven van die aerosolen rondom ons heen hangt sterk samen met de hoeveelheid vocht in de lucht. Als die hoeveelheid vocht heel laag is (de absolute luchtvochtigheid) dan blijven de aerosolen lang zweven. Plus dat er, om de warmte binnen te houden, ook nog slecht wordt geventileerd. Dat zijn omstandigheden die in onze regio zo tussen november en maart vaak het geval zijn en dat is de periode waar er sprake is van griepgolven, die direct samenhangen met het klimaat.
Daarbij is het principe van de “virale doses” cruciaal. Namelijk hoeveel virusdeeltjes je inademt. Hoe meer het er zijn hoe groter de kans dat je echt een infectie krijgt. En of je ziek wordt, hangt natuurlijk ook mede af van de kracht van jouw immuniteitssysteem.
Als je hiervan uitgaat dan weet je ook hoe je kan zorgen dat mensen geen Covid-infectie krijgen. Men moet niet in de situatie komen, waarbij men langere tijd veel rondvliegende Coronavirussen inademt.
En dat doe je door:
Bij het analyseren van griep-uitbraken is het grote probleem dat een fors deel van de mensen al immuniteit heeft opgebouwd. Maar bij de SARS-CoV 2 uitbraak was dat niet of amper het geval. Dat gaf de ideale situatie om te zien hoe het patroon van besmettingen verliep. Op die manier kon je vanuit de data veel beter analyseren hoe infecties verlopen.
Het beste voorbeeld ervan is het verschijnsel van de grote uitbraken van Covid-19 na koorrepetities. Vanaf maart 2020 verschenen in de media verhalen van koorrepetities, die als gevolg hadden dat vrijwel alle zangers besmet waren geraakt. Daardoor was het goed herleidbaar dat het bij een koorrepetitie gebeurd moet zijn. (Vrijwel zeker is dat ook in het verleden het geval geweest met influenza, maar dan gebeurde het niet dat vrijwel alle aanwezigen influenza kregen en werd een koorrepetitie niet als bron onderkend).
Het bijzondere risico bij koorrepetities is ook dat de zangers heel diep inademen. Dus als er maar één zanger is die het virus in de lucht brengt dan komt dat virus diep in de longen terecht van de mede-koorleden. Daar zitten de longblaasjes (de alveoli, waar de uitwisseling plaats vindt van de zuurstof en de CO2).
De ‘shedder’ van het virus werkt overigens precies zo als een vernevelaar: druppeltjes lostrillen met geluid en onder druk door een smalle opening (de stemspleet) naar buiten persen.
Bij het beroemde koor uit Seattle waar de Los Angelos Times eind maart over schreef had begin maart 2020 een repetitie van 2,5 uur plaats gevonden en waren 53 van de 61 aanwezigen besmet geraakt. Besef dat de koorleden wel voorzieningen had getroffen en onderling afstand hield! En dat uit het latere onderzoek bleek dat er één persoon aanwezig was, die enkele dagen voor de koorrepetitie Covid-19 had gekregen.
Maar die 53 geïnfecteerde zangers moeten dus volgens de WHO besmet zijn geraakt omdat ze binnen 1,5 meter waren gekomen van die ene persoon die geïnfecteerd was geraakt. Zie maar wat WHO op 28 maart 2020 plaatste:
En dit is ook de lijn die het RIVM/OMT heel lang aanhield! Want volgens Van Dissel c.s. moeten die koorleden geïnfecteerd zijn geraakt omdat ze wel binnen 1.5 meter van die ene geïnfecteerde hadden gestaan.
Deze opstelling van de medische experts (WHO, RIVM en OMT) heeft velen onnodig de dood in gejaagd!!!
Denk even logisch na:
Ook dat zijn sterke aanwijzingen dat het virus door de lucht gaat en het 1,5 meter afstand houden geen bescherming bood tegen geïnfecteerd raken.
In de tweede helft van februari 2020 was er een grote Covid-19 uitbraak in Gangelt, vlak over de grens bij Sittard. Die leidde zelfs tot een lokale lockdown eind februari. Kort erna kwam Prof. Streeck met zijn mensen onderzoek doen onder een steekproef van de inwoners van de gemeente. Ruim 900 mensen zijn ondervraagd en ook via bloedmonsters getest op een Covid-19 besmetting.
Zijn onderzoek kwam in april 2020 uit en de resultaten waren het ultieme bewijs dat de Covid-19 besmettingen verliepen op de wijze zoals ik hierboven heb beschreven.
Om de impact van die onderzoeksresultaten goed te kunnen beseffen moet u eerst even nadenken wat u zou moeten verwachten als de besmettingen vooral via grote druppels geschieden en wat zou u kunnen verwachten als de besmettingen ontstaan door het langdurig inademen van het virus. Welke verschillen zou je dan verwachten door besmettingen opgelopen tijdens een bijeenkomst met 450 mensen en bij huisgenoten van mensen die Covid-19 hadden?
En wat lieten de onderzoeksresulaten van Prof. Streeck in Gangelt zien?
Deze twee bevindingen samen zijn een harde ondersteuning dat het virus zich door de lucht verspreidt en dat de duur van het inademen bepalend is of men geïnfecteerd raakt en hoe ziek men ervan wordt.
(Bij een aanvullend onderzoek onder de 450 aanwezigen van het carnavalfeest van 5 uur, bleek dat degenen die halverwege, tijdens een grote pauze van één uur, naar buiten waren gegaan, een minder groot risico hadden om geïnfecteerd te raken. Dit waren de cijfers uit het rapport: Onder degenen die tijdens de grote pauze naar buiten waren gegaan waren 114 niet besmet en 72 wel. Van degenen die binnen bleven werd 73 niet besmet en 85 wel. )
Maar dit eerste onderzoek, waar ik vanaf april 2020 al veel aandacht aan heb geschonken, werd door de media en deskundigen volledig genegeerd.
Terwijl deze resultaten wel in lijn waren met diverse dierproeven die al jaren daarvoor zijn uitgevoerd. Namelijk dat dieren door het langdurig inademen van het (influenza-)virus wel ziek werden en van het in hun neus ingespoten krijgen van dat virus niet. Ook had men bij proeven vastgesteld dat proefdieren die in hokken werden gehouden op afstand van meer dan 1 meter van elkaar, wel geïnfecteerd raakten bij lage luchtvochtigheid en niet bij hoge luchtvochtigheid.
Ik heb hier vele artikelen aan gewijd, en dit zijn een aantal links naar die artikelen waar u de beschrijving van deze onderzoeken tegenkomt en ook links naar die onderzoeken.
Maar de “experts” waren dogmatisch en bleven ziende blind en horende doof.
Het OMT heeft nog eind mei 2020 in hun advies uitgelegd waarom er geen sprake van was dat het virus door de lucht ging.
Ik citeer letterlijk uit het OMT-advies van 25 mei 2020. (De nummers erachter verwijzen naar mijn reactie eronder).
“Een aerosol: een wolk van grote en kleine druppels en druppelkernen
Bij spreken, hoesten en niezen worden aerosolen gevormd, d.i. een wolk van grote en kleine druppels en druppelkernen. Bij zingen en bij schreeuwen is de verhouding grote en kleine druppeltjes anders dan bij spreken. Ook temperatuur en luchtvochtigheid beïnvloeden de samenstelling van de wolk druppels. Grote en fijne, kleine druppels in een aerosol, vormen een continuum, maar wat betreft de verspreiding van virussen (druppels vs. aerogeen) is het onderscheid belangrijk,
Grote druppels kunnen infectieus virus bevatten en reiken tot circa 1.5 meter. Aerogene verspreiding betreft overdracht via fijne, kleine druppels en druppelkernen, die lang in de lucht blijven zweven en veel verder komen dan grote druppels. Maar de vraag is of en hoe lang deze kleine druppels infectieus SARS-CoV-2 bevatten. Er zijn verschillende argumenten dat fijne kleine druppeltjes slechts een beperkte rol spelen in de COVID-19 uitbraak:
Allereerst, het basis reproductiegetal van SARS-CoV-2 bedraagt circa 2.2. tot 2.8. Dit is ongeveer gelijk aan dat van andere luchtweginfecties, zoals influenza dat eveneens door grote druppels overgedragen wordt (1).
Virusziekten zoals mazelen, die aerogeen via fijne, kleine druppels verspreid worden, hebben karakteristiek een veel hoger reproductiegetal, tussen de 12 en 20 (2).
Ten tweede, de genomen maatregelen zijn gericht op het vermijden van virusoverdracht door grote druppels, en de maatregelen hebben effect. Als coronavirus aerogeen verspreid zou worden, dan hadden de 1,5 meter afstandsmaatregelen geen effect gehad. (3).
Deze informatie uit het OMT-rapport, was met de kennis die men in mei 2020 had kunnen hebben niet wetenschappelijk, en op het gebied van logica rammelde het aan alle kanten:
Ook t.a.v. influenza zijn er diverse studies en auteurs die wijzen op de verspreiding van het virus via de lucht. Een klassiek geval uit 1977 is dat van een vliegtuig dat 5 uur op een landingsbaan stond zonder luchtverversing. 38 van de 52 passagiers kregen griepachtige verschijnselen nadien.
Er zijn ook andere studies van vóór 2020 die wijzen op de aerogene verspreiding van influenza.
Dit staat bijvoorbeeld in een studie uit 2013.
Conclusie: Het argument van het OMT dat influenza ook (alleen) via grote druppels wordt overgedragen is niet via onderzoek onderbouwd en is slechts een aanname en ook onjuist.
Mazelen wordt via de lucht verspreid en heeft een hoge reproductiefactor. Dit argument, dat ook vaak wordt gebezigd (o.a. door Maarten Keulemans), houdt dus blijkbaar in dat alleen via de lucht grote aantallen mensen tegelijk besmet kunnen worden. Het is inderdaad uiterst onwaarschijnlijk dat via direct contact met een besmet persoon tientallen personen worden besmet.
Waar bij deze redenering echter aan voorbij wordt gegaan is dat de R0 waarde een gemiddelde is van de verspreiding van een virus. Een reproductiefactor van 2 betekent niet dat ieder besmet persoon 2 andere personen besmet. Het kan theoretisch ook zijn dat van de 100 personen 99 niemand besmet en 1 besmet er 200.
Dat wordt in de epidemiologie aangeduid met de dispersiefactor. Bij een waarde 1 besmet iedere besmette persoon inderdaad 2 andere personen. Maar bij een waarde dicht bij 0 is die verhouding heel scheef (bij voorbeeld 10% van de besmette personen is verantwoordelijk voor 80% van alle andere besmettingen.
En dat is nu precies wat er bij Covid-19 is gebeurd. Superspreadevents waar in één klap veel mensen zijn besmet en vervolgens werden in de thuissituatie gemiddeld minder dan 1 andere besmet (zoals het onderzoek in Gangelt ook liet zien).
In ieder geval zijn er vele voorbeelden van bijeenkomsten in de eerste helft van 2020 waar in één klap veel mensen zijn besmet (superspreadevents):
In deze recente studie staat trouwens o.a. dat SARS-COV-1 in 2003 vooral via de lucht ging. Waarom zou het dan bij SARS-CoV-2 vrijwel zeker niet het geval zijn?
Maar eigenlijk bewijst het OMT dit zelf ook in hun reactie al t.a.v. COVID-19, zonder dat ze dit blijkbaar door hebben: het OMT stelt via het voorbeeld van de mazelen dat hoge aantallen besmette personen alleen maar kunnen geschieden via een besmetting via de lucht (en dus ook op grotere afstand dan 1,5 meter).
Alleen al de bovenstaande voorbeelden (en er zijn veel meer) kunnen volgens dezelfde argumentatie van het OMT dus ALLEEN maar wijzen op besmetting via de lucht.
Juist doordat mazelen als voorbeeld wordt gezien van het besmetten via de lucht, omdat er dan zoveel mensen tegelijk worden besmet, bewijzen de superspreadevents bij COVID-19 met hoge aantallen besmette personen wel degelijk op besmetting via een aerogene weg.
Dat na de lockdown het aantal besmettingen aanzienlijk is afgenomen wordt door het OMT toegeschreven aan de maatregelen van 1,5 meter afstand houden, staat er vermeld. En dat is vervolgens het bewijs dat er geen aerogene verspreiding plaats vindt, volgens het OMT
Het is moeilijk aan te geven hoeveel zaken fout zijn bij deze manier van redeneren. Maar het typeert eigenlijk de wijze waarop het RIVM en OMT hebben gefunctioneerd. Logica werd overboord gegooid.
Want door de maatregelen van de lockdown zijn namelijk ook bijeenkomsten met (grote) groepen mensen verboden. Dus de kans dat er besmettingen tijdens superspreadevents plaats vonden tijdens de lockdown periode was vrijwel nihil.
Er is geen enkel bewijs van in welke mate ieder van de genomen maatregelen afzonderlijk van elkaar hebben gezorgd voor de verlaging van het aantal besmettingen. Dus de slotconclusie: “Als coronavirus aerogeen verspreid zou worden, dan hadden de 1,5 meter afstandsmaatregelen geen effect gehad” is een redeneerfout van de hoogste categorie.
(Daarbij werd de daling van half april 2020 en later ook in de hand gewerkt doordat het lente was geworden, dus het seizoen met de lage luchtvochtigheid was voorbij).
Conclusie: Dit is een drogreden van de categorie Non Sequitur (het volgt er niet uit). Met behulp van een kanjer van een redeneerfout wordt een conclusie getrokken.
In juni 2020 stelde ik het “Deltaplan Ventilatie” voor. Ik gaf aan dat als in het najaar Covid-19 weer zou opkomen dat een gericht ventilatiebeleid (met CO2-meters) in ruimtes ervoor kon zorgen dat er “veilige” ruimtes waren, waar de normale activiteiten gewoon in door zouden kunnen gaan. In plaats van lockdowns waarbij alle gemeenschappelijke ruimtes gesloten werden.
Naast de financiële steun van de regering zou er een incentive zijn voor de beheerders van die ruimtes om die veilig te maken. En zouden veel activiteiten door kunnen gaan in plaats van weer maanden een lockdown te moeten ervaren.
Niet alleen werd dat voorstel genegeerd, maar ook heeft het RIVM/Van Dissel/het OMT pogingen om wel iets aan ventilatie te doen gefrustreerd. Zo was er in september 2020 een plan van het Ministerie van Onderwijs om te zorgen dat er een vebetering van de ventilatie zou komen op scholen (inclusief een groot bedrag om dat te realiseren), maar in de begeleidende brief naar de schoolbesturen werd door het RIVM toegevoegd dat er niet aangetoond was dat het zou werken tegen Covid-19. Dit was de letterlijke tekst die schoolbesturen rond stuurden:
Het RIVM laat ons weten dat het onduidelijk is of verspreiding via aerosolen een relevante rol speelt bij de verspreiding van het Coronavirus. Er is geen onderzoek waaruit dit blijkt. En dus heeft het RIVM onvoldoende aanwijzingen om nu aanvullende maatregelen te adviseren ter voorkoming van aerogene transmissie.
Iets vergelijkbaars gebeurde er met een grote uitbraak eind juni 2020 in een zorginstelling in Maassluis. Dat gebeurde in een net vernieuwde vleugel waar de luchtverzorging plaatsvond via het hercirculeren van de lucht (om de warmte te houden). Een microbioloog van een ziekenhuis in Rotterdam had het virus gevonden in het ventilatiesysteem, maar dat moest doodgezwegen worden. Die is nog in augustus bij OP1 gekomen om dat te vertellen. Ik heb er veel over geschreven (zoek maar op Maassluis). In dit artikel staat het chronologisch beschreven “Kroniek van een aangekondigde doofpot”.
De uitbraak kon alleen maar zijn ontstaan via dat circulatiesysteem en via aerosolen. Maar dat mocht niet zo zijn en er werd gezegd dat het personeel, dat ook massaal geinfecteerd was, het was overkomen omdat ze in de kantine geen mondkapjes droegen. Dat in de zomertijd ook een groot aantal zorgverleners besmet was geraakt kan alleen maar gebeurd zijn omdat zij heel lang werkten in een omgeving met veel virus in de lucht. Maar dat mocht niet zo zijn, want dan had het OMT het mis gehad met hun 1,5 meter advies.
Als klap op de vuurpijl meldde minister Slob ook nog in augustus 2020 (en dat had hij tijdens een kabinetsessie van Marion Koopmans vernomen) dat er geen sprake was van infecties via de lucht.
Bij de persconferenties stonden er steeds 3 bordjes met de maatregelen die men moest nemen. Premier Rutte zei met regelmaat dat we alleen tot 3 hoefden te tellen om ons te beschermen tegen Covid-19:
In mei 2021 kwam er een bordje ventilatie bij, maar hoe Van Dissel en het RIVM daarmee omgingen gaf niet het gevoel dat men dit heel belangrijk vond. Lees dit artikel hierover.
En het sterven ging door: Tijdens de herfst-winter 2020-2021 met meer dan 15.000 Covid-sterfgevallen en de tweede helft 2021 met 11.000 sterfgevallen.
Als het deltaplan ventilatie wel met volle kracht was ingezet dan schat ik dat er minstens 15.000 minder sterfgevallen waren geweest. Nog los van het voorkomen van de vele schades die we hebben opgelopen door de lange lockdowns (inclusief een avondklok!). Die 15.000 is gebaseerd op het feit dat uit studies bleken dat 20% van de geïnfecteerden zorgden (via superspreadevents) voor 80% van de infecties. Die hadden voorkomen kunnen worden als men ruimtes veilig hadden gemaakt…… (dit is een studie uit HongKong in 2020).
In deze documentaire “Dood door Schuld” van Frank de Rooy, is dit onderwerp ook uitgebreid aan de orde gekomen.
Het argument dat men het toen toch niet kon weten (en dat we vaak horen) wordt gelogenstraft door de opsomming in dit artikel. De overlijdensgevallen in de eerste helft van 2020 zou op die manier nog vergoeilijkt kunnen worden. Maar vanaf de zomer 2020 had alles duidelijk moeten zijn als men niet zo koppig, dogmatisch en onwetenschappelijk bezig was geweest. Het had veel overlijdens en schade gescheeld.
Ook bij de – beperkte – evaluaties die we de afgelopen dagen hebben gehoord, is deze component van de onnodige sterfte en de verkeerde maatregelen niet aan de orde geweest. Terwijl het eigenlijk het hoofdpunt van alles zou moeten zijn. De wijze waarop de wetenschap, de samenleving in de steek heeft gelaten. En hoe de rest van de wetenschappelijke gemeenschap, voor zover ze anders dachten en wisten, zijn mond hield.
Om over de media t.a.v. dit onderwerp niet te spreken.
Men had het wel kunnen weten. Of nog beter gezegd: men had het wel moeten weten.
En omdat men het niet wilde weten zijn er dus meer dan 15.000 Nederlanders onnodig gestorven.
Dit artikel zal – in een aangepaste vorm – ook deel uitmaken van het Zwartboek Wetenschap in Coronatijd.
U heeft zojuist gelezen: Onderbouwing: meer dan 15.000 onnodige Coronadoden in 2020-2021
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Onderbouwing: meer dan 15.000 onnodige Coronadoden in 2020-2021 verscheen eerst op Maurice de Hond.
Het grote gevaar van eenzijdige informatiestromen in een gevaarlijker wereld
Als nieuwsjunkie nam ik al van jongs af aan alle nieuws tot me. Kranten, tijdschriften, radio, TV, ik volgde bijna alles. Juist omdat ik zoveel bronnen tot me nam en heel nieuwsgierig van aard ben, kreeg ik een goed beeld van hoe op belangrijke onderwerpen opvattingen verschilden. Maar ik besefte ook al snel dat vaak zaken, die als feiten werden gepresenteerd, een nogal eenzijdige interpretatie waren in het verlengde van de eigen opvattingen.
Toen internet opkwam, en zeker ook via de zoekmachines, kreeg ik er nieuwe mogelijkheden bij om informatie op te zoeken en ook standpunten te vernemen van degenen die geen toegang hadden tot de massamedia. Met regelmaat merkte ik dat iets wat ik op die manier voor het eerst gehoord/gezien had, later toch ook doorbrak in de massamedia. En niet zo absurd was als het in eerste instantie leek.
Maar tijdens de Coronaperiode veranderde dit ingrijpend. (Of merkte ik voor het eerst dat het ingrijpend anders zat dan ik dacht).
Tijdens de Coronaperiode was er over vrijwel ieder onderwerp slechts ruimte voor één verhaal: Hoe het virus zich verspreidde, het gevaar van de ziekte, waar het virus vandaan kwam, het effect van de maatregelen, de bescherming en de risico’s van de vaccinatie, de oorzaken van de oversterfte. In de traditionele media hoorde je eigenlijk maar één versie. Voor goed onderbouwde andere insteken en bewijsvoering was amper ruimte.
Ik heb het aan den lijve ondervonden. Ik kreeg amper ruimte om te laten zien, dat het virus zich door de lucht verspreidde. Dat kwetsbare mensen op verschillende pleken wel risico’s liepen, ondanks dat ze trouw op 1,5 meter van anderen bleven. Alleen buiten de traditionele media kreeg ik wel de ruimte om die versie te laten zien en onderbouwen. Maar ook had mijn opstelling als gevolg dat ik gecancelled werd. Alleen toen ik de eerste was die op 18 november vaststelde dat de PVV een snelle spurt naar boven maakte, mocht ik weer – even – langskomen.
Hoe groot de impact hiervan is was goed te horen tijdens het oversterfte-debat op 20 februari jl. in de Tweede Kamer, waarbij staatssecretaris Karremans een hoop onzin verkocht. Maar geen van de traditionele media pikt dat op, omdat die hoop onzin hetzij ook in die media had gestaan of door wetenschappelijke experts naar buiten was gebracht zonder een kritische benadering vanuit die media.
Helaas zien we dat op vrijwel alle belangrijke recente dossiers dezelfde aanpak wordt gevolgd: klimaat, stikstof, migratie, Oekraïne en Trump. Of ik nu een krant lees of naar de NPO nieuwsprogramma’s kijk, ik hoor één verhaal met slechts beperkte onderlinge afwijkingen. Heel af en toe hoor je een echt tegengeluid, maar dat wordt vaak ter plekke door andere deskundigen die aanwezig zijn geneutraliseerd.
Daarbij is er nog een zeer verontrustende trend. Werd in het verleden de beoordeling van ontwikkelingen los gegeven van de feiten, nu is het oordeel leidend bij het verstrekken van de informatie.
Rondom de historische ontwikkelingen die sinds eind januari zich aan het voltrekken zijn door de machtswisseling in de VS, is dat heel goed merkbaar en met enorme gevolgen.
Wat zich na het aantreden van Trump aan het voltrekken is, kan historisch genoemd worden. En de rol die Elon Musk erbij speelt, is daarbij groot.
Ik volg die Amerikaanse ontwikkelingen heel intensief, ook trouwens de lange aanloop ernaar toe. Daarbij maak ik gebruik van een scala aan bronnen. In de VS zijn die er wel. Enerzijds omdat de traditionele media daar geen uniform beeld geven (door de tegenstellingen tussen de Republikeinen en Democraten). Anderzijds omdat er een groot aantal alternatieve media zijn waartussen zich ook interessante experts bevinden die hun interpretatie van de gebeurtenissen geven.
Ja, daarbij zit veel kaf tussen het koren maar ik ben, door mijn jarenlange ervaring, heel goed in staat om het kaf van het koren te scheiden.
Er wordt door Trump en Musk op een heel onorthodoxe manier opgetreden. Daarbij worden er nogal wat conventies aan de kant gegooid en (ongeschreven) regels verbroken. Om doelen te bereiken wordt er gewerkt met een shock-effect. Vaak niet omdat men precies dat wil bereiken, maar omdat het een soort van openingsbod is om de gewenste verandering te bereiken.
Daarbij loopt men zeker het gevaar dat het kind met het badwater weg wordt gegooid.
Maar het Nederlandse publiek krijgt daarover een zeer eenzijdig beeld, nog overgoten met een negatief oordeel over de personen. Alsof het halve gekken zijn, die krankzinnig zijn geworden en alles kapot aan het maken zijn.
Plus dat je ook merkt dat veel Europese politici, media en de deskundigen, die in de media verschijnen, compleet in verwarring lijken te zijn, en krampachtig bezig zijn zich vast te houden aan oude pijlers die aan het instorten zijn. Daarbij laten ze ook zien dat ze weinig kennis hebben van datgene wat je wel zou hebben, als je de ontwikkelingen hebt gevolgd in die media, die ik wel gevolgd heb.
Ik raad iedereen aan om de visie van Leon de Winter te lezen over de insteek van Trump wat betreft zijn aanpak met Rusland en Oekraïne. Ik weet niet of zijn interpretatie de juiste is, maar het is wel belangrijk om er kennis van te nemen en het scherpt de geest.
Als ik zie hoe we in Nederland al jarenlang bezig zijn met het “oplossen” van de toeslagenaffaire of de schade aan de huizen in Groningen dan denk ik dat een “Musk-achtige aanpak” voor alle betrokkenen uiterst welkom zou zijn. En de kosten zullen per saldo voor de samenleving (een stuk) kleiner zijn.
We leven in een snel veranderende wereld – en dan hebben we het effect van AI nog niet eens op volle kracht ervaren. Door de wijze waarop we onze samenleving in Nederland en Europa hebben georganiseerd kunnen we niet snel veranderen. We zitten als het ware vast in een spinnenweb en hoe meer we bewegen hoe vaster we komen te zitten.
Of we het willen of niet, er zullen zich grote veranderingen voltrekken. Die maar deels worden veroorzaakt door wat Trump en Musk aan het doen zijn. Het zal ook van binnen Europa komen, waar er in de meeste landen sprake is van een forse polarisatie binnen de bevolking, waar in sommige landen wel de grote populistische partijen in de regering zitten en in andere landen niet. Dat met die landen samen een duidelijke Europese lijn getrokken kan worden is ondenkbaar, hoe flink men ook in Brussel doet.
Juist in een periode met grote ingrijpende veranderingen is een brede, veelzijdige en onafhankelijke informatievoorziening cruciaal. Dat die nu niet plaats vindt, zal tot gevolg hebben dat er niet adequaat zal opgetreden worden en dat we blijven hangen in diskwalificaties van degenen die leidend zijn bij veel van de veranderingen die zich voltrekken. Met grote negatieve gevolgen….
U heeft zojuist gelezen: Het grote gevaar van de eenzijdige informatiestromen in een gevaarlijker wereld
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Het grote gevaar van eenzijdige informatiestromen in een gevaarlijker wereld verscheen eerst op Maurice de Hond.
Vaccinatie en oversterfte: Wat zijn de werkelijke risico’s?
De overheid blijft de mRNA vaccins promoten alsof ze volstrekt zonder risico zijn. Het definitieve woord is daarover zeker niet gesproken. We kunnen juridisch niet meer dan een onder- en bovengrens aangeven. Vandaag laten we u de eigen keuze maken. U mag zelf kiezen of u zich de volgende keer laat vaccineren. Accepteert u het risico dat covid-19 uw doodsoorzaak zou kunnen worden en neemt het risico te overlijden door vaccinatie op de koop toe, of vindt u het overlijdensrisico vanwege vaccinatie te groot. Aan u om een eigen keuze te maken.
Als u een weloverwogen keuze wilt maken, dan moet u de risico’s kennen. Het risico op overlijden aan covid-19 tegenover het risico te overlijden aan vaccinatie. Het overlijdensrisico vanwege covid-19 is redelijk goed in beeld. Het bepalen van het overlijdensrisico door vaccinatie is helemaal afhankelijk van wie het antwoord mag geven, daar zult u dus zelf een keuze in moeten maken, maar wij zullen u gaan helpen.
Eerst het risico te overlijden aan covid-19.
Voor het bepalen van het overlijdensrisico zijn verschillende rekenmethoden, maar wij gaan gewoon tellen en dan met name op basis van leeftijd. Want als u straks advies gaat krijgen, hoort daar natuurlijk uw leeftijd bij. Afgelopen week lieten wij al een grafiek zien met de extra kans te overlijden voor de jaren 2020, 2021 en 2022, afhankelijk van uw leeftijd:
We kijken met name naar de blauwe lijn voor 2020, want die heeft uitsluitend betrekking op de extra sterfte die te verklaren is door een besmetting met corona (de jaren vanaf 2021 bevatten ook de “onverklaarde oversterfte”). We zien bijvoorbeeld dat onder de 70 jaar het extra risico minder was dan 0,1% om in 2020 aan covid-19 te overlijden. Onder de 60 jaar zelfs minder dan 0,01%.
In 2021 was voor vrijwel iedereen onder de 78 jaar het risico hoger dan in 2020 (alle oorzaken bij elkaar!). Of vaccinatie daarvan mede de oorzaak was, laten we even in het midden. We gaan kijken of in 2020 deze sterfte minder zou zijn geweest als het vaccin er eind 2019 al was geweest en iedereen dus de gelegenheid zou hebben gehad om zich tegen covid-19 te vaccineren. Een ideaal vaccin zou dan 100% sterfte aan covid-19 in 2020 hebben voorkomen.
Maar we gaan eerst naar de risico’s kijken, die het vaccin mogelijk met zich meebrengt. Elk medicijn voor wat dan ook brengt risico’s met zich mee. Uiteraard heeft de farmacie onderzoek gedaan naar de risico’s van dit mRNA vaccin, maar achteraf gezien moeten er grote vraagtekens gezet worden bij de juistheid van de bevindingen. Daar gaan we het nu ook niet over hebben, we laten aan u de keuze in hoeverre u deze uitkomsten vertrouwt en daarmee uw keuze voor overlijdensrisico bepaalt.
We beperken ons vandaag tot een optimistische, een pessimistische en een realistische inschatting.
Als we uitgaan van een onverklaarde oversterfte sinds 2021 van 45.000 op 15.000.000 gevaccineerden, dan lijkt het risico dus niet groter te kunnen zijn dan 1:300 per gevaccineerde. Meer zal het nooit kunnen zijn, dat is dus de pessimistische schatting.
De overheid claimt dat de overlijdenskans vrijwel nul is, het vaccin is immers veilig en effectief. Als dat uw inschatting ook is, dan was u niet begonnen aan het lezen van dit artikel. Maar laten we toch hiervoor een kans van 1:10.000 invullen, erg optimistisch dus.
Een realistische inschatting lijkt een kans van 1:1500. Dit getal kwam uit verschillende analyses van onszelf en ook komen we vergelijkbare getallen tegen in publicaties. Het is helemaal aan u welke waarde u hieraan toekent.
Dat is een lastige. Voor ons eigen gemak en om de berekeningen niet te ingewikkeld te maken, gaan we er van uit dat de vaccins een volledige bescherming tegen overlijden aan covid-19 hebben geboden. We weten dat het niet waar is en elke waarde tussen 100% en -25% (negatief!) zou kunnen hebben. Daar gaan we het ook niet over hebben, we nemen optimistisch aan dat het 100% is en corrigeer zelf tot wat u vermoedt dat het zou moeten zijn.
We gaan uit van de vorige grafiek en gebruiken de sterftekansen voor 2020 als basis. In 2021 was de sterfte aan covid nog maar 20% van 2020 en in 2022 was die kans nog weer kleiner. Die staan als streepjes- en stippellijn aangeven.
We beginnen met 2020. Als we dus al in 2019 zouden zijn begonnen met vaccineren met een 100% werkend vaccin, dan zou de blauwe lijn volledig zijn verdwenen. Daarvoor in de plaats komt dan de rode lijn, de door uzelf gekozen sterftekans. De pessimistische bovenaan, daaronder wat wij denken dat het zou zijn en daar weer onder de heel optimistische. Kiest u maar. Daar waar de blauwe lijn boven de rode uit komt, biedt het vaccin meer bescherming dan er risico op overlijden is. Pessimistisch is dat dus pas bij 80 jaar.
Realistisch zou zijn boven de 67 jaar en zeer optimistisch boven de 61 jaar. Maar dat was hypothetisch voor het eerste coronajaar, er was nog geen vaccin!
Dit was voor het geval we eind 2019 al zouden zijn begonnen met vaccineren. Maar we begonnen pas in 2021, met een inmiddels fors gedaald risico om nog aan covid-19 te overlijden. Nog maar 20% overlijdens aan covid-19 te verwachten in 2021, dus het voordeel van vaccinatie is geslonken. We lezen nu bij de streepjeslijn als leeftijdsgrenzen af 92, 80 en 72 jaar. Dus toen we in 2021 begonnen met vaccineren, zou het in het meest optimistische scenario en onder de aanname dat het vaccin voor 100% bescherming zou bieden, alleen geschikt voor mensen boven de 72 jaar. Als we uitgaan van een bescherming van 25%, dan kunnen we bij de lijn voor 2022 aflezen. Dan is er realistisch alleen een voordeel voor 90-jarigen
Blijft staan dat als we realistisch gaan kijken (dat blijft ieders keuze) dat als we het voor 2021 opnieuw zouden kunnen gaan overwegen, we het pas zouden gaan doen voor mensen boven de 80 jaar. Nog steeds onder de aanname van een 100% bescherming die er niet was!
Overigens, er zijn geluiden die beweren dat de daling van corona in 2021 toe te schrijven was aan de vaccins. Dat zijn dus de mensen die hier een correlatie zien tussen vaccinatie en sterfte aan corona. Een causaliteit die algemeen betwist wordt. Dezelfde mensen die de sterke correlatie tussen vaccinatie en oversterfte afwijzen. Maar ook hier is het uw eigen keuze om dit diepgewortelde geloof van de overheid mee te nemen in uw keuze.
Vanaf 2022 is er wel de keuze om het vaccin wel of niet te nemen. Het wordt nog wel sterk aangeraden door de overheid, ondersteund door vrijwel alle huisartsen, maar hoe realistisch is dat? We zien in de grafiek dat alleen onder meest optimistische aanname de vaccinaties boven de 77 jaar zijn aan te raden. Nog steeds onder de aanname dat de vaccins 100% effectief zijn en een optimistisch risico hebben van slechts 1:10.000. We hebben sterke aanwijzingen dat het risico eerder in de buurt van de 1:250 zit voor de ouderen. Kiest u vooral zelf uw eigen risico!
Ons werd in 2021 niet de keuze gegeven om ons wel of niet te laten vaccineren. Je was asociaal als je het niet deed. Een wappie. Toegegeven, we wisten nog niet alles over corona en de vaccins. Maar zelfs als we in dit voorbeeld aannemen dat het vaccin superieur is, komen we in 2021 nog niet tot een aanbeveling voor mensen onder de 65 jaar. Met de opgedane ervaring in 2021 en rekening houdend met de mogelijkheid dat het vaccin niet helemaal volgens verwachting presteert, is in 2022 vaccineren onder de 90 jaar al een hachelijke zaak. De overheid daarentegen adviseerde de vaccins zelfs voor kinderen….
Maar we kregen deze cijfers niet onder ogen en langs officiële wegen krijgen we het nog steeds niet. Wij mochten en konden niet kiezen.
Vaccinatie en Oversterfte: Wat Zijn de Werkelijke Risico’s?Sterker nog, staatssecretaris Karremans houdt nog steeds vol dat vaccinatie uiterst succesvol is geweest. Door gebrek aan transparantie daalt nu het vertrouwen in zowel de overheid als de wetenschap snel, helaas…. Het aanzien van belanghebbenden mag wat kosten!
U heeft zojuist gelezen: Vaccinatie en oversterfte: Wat zijn de werkelijke risico’s?
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Vaccinatie en oversterfte: Wat zijn de werkelijke risico’s? verscheen eerst op Maurice de Hond.
Oordeel over het kabinet steeds negatiever
Het aandeel kiezers dat positief is over het kabinet is verder gedaald. Dat heeft met name voor de PVV gevolgen voor de zetelverdeling. Na het uitkomen van het regeerprogramma op 13 september 2024 was 42% positief over de regering. Dat is nu gedaald naar 23%, een afname van 5% t.o.v. de vorige maand. Alleen de huidige kiezers van PVV en BBB zijn nog in meerderheid positief. Bij de huidige kiezers van VVD en NSC is dat percentage sinds september 2024 gehalveerd en schommelt nu rond de 30%.
In die 5 maanden zien we ook bij drie van de vier coalitiepartijen een duidelijke daling van het aantal zetels in onze zetelpeiling. In totaal zijn er 12 van de 72 zetels afgegaan die de coalitie toen nog had.
Aan de hand van de volgende cijfers kan goed getoond worden welke impact het oordeel over de regering heeft op de partijkeuze.
Bij de BBB is het patroon van de cijfers vergelijkbaar, maar op een wat lager niveau: resp. 75%, 45% en 35%.
Ten slotte zien we dat 60% van de kiezers denkt dat het kabinet dit jaar valt.
De verslaggeving van deze peiling over actuele onderwerpen, zoals Oekraïne, immigratiemaatregelen en stikstofproblematiek treft u hier aan.
U heeft zojuist gelezen: Oordeel over het kabinet steeds negatiever.
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Oordeel over het kabinet steeds negatiever verscheen eerst op Maurice de Hond.
Sterke polarisatie bij Oekraïne, migratie en stikstofnormen
Over de recente ontwikkelingen rondom Oekraïne zijn er een aantal stellingen aan de kiezers voorgelegd. Dit zijn de resultaten:
Hoe er op het advies van de Raad van State over de voorgenomen migratie-wetgeving gereageerd moet worden, verschilt ook aanzienlijk naar politieke voorkeur.
47% van de Nederlanders vindt dat het advies van de Raad van State over de voorgenomen wetgeving over migratie niet genegeerd kan worden, 39% vindt dat niet.
Ook hier zien we hetzelfde patroon naar politieke voorkeur als bij de eerste twee stellingen over de oorlog in Oekraïne. De sterke polarisatie over ook dit onderwerp is daarbij goed te zien met GroenLinks/PvdA, D66 en PvdD aan de ene kant en BBB, PVV en FVD aan de andere kant.
VVD-kiezers nemen op dit punt een middenpositie in.
Er is een duidelijke meerderheid van de kiezers, die vinden dat de stikstofnormen aanzienlijk moeten worden verruimd. Bij dit onderwerp zien we de polarisatie, die we bij de vorige stellingen zagen in nog sterkere mate terug. De kiezers van GroenLinks/PvdA, D66 en PvdD zijn voor 82% tegen het verruimen, kiezers van PVV, BBB en FVD zijn in nog grotere mate voor.
Maar bij deze stelling zien we wel dat kiezers van VVD, CDA en NSC duidelijk voor zijn, waardoor er een duidelijke meerderheid onder de Nederlandse kiezers is om de stikstofnormen te verhogen.
U heeft zojuist gelezen: Sterke polarisatie bij Oekraïne, migratie en stikstofnormen
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Sterke polarisatie bij Oekraïne, migratie en stikstofnormen verscheen eerst op Maurice de Hond.
Het Zwartboek Wetenschap in Coronatijd legt misstanden bloot.
Gisteren was er een commissievergadering over het onderwerp “oversterfte” in de Tweede Kamer. Wat er door de meeste aanwezige kamerleden gezegd werd, was onthutsend als je echt kennis van zaken hebt. Virusvaria heeft daarover een passend verslag gemaakt met een aantal videofragmenten. Ook hoe de staatssecretaris reageerde paste daarbij prima bij de kwaliteit van de meeste bijdragen.
Maar de kwaadheid/verontwaardiging moet niet zozeer op de politici gericht zijn. Zij leven namelijk nog in de waan dat de wetenschappers, van wie zij de informatie gebruikten, goed werk hebben geleverd. Dat er nu nog amper sprake is van oversterfte als je als basis neemt de sterftecijfers uit de voorgaande jaren, die circa 10% hoger waren dan verwacht. Een goocheltruc waar Hans Klok nog een puntje aan kan zuigen.
Of dat de griep in 2020-2021 verdwenen was door de coronamaatregelen, zoals toch zo vaak door de experts en de media wordt vermeld. Om van de geweldige ZonMw onderzoeken maar niet te spreken van o.a. Nivel en UMC Utrecht, die de oversterfte toch echt vooral koppelden aan degenen die zich niet hadden laten vaccineren.
De kern van de grote schade die we als samenleving, zowel individueel als collectief, hebben opgelopen zit in het optreden van de wetenschappers, die in de afgelopen vijf jaar hun opdracht als goede wetenschappers verzaakten. Die dogmatisch bezig waren en zich niets gelegen lieten aan hard tegenbewijs. Maar ook de vele wetenschappers, die achter de schermen wel wisten hoe fout men bezig was, maar – om een combinatie van redenen- hun mond hielden.
Ik heb het vanaf het begin aan den lijve ondervonden. Op basis van data-analyse en het bestuderen van wetenschappelijke studies, ook van voor de Coronaperiode, was het heel duidelijk dat het Coronavirus zich door de lucht verplaatste en de 1,5 meter afstand een schijnoplossing was. Terwijl de juiste maatregelen (zoals ventilatie) niet genomen werden. Maar dat mocht niet zo zijn. Het OMT meldde in mei 2020 expliciet dat het virus niet door de lucht ging. En het duurde lang voordat in Nederland men langzaam de omslag maakte. En eigenlijk nog steeds wordt niet volmondig erkend dat men toen fout zat.
Ook in het gesprek dat Jort Kelder had met o.a. Marcel Levi, voorzitter van NWO, en Maarten Keulemans, journalist van het jaar 2021, hoorde ik daar vele voorbeelden van.
Er is een scala van voorbeelden uit die periode die vergelijkbaar zijn met wat er aan de hand was met de ontkenning van het grote belang van aerosolen. Er wordt daarbij zwaar gezondigd tegen de kern van wat wetenschap zou horen te zijn. Open te staan voor bewijs, waaruit blijkt dat het anders ligt dan men tot dat moment dacht.
Daarbij speelde ook nog een grote rol dat de andere wetenschappers, die niet prominent in de media verschenen, van wie een deel wel wist hoe zwak de bewijsvoering was, hun mond hielden.
Er werd bij herhaling gezondigd tegen de basisprincipes van de wetenschap zoals door het KNAW geformuleerd:
Helaas heeft er tot en met vandaag geen serieuze evaluatie plaatsgevonden van dit optreden van de wetenschapppers en de wetenschap. Het lijkt er niet op dat de KNAW of andere organisaties van wetenschappers er serieus aan begonnen zijn.
Om duidelijk te maken hoe nodig dat is, start ik vandaag een serie met uitgewerkte voorbeelden van het optreden van de wetenschap(pers) tijdens de Coronaperiode. Als de serie klaar is, zal ik het bundelen in een Zwartboek en dat verspreiden onder instanties, die – als ze hun eigen uitgangspunten recht zouden doen – er serieus op zouden dienen te reageren (o.a. KNAW, RIVM, Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, diverse Universiteiten en de leden van het OMT).
Hieronder komt de inhoudsopgave van de delen, die in de komende weken zullen worden gepubliceerd.
U heeft zojuist gelezen: Het Zwartboek Wetenschap in Coronatijd legt misstanden bloot
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Het Zwartboek Wetenschap in Coronatijd legt misstanden bloot verscheen eerst op Maurice de Hond.
Cruciaal bij het bepalen of je maatregelen neemt en welke schade je op de koop toeneemt is hoe fataal de infectieziekte is. “Hoeveel van de mensen die het krijgen gaan er dood aan?” en “Welke mensen zijn dat?”, deze vragen vormen een belangrijke maat om te bepalen of maatregelen nodig zijn en welke.
Ook aan griep overlijden er ieder jaar mensen, maar dat heeft niet geleid tot ingrepen in het leven van de Nederlandse burger. Ook niet tijdens de meest heftige griepperiodes, zoals de herfst/winter 2017-2018. Dat leverde bijna 10.000 extra overlijdensgevallen op. Uitgaande van een schatting via het steekproefonderzoek van Peil.nl uit die tijd over het aantal mensen dat toen griep had gehad (2,5 miljoen) was er sprake van een IFR van 0,4%. Degenen die overleden waren vooral kwetsbare ouderen.
Internationaal onderzoek uit 2022, laat zien dat in het jaar 2020 de IFR van Covid-19 niet hoger was dan de IFR van het hevige griepseizoen van 2017-2018. Ioannidis e.a. komt in oktober 2022 tot een schatting van de IFR voor de groep onder de 60 jaar van rond de 0.04%. Voor de leeftijdsgroep tussen 60 en 69 jaar was de IFR ongeveer 0,1% volgens hun wereldwijde studie. Dus 1 op de 1000 van degenen die Covid kregen tussen 60 en 69 jaar zouden eraan of ermee overlijden. Boven de 70 neemt dat verhoudingscijfer sterk toe. In mei 2020 berekenden wij de Nederlandse IFR van die periode op circa 0,4%. Mede op basis van een Italiaanse studie, o.a. in Bergamo van april 2020.
Kortom: cijfers die allemaal in de buurt lagen van die van een zware griepvariant. Met als enige – en zeker belangrijke – verschil, dat t.a.v. griep een fors deel van de bevolking een bescherming had door de ziekte eerder doorgemaakt te hebben en bij Covid-19 was dat niet het geval.
Er zijn een aantal belangrijke gevolgen als de IFR veel te hoog wordt geschat dan in werkelijkheid het geval is:
Dat laatste is dus van belang te beseffen als we tot een goede evaluatie van de maatregelen willen overgaan. Er moet een reële schatting gemaakt worden van de IFR.
Begin maart 2020 meldde de WHO dat de IFR van Covid-19 ruim 3% zou zijn. Maar Prof. Van Dissel ging daar in zijn presentaties nog eens fors overheen. Hij presenteerde tot en met 7 mei 2020 dit plaatje aan politiek Den Haag. Er werd bij vermeld dat dit een Chinees onderzoek was uit februari 2020.
1 op de 20 ziektegevallen (5%) zou dus volgens deze grafiek van Van Dissel fataal aflopen.
Naar leeftijd zou dit de verdeling zijn van het sterfterisico volgens de presentatie van Van Dissel op 8 april 2020:
Besef dat dit plaatje voor de groep 60-69 jaar een IFR laat zien van 3,6%. Het onderzoek van Ioannidis laat echter zien dat dit een factor van meer dan 30 keer te hoog was!
Nu kan gezegd worden dat ik dit aangeef met de kennis van nu. Maar laten we kijken wat de kennis van toen was. Bedenk dat ook op 7 mei 2020 Van Dissel in zijn presentatie aan de Tweede Kamer nog steeds die IFR van 5% presenteerde
Maar op basis van de beschikbare cijfers van het aantal overledenen op dat moment in Nederland (rond de 8.000) was al duidelijk dat de IFR fors lager moest zijn. Prof. Streeck die in Gangelt, vlak over de Nederlandse grens, intensief steekproef-onderzoek had gedaan in een plaats waar een grote uitbraak had plaatsgevonden, meldde al in april 2020 dat de IFR, die hij daar had vastgesteld 0,4% was. Ook uit andere plekken in de wereld kwamen dit soort meldingen. En het overgrote deel van degenen die overleden waren bevond zich in de hogere leeftijdsgroepen (in Nederland 58% boven de 80 jaar).
Om de IFR goed te kunnen bepalen is het niet alleen belangrijk om te weten hoeveel mensen er aan Covid-19 zijn overleden, maar ook hoeveel er besmet waren geraakt. Want dat is de noemer van de berekening (aantal overledenen gedeeld door het aantal besmetten). En dat aantal besmetten werd in het begin sterk onderschat. Een groot steekproefonderzoek in Californië in april 2020 onder de bevolking om te zien of men besmet was geraakt, liet zien dat er veel meer mensen besmet waren geraakt dan tot dat moment gedacht werd. De IFR was veel lager dan gedacht. In dit artikel in de Los Angeles Times van 20 april 2020 staat dat men had vastgesteld dat de IFR daar slechts tussen de 0.1% en 0.2% lag.
Ook op deze site besteedde ik op 17 april 2020 aandacht aan dit onderzoek. En maakte ik op basis van de data die er toen beschikbaar was voor Nederland een schatting van de IFR per leeftijdsgroep. Voor de leeftijdsgroep tussen 60 en 69 jaar kwam ik toen op een IFR van 0,2%. Een factor van 15 keer zo klein als die Van Dissel op 7 mei 2020 nog presenteerde. En veel meer in de buurt van de cijfers van Ioannidis uit 2022.
Niet alleen blijkt Van Dissel en het RIVM in het voorjaar van 2020 met veel te hoge IFR’s gewerkt te hebben, ze hadden in ieder geval in april 2020 al kunnen weten dat dit het geval was. Hoewel Van Dissel die IFR van 5% (stilzwijgend) had laten vallen, bleef hij met een hoge IFR werken bij de modellen en presentaties. En zelfs in februari 2023 presteerde het RIVM om studies over die periodes te laten verschijnen met een IFR van 1,2% in 2020. Een veel te hoog cijfer, waardoor men claimt meer dan 100.000 sterftegevallen in 2020 voorkomen te hebben en ook kan berekenen dat de vaccinatie veel sterfte heeft voorkomen. Een berekening, die bij een IFR van 0,3% in 2020, heel anders zou uitvallen!
Dit was de reactie van Maarten Keulemans op dat rapport toen:
En mede op basis van deze cijfers concludeerde Keulemans dat de maatregelen in 2020 meer dan 100.000 overlijdensgevallen had bespaard.
Op 22 februari 2022 meldde Minister Kuipers nog dat Covid-19 een IFR had van 0.9%. Terwijl op dat moment met Omikron de IFR nog aanzienlijk lager was komen te liggen dan de 0.35% van de beginperiode.
Al in april 2020 was het duidelijk uit o.a. de onderzoeken van Prof. Streeck en uit Los Angelos County dat de IFR van Covid-19 vele malen lager lag dan de 3% die toen aangehouden werd (en Prof. Van Dissel meldde zelfs 5%). In oktober 2020 publiceerde de bekende onderzoeker Ionnadis een meta-studie. Zijn schatting toen was dat de IFR rond de 0.25% lag.
Maar er was totaal geen bereidheid bij de betrokken wetenschappers of het RIVM om het reëele IFR-cijfer aan te houden. Zelfs in februari 2022, toen we al in de Omikron-fase zaten, hanteerde hij nog een IFR van 0.9%.
Wat betekent dit voor de betrokken wetenschappers en de wetenschap dat er zo lang nog is uitgegaan van een veel te hoge IFR voor Covid-19? En welke lessen heeft men hieruit getrokken?
Het bericht IFR was 3%!?? verscheen eerst op Maurice de Hond.
Een derde meer sterfgevallen onder vrouwen van 40-50 jaar in 2024
Ieder jaar kan er in principe oversterfte plaatsvinden. Tot 2020 kon dat komen door een sterke seizoensgriep of een hittegolf in de zomer. De periode waarin dat plaatsvond was altijd redelijk beperkt. Bij een hittegolf niet meer dan één of twee weken en bij griep meestal tussen de vier en acht weken. En vooral na een griepepidemie met oversterfte zag je dan daarna ondersterfte.
Oversterfte treedt op als in een bepaalde periode van minimaal een week de werkelijke sterfte duidelijk groter is dan de verwachte sterfte. Die verwachting noemen we ook wel de baseline. Het tellen van het aantal overledenen wordt door statistiekbureau CBS uitgevoerd, kost wat tijd maar het is geen moeilijke klus. Het is een stuk lastiger om een betrouwbare baseline uit te rekenen. Een goede methode is om per leeftijdsgroep en geslacht naar de sterfte in een periode te kijken waar geen rare dingen zijn gebeurd die grote invloed hebben gehad op de sterfte. Dat betekent dat de einddatum van de beschouwde periode vóór de start van corona moet liggen.
Wij hebben gekozen, in navolging van bijvoorbeeld Herman Steigstra et al en Ronald Meester et al, om de periode te beginnen in 2010. De breedte van de leeftijdsgroep is zo klein mogelijk gekozen nl. op één jaar. Om de invloed van vergrijzing en migratie uit te sluiten kijken we niet naar de absolute sterfte per leeftijdsgroep, maar naar de sterfte per 100.000 individuen binnen die leeftijdsgroep. Op basis van lineaire extrapolatie (trend) van de sterftecijfers per groep per 100.000 in de periode 2010-2019 maken we een schatting van die voor volgende jaren. We corrigeren niet voor ondersterfte (minder sterfte dan verwacht) die na een oversterftegolf zou moeten optreden.
CBS heeft op 11 februari een overzicht gepubliceerd van de sterfte in 2024 per leeftijd. Deze aantallen zijn in de volgende tabel getotaliseerd per leeftijdsgroep van 10 jaar (behalve de eerste groep, die heeft een breedte van 30 jaar, en de laatste groep, die telt alle overledenen van 90 jaar of ouder). Ook de (met de methode hierboven beschreven verkregen) baseline is voor deze groepen in de tabel opgenomen. De werkelijke sterfte minus de baseline is dan de oversterfte.
De totale oversterfte komt rond de 11.000 uit, waarbij de meeste oversterfte bij mannen optreedt.
Als we naar de groepen kijken lijkt het beeld niet anders, want de grootste oversterfte vinden we bij mannen in de groep 70 – 80. Toch zeggen deze absolute aantallen niet zo veel. We weten immers dat de sterftekans toeneemt naarmate men ouder wordt. Daarom gaan we op een andere manier naar de oversterfte kijken, namelijk door de oversterfte te delen door de verwachte sterfte.
Voor de groep 70 – 80 bij mannen komt die berekening uit op 3.171 / 20.427 = 15,52%. Als je datzelfde doet voor de groep 50 – 60 zie je op je rekenmachine als uitkomst staan: 15,94%. Oftewel procentueel gezien is de oversterfte in laatstgenoemde groep groter, al is het absolute aantal overledenen daar 5x zo klein.
Bij vrouwen vinden we procentueel de grootste oversterfte in de groep 40 – 50 namelijk 30,15%, de een-na-grootste is de groep 30 – 40 met 22,47%. Dat zijn beide bizar hoge cijfers. In absolute zin gaat het om oversterfte van 246 resp. 91 gevallen.
Kijkend naar deze cijfers is dus de conclusie dat in absolute zin de oversterfte bij mannen in totaliteit groter is dan bij vrouwen en dat geldt ook bij drie groepen. Echter bij de vrouwen vinden we een maximale procentuele oversterfte in één groep die bijna 2x zo hoog is als het maximum bij mannen in één groep.
We weten dat de coronagolven in 2020 en 2021 hebben gezorgd voor oversterfte. Tot halverwege 2021 liet die oversterfte zich goed verklaren door de sterfte door of met Covid-19. Vanaf dat moment groeide de zgn. “onverklaarde” oversterfte. In een normale situatie zou na een sterke griepgolf de sterfte weer normaal moeten worden (met zelfs de neiging tot ondersterfte), maar dat is niet hetgeen we zien: de oversterfte blijft hoog. Laten we de oversterfte van 2024 dan maar eens vergelijken met die in de andere jaren. Dat doen we eerst voor mannen:
Dit plaatje geeft de oversterfte weer bij mannen sinds de intrede van corona, de maatregelen en de vaccinaties. Dat zijn dus de jaren 2020 t/m 2024. We noemen dit de coronajaren. Voor de vergelijking hebben we ook 2019 erbij gezet, in totaliteit was er geen oversterfte, maar per groep zien we wel kleine plusjes of minnetjes in de buurt van maximaal +/- 1,5%.
De absolute toppen qua oversterfte worden bereikt in het tweede coronajaar voor de groepen 50 – 60 en 70 – 80. Sowieso scoren deze groepen in meerdere jaren hoog: groep 50 – 60 in vier van de vijf coronajaren, groep 70 – 80 zelfs in alle coronajaren.
Bij de groepen jonger dan 50 echter worden de toppen pas in of na het derde coronajaar (2022) bereikt. Dat duidt erop dat Covid-19 in die jaren niet de belangrijkste oorzaak van de oversterfte is geweest.
Het plaatje bij de vrouwen ziet er totaal anders uit. Vanaf 50 jaar komt de oversterfte op jaarbasis nooit hoger uit dan 9%. En dat geldt ook voor de groep jonger dan 30, echter daar scoort 2024 in verhouding met de overige coronajaren relatief hoog. De toppen concentreren zich echter in de groepen 30 – 40 en 40 – 50. Bij de groep 30 – 40 scoren drie van de vijf coronajaren nabij de 20% oversterfte. Dat is fors. De overige twee ca. 10%. Maar de groep 40 – 50 spant de kroon. In vier van de vijf coronajaren ligt de procentuele oversterfte in de buurt van de 20%, met uitschieters in 2022 tot bijna 28% en 2024 tot ruim 30% zoals ook in de vorige paragraaf aangegeven.
In zes van de acht leeftijdsgroepen is de procentuele oversterfte in 2024 groter dan die in 2023, in vier de van acht groepen is deze zelfs in groter dan die in enig jaar.
Zowel bij mannen als vrouwen is de procentuele oversterfte door de jaren heen in de groep 60 – 70 én 90 plus het kleinst.
Nu dringt zich de vraag op, hoe goed is de baseline voor de groep 40 – 50 voor vrouwen, waar dus sprake is van 30% oversterfte? Dat gaan we in deze paragraaf onderzoeken. Voor een artikel elders hadden we de volgende plaatjes al tot 2022 gemaakt, nu voegen we daar de jaren 2023 en 2024 aan toe. Het gaat om de sterfte per vijfjaarsgroep 40 – 45 en 45 – 50. De plaatjes zien er als volgt uit:
Aan beide grafieken is te zien dat in de periode 2010 – 2019 er duidelijke gezondheidswinst is opgetreden. R2 is een maat voor de betrouwbaarheid van de lineaire regressielijn, dat is de dunne blauwe lijn. R2 kan variëren tussen 0 en 1. Hoe lager, hoe minder correlatie en hoe hoger des te meer. Een R2 van 0,84 resp. 0,91 geeft aan dat de betrouwbaarheid van de regressielijn groot is. Dat wil zeggen dat de kans groot is, dat in een normale situatie de sterfte in 2020 t/m 2024 in de buurt zal liggen van de blauwe lijn. De blauwe lijn vormt aldus een goede en betrouwbare baseline voor de bepaling van de oversterfte.
In beide grafieken is te zien dat de werkelijke sterfte in de jaren 2020 t/m 2024 (de rode bolletjes) duidelijk boven de baseline komt te liggen. De afstand tussen de rode bolletjes en de baseline is het grootst voor de jaren 2022 en 2024. Dat zien we ook terug in de procentuele oversterfte zoals in de voorgaande paragraaf besproken.
Mogelijk zou toepassing van een niet-lineaire extrapolatie tot een baseline kunnen leiden die in de periode 2020-2024 iets hoger ligt, waarbij dan de grootste verhoging op zal treden bij 2024. Wellicht dat dan de procentuele oversterfte geen 30% zal bedragen maar 25 of zelfs 20% (edit 24-02-2025: wij rekenen dat hier door). Maar ook dat is nog steeds veel te veel. We erkennen dus wel dat niet-lineaire extrapolatie mogelijk tot lagere procentuele oversterfte zou kunnen leiden. Wij zien echter geen aanleiding om onze baseline te herzien.
Ons doel is maatschappelijke aandacht te vragen voor de oversterfte, teneinde via voortgezet onderzoek de oorzaken te achterhalen en te elimineren. De oversterfte van 30% bij vrouwen van 40 – 50 jaar is opnieuw een signaal dat er écht iets aan de hand is.
Alhoewel het aantal overlijdens aan Covid-19 al sinds 2022 een sterk dalende trend vertoont, is er nog steeds sprake van oversterfte in Nederland voor het vijfde achtereenvolgende jaar, wat niet eerder in de geschiedenis is voorgekomen. Het deel “onverklaard” neemt daarbij steeds verder toe.
In totaliteit is de oversterfte bij mannen in 2024 groter dan bij vrouwen. Per leeftijdsgroep is dat echter anders:
De hierboven genoemde conclusies maken de noodzaak duidelijk om het onderzoek naar de “onverklaarde” oversterfte te continueren en uit te breiden met ALLE mogelijke oorzaken en niet alleen post-covid, uitgestelde zorg of lockdown-stress.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van virusvaria.nl
U heeft zojuist gelezen: Een derde meer sterfgevallen onder vrouwen van 40 tot 50 jaar in 2024.
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Een derde meer sterfgevallen onder vrouwen van 40-50 jaar in 2024 verscheen eerst op Maurice de Hond.
Hoe desinformatie infectiepreventie blijft beïnvloeden
We weten hoe de medische industrie is verdeeld in specialistische containers die elkaar als autoriteit op de betreffende specialisatie beschouwen. Maar wat ze allemaal nodig hebben om te kunnen genezen en om medicijnen te distribueren zijn: zieke mensen. Infectiepreventie is zo bezien een omzetverlagende bezigheid. Ziektepreventiekunde heeft onder de vlag van Geneeskunde dus een moeilijke positie. Het zou een apart vak moeten zijn – náást Geneeskunde, niet als onderdeel ervan.
Hoe dan ook: het is toe te juichen als een ziekenhuis een deskundige op het gebied van infectiepreventie in huis heeft. En volgens nu.nl is dat zo in Ziekenhuis Amstelland. Ik stel me daar dan een best moedig type bij voor; je stoot immers je collega’s brood uit de mond met je adviezen. (Tenzij je natuurlijk onzinnige preventiemaatregelen verkondigt, want met schijnveiligheid verhoog je juist het aantal patiënten.)
We weten dat het zorgen voor schone, ademklare lucht de allerbelangrijkst manier is om infectie door een respiratoir virus te voorkomen. Dat betekent dus: voldoende luchtverversing, te weten ventilatie met buitenlucht.
Laat infectiepreventie daar nou niet over gaan. Helemaal niet zelfs, zoals we zullen ontdekken.
Niet alleen nu.nl maar ook talkshows en kranten vinden altijd weer experts die niet gehinderd worden door voortschrijdend inzicht. Dat wordt natuurlijk steeds lastiger, zo langzamerhand weet iedereen wel wie er heeft staan liegen en wie niet. Voor een dpg-journalist is het dan zaak om zorgvuldig de juiste expert te kiezen. Of nog eens in de kaartenbak met afgekeurde artikelen te grasduinen.
Nu.nl voerde maandag weer een expert ten tonele. Zij is, zo beweert nu.nl op 16 februari 2025: ‘deskundige op het gebied van infectiepreventie en verbonden aan ziekenhuis Amstelland in Amstelveen‘.
En wat zegt deze deskundige op het gebied van infectiepreventie:
Ik zou mijn lezers beledigen als ik nog ga uitleggen waarom dit faliekante onzin is. Maar hoe is dit mogelijk? Hoe durft een deskundige op het gebied van infectiepreventie met deze desinformatie publiek te gaan…!? Bestaan er werkelijk nog steeds experts die ontkennen dat besmetting met een respiratoir virus niet met de adem binnenkomt, via aerosolen? Die strijd is inmiddels toch echt gestreden!
Dat maakt mij wel nieuwsgierig, ook omdat ik niet ver van dat ziekenhuis woon. Op de website van Ziekenhuis Amstelland kan ik haar niet vinden tussen de medewerkers. Dan maar eens op LinkedIn kijken. Daar is zij “Open to work”, inbetween jobs dus. Dat is vreemd, want nu.nl presenteert haar als “verbonden aan Ziekenhuis Amstelland in Amstelveen.”
Op LinkedIn blijkt dat zij bij het bewuste ziekenhuis heeft gewerkt van september 2020 tot juli 2024. Ze was daar dus 6 maanden geleden voor het laatst. Zo te zien recyclet nu.nl oude desinformatie bij gebrek aan experts die de voorgeschreven Narratief-propaganda nog willen ondersteunen in ruil voor een moment of fame.
Laten we de betrokken dame het voordeel van de twijfel geven. Die mensen in de zorg doen echt allemaal hun best, ze zitten gewoon in een verrot systeem. Net als journalisten trouwens – maar die neem ik het wél kwalijk.
Aan haar LinkedIn posts te zien is zij vooral bezig geweest met hygiëne, steriliteit en het voorkomen van bacteriële infecties. Sterker nog: de hele infectiepreventie-business blijkt daarom te draaien!
Ik keek voor de aardigheid ook eens bij de richtlijnen voor huisartsenpraktijken van het Nederlandse Huisartsen Genootschap
Het lijkt wel alsof huisartsen nooit iemand langs krijgen met een respiratoir virus onder de leden. Want wat zijn de onderwerpen: desinfectiemethodes, reiniging, hygiëne, handen wassen, handschoenen – geen woord over frisse lucht of ventilatie. Werkelijk helemaal niets. Ook niet over de wachtkamer bijvoorbeeld, of over de spreekkamer. Geen wonder dat je in praktijken, klinieken en ziekenhuizen alleen handpompjes, mondkapjes en anderhalve meter instructies zag voordat je een bedompt spreekkamertje in mocht.
OK, we hebben gezien waar deze expert vandaan komt. Ik ga er maar vanuit dat de citaten haar zijn ontlokt ergens in 2020, toen ze net dit bekende videootje van Marion Koopmans had gezien bij het Jeugdjournaal eind februari 2020. Die legt daar uit hoe het werkt met coronabesmettingen. Van je mond naar je handen, ergens op, en dan via andere handen naar iemands mond. Ja hoor, zo krijg je enorme uitbraken…
Echt even de eerste paar minuten bekijken. En dan hoor je hoe onze grote deskundige precies wist hoe dit virus (evenals trouwens die van de griep) zich verspreidde. Lees dan ook nog eens terug wat op deze site in mei 2020 over de verspreiding werd beschreven.
Dit zei de expert Marion Koopmans in 2020 hoe de Coronavirus zou verspreiden:
Marion Koopmans: Nou, het virus zit in de luchtwegen, in de neus en in de diepere, in de luchtpijp en in de longen. En daarvandaan wordt het verspreid als mensen hoesten bijvoorbeeld, niezen, via druppeltjes. En die druppeltjes die komen bijvoorbeeld op je handen terecht. Met je handen kun je een tafel besmetten, dan zit het daarop. Iemand anders komt en die doet zo. En op die manier kan die besmetting verspreiden. En dat is minder besmettelijk daardoor dan griep, waarbij die druppeltjes heel fijn zijn en veel verder spreiden.
En dat betekent dus ook dat dingen als hoesten volgens de regels, dus niet zo in je handen en vervolgens van alles aanraken, maar in je elleboog hoesten, vaak je handen wassen, niet te veel aan je gezicht zitten. Als iemand echt ziek is, een beetje afstand houden als dat even kan. Als je zelf ziek bent en het kan, blijf lekker thuis.
U heeft zojuist gelezen: Hoe desinformatie infectiepreventie blijft beïnvloeden
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Hoe desinformatie infectiepreventie blijft beïnvloeden verscheen eerst op Maurice de Hond.
Lees hier de opdracht-tekst van de “Make America Healthy Again” commissie
De Amerikaanse levensverwachting blijft aanzienlijk achter bij die van andere ontwikkelde landen: de levensverwachting in de Verenigde Staten vóór COVID-19 was gemiddeld 78,8 jaar en in vergelijkbare landen gemiddeld 82,6 jaar. Dit komt neer op 1,25 miljard minder levensjaren voor de bevolking van de Verenigde Staten. Zes op de 10 Amerikanen hebben minstens één chronische ziekte en vier op de 10 hebben twee of meer chronische ziekten. Naar schatting één op de vijf volwassenen in de Verenigde Staten heeft een psychische aandoening.
Deze realiteit wordt nog pijnlijker als je het vergelijkt met landen over de hele wereld. In 204 landen en gebieden hadden de Verenigde Staten in 2021 de hoogste leeftijdsgestandaardiseerde incidentie van kanker, bijna het dubbele van de op één na hoogste incidentie. Bovendien kende de Verenigde Staten van 1990-2021 een toename van kanker met 88 procent, de grootste procentuele toename van alle onderzochte landen. In 2021 kwam astma in de Verenigde Staten meer dan twee keer zo vaak voor als in het grootste deel van Europa, Azië of Afrika. Autismespectrum-stoornissen hadden in 2021 de hoogste prevalentie in landen met een hoog inkomen, waaronder de Verenigde Staten. Ook auto-immuunziekten zoals inflammatoire darmziekten, psoriasis en multiple sclerose worden vaker gediagnosticeerd in gebieden met een hoog inkomen, zoals Europa en Noord-Amerika. In het algemeen tonen de gegevens uit de wereldwijde vergelijking aan dat de gezondheid van Amerikanen zich op een alarmerend pad bevindt dat onmiddellijke actie vereist.
Deze zorg is dringend van toepassing op de kinderen van Amerika. In 2022 hadden naar schatting 30 miljoen kinderen (40,7 procent) ten minste één gezondheidsprobleem, zoals allergieën, astma of een auto-immuunziekte. 1 op de 36 kinderen in de Verenigde Staten lijdt nu aan een autismespectrumstoornis – een duizelingwekkende stijging ten opzichte van de cijfers van 1 tot 4 op de 10.000 kinderen bij wie deze aandoening in de jaren tachtig werd vastgesteld. Achttien procent van de late adolescenten en jonge volwassenen heeft een vette leverziekte, bijna 30 procent van de adolescenten heeft prediabetes en meer dan 40 procent van de adolescenten heeft overgewicht of obesitas.
Deze gezondheidsproblemen zijn blijven toenemen door de toename van het voorschrijven van medicatie. In het geval van Attention Deficit Disorder/Attention Deficit Hyperactivity Disorder bijvoorbeeld, gebruiken meer dan 3,4 miljoen kinderen medicatie voor deze stoornis – een stijging ten opzichte van 3,2 miljoen kinderen in 2019-2020 – en het aantal kinderen bij wie deze aandoening wordt vastgesteld, blijft stijgen.
Dit vormt een ernstige bedreiging voor het Amerikaanse volk en onze manier van leven. Zevenenzeventig procent van de jongvolwassenen komt niet in aanmerking voor het leger, grotendeels op basis van hun gezondheidsscore. Negentig procent van de 4,5 biljoen dollar die de natie jaarlijks uitgeeft aan gezondheidszorg gaat naar mensen met chronische en geestelijke gezondheidsproblemen. Kortom, Amerikanen van alle leeftijden worden steeds zieker, belaagd door ziekten die ons medische systeem niet effectief aanpakt. Deze trends schaden ons, onze economie en onze veiligheid.
Om de groeiende gezondheidscrisis in Amerika volledig aan te pakken, moeten we onze nationale aandacht, in de publieke en private sector, richten op het begrijpen en drastisch verlagen van het aantal chronische ziekten en het beëindigen van chronische ziekten bij kinderen. Dit omvat een frisse kijk op voeding, lichaamsbeweging, gezonde levensstijlen, een te grote afhankelijkheid van medicijnen en behandelingen, de effecten van nieuwe technologische gewoonten, de invloed op het milieu en de kwaliteit en veiligheid van voedsel en medicijnen. We moeten de integriteit van het wetenschappelijke proces herstellen door aanbevelingen van deskundigen te beschermen tegen ongepaste beïnvloeding en door de transparantie van bestaande gegevens te vergroten. We moeten ervoor zorgen dat ons gezondheidszorgsysteem gezondheid bevordert in plaats van alleen maar ziekten te behandelen.
Het is het beleid van de federale regering om de kritieke uitdagingen op het gebied van gezondheid waarmee onze burgers worden geconfronteerd, waaronder de stijgende percentages van psychische stoornissen, obesitas, diabetes en andere chronische ziekten, agressief te bestrijden. Om dit te doen, moeten uitvoerende departementen en agentschappen, die zich bezighouden met gezondheid of gezondheidszorg zich richten op het omkeren van chronische ziekten. Onder dit beleid:
(a) moet al het federaal gefinancierde gezondheidsonderzoek Amerikanen mondiger maken door middel van transparantie en open gegevens, en moeten belangenconflicten die de resultaten scheeftrekken en wantrouwen in stand houden, worden vermeden of geëlimineerd;
(b) de National Institutes of Health en ander gezondheidsgerelateerd onderzoek gefinancierd door de federale overheid moeten prioriteit geven aan onderzoek van topkwaliteit naar de onderliggende oorzaken van waarom Amerikanen ziek worden;
(c) agentschappen moeten samenwerken met boeren om ervoor te zorgen dat het voedsel van de Verenigde Staten het gezondste, meest overvloedige en meest betaalbare ter wereld is; en
(d) agentschappen zorgen voor de beschikbaarheid van uitgebreide behandelingsmogelijkheden en de flexibiliteit voor ziektekostenverzekeringen om voordelen te bieden die gunstige veranderingen in levensstijl en ziektepreventie ondersteunen.
Hierin staat aangegeven welke ministeries en instellingen vertegenwoordigd worden in de commissie.
De eerste missie van de Commissie is om de president te adviseren en bij te staan over de beste manier om zijn autoriteit uit te oefenen om de crisis van chronische ziekten bij kinderen aan te pakken. Daarom zal de Commissie:
(a) het bestuderen van de omvang van de crisis van chronische ziekten bij kinderen en alle mogelijke oorzaken die ertoe kunnen bijdragen, met inbegrip van het Amerikaanse dieet, absorptie van giftig materiaal, medische behandelingen, levensstijl, milieufactoren, overheidsbeleid, voedselproductietechnieken, elektromagnetische straling en bedrijfsinvloed of vriendjespolitiek;
(b) de president adviseren en bijstaan bij het informeren van het Amerikaanse volk over de crisis van chronische ziekten bij kinderen, met gebruikmaking van transparante en duidelijke feiten; en
(c) de president regeringsbrede aanbevelingen te doen voor beleid en strategie met betrekking tot het aanpakken van de geïdentificeerde bijdragende oorzaken van en het beëindigen van de crisis van chronische kinderziekten.
Binnen 100 dagen na de datum van dit besluit, dient de Commissie bij de president met een aanpak te komen om een assesment te krijgen met een analyse waarin:
(i) chronische kinderziekten in Amerika in vergelijking met andere landen identificeert en beschrijft;
(ii) de dreiging van mogelijk overmatig gebruik van geneesmiddelen, bepaalde voedingsingrediënten, bepaalde chemische stoffen en bepaalde andere blootstellingen voor kinderen met betrekking tot chronische ontsteking of andere vastgestelde ziektemechanismen te beoordelen, met behulp van strenge en transparante gegevens, met inbegrip van internationale vergelijkingen;
(iii) de prevalentie van en de bedreiging die uitgaat van het voorschrijven van selectieve serotonineheropnameremmers, antipsychotica, stemmingsstabilisatoren, stimulerende middelen en afslankmiddelen te beoordelen
(iv) beste praktijken voor de preventie van gezondheidsproblemen bij kinderen te identificeren en daarover verslag uit te brengen, onder meer door goede voeding en de bevordering van een gezonde levensstijl;
(v) de doeltreffendheid van bestaande onderwijsprogramma’s met betrekking tot voeding, lichaamsbeweging en geestelijke gezondheid voor kinderen te evalueren;
(vi) bestaande federale programma’s en financiering die bedoeld zijn om gezondheidsproblemen bij kinderen te voorkomen en te behandelen, te inventariseren en te evalueren op hun reikwijdte en effectiviteit;
(vii) te zorgen voor transparantie van alle actuele gegevens en ongepubliceerde analyses met betrekking tot de crisis in verband met chronische ziekten bij kinderen, in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving;
(viii) de doeltreffendheid te evalueren van de huidige gegevens en statistieken van de federale overheid over de gezondheid van kinderen, met inbegrip van die van het Federal Interagency Forum on Child and Family Statistics en de National Survey of Children’s Health;
(ix) de integriteit van de wetenschap te herstellen, onder meer door ongepaste beïnvloeding door de industrie uit te bannen, bevindingen en onderliggende gegevens vrij te geven voor zover de toepasselijke wetgeving dit toestaat, en de methodologische nauwkeurigheid te vergroten; en
(x) het opzetten van een kader voor transparantie en ethische toetsing in door de industrie gefinancierde projecten.
Binnen 180 dagen na de datum van dit besluit dient de Commissie bij monde van de voorzitter en de uitvoerend directeur bij de voorzitter een ‘Maak onze kinderen weer gezond’-strategie in, gebaseerd op de bevindingen van de evaluatie over ‘Maak onze kinderen weer gezond’ strategie. Deze strategie is gericht op een passende herstructurering van de reactie van de federale overheid op de crisis van chronische ziekten bij kinderen, onder meer door het beëindigen van federale praktijken die de gezondheidscrisis verergeren of zonder succes proberen aan te pakken, en door het toevoegen van krachtige nieuwe oplossingen die een einde zullen maken aan chronische ziekten bij kinderen.
De voorzitter kan openbare hoorzittingen, vergaderingen, rondetafelgesprekken en soortgelijke evenementen houden en kan deskundige input ontvangen van leiders op het gebied van volksgezondheid en overheidsverantwoordelijkheid.
U heeft zojuist gelezen: Lees hier de opdracht-tekst van de “Make America Healthy Again” commissie
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Lees hier de opdracht-tekst van de “Make America Healthy Again” commissie verscheen eerst op Maurice de Hond.
Fascinerende analyse over Trump en Musk
Een uitermate boeiende beschrijving van de ontwikkelingen in de VS en het optreden van Elon Musk hoorde ik bij De Nieuwe Wereld.
Onderaan treft u de video, die ik u van harte aanraad om te bekijken. Het is ongeveer 55 minuten.
Dit is een korte samenvatting van de analyse van Willem Middelkoop:
Middelkoop legt een parallel tussen de glasnost-periode van Gorbatsjov en de hedendaagse situatie in de Verenigde Staten. Net zoals de Sovjet-Unie implodeerde door transparantie en interne spanningen, voorspelt hij dat de VS soortgelijke risico’s loopt. De pogingen van Trump om de “duistere kanten” van het Amerikaanse imperium bloot te leggen, kunnen een eigen dynamiek creëren die tot systeemcrises leidt. Transparantie kan schokkende onthullingen brengen die het vertrouwen van burgers in het systeem ernstig aantasten.
Trump’s tweede ambtstermijn wordt beschreven als meer voorbereid en doelgericht dan zijn eerste. Hij lijkt vastbesloten om het establishment aan te pakken met beleidswijzigingen vanaf dag één. De “Drain the Swamp”-strategie focust sterk op het aanpakken van financiële misstanden en machtsstructuren, waarbij Elon Musk een centrale rol speelt. Dit gaat gepaard met drastische bezuinigingen en een poging om nieuwe economische modellen te introduceren, zoals het gebruik van bitcoin als nationale reserve.
De VS bevindt zich op een keerpunt, mede door economische beperkingen en oplopende staatsschulden. Middelkoop benadrukt dat zowel de VS als China in een economisch moeilijke positie verkeren, wat samenwerking noodzakelijk maakt. Tegelijkertijd ziet hij risico’s in de Amerikaanse huizenmarkt en voorspelt hij dat bezuinigingen en economische pijn onvermijdelijk zijn.
Middelkoop bespreekt de overgang naar een multipolaire wereldorde, waarin grote machtsblokken zoals de BRICS-landen alternatieven ontwikkelen voor het Amerikaanse financiële systeem. De dominantie van de dollar staat onder druk door zowel goudaccumulatie door centrale banken als de opkomst van crypto-currencies. Dit leidt tot verschuivende geopolitieke allianties.
Europa wordt gezien als “collateral damage” in de machtsstrijd tussen de VS en China. Middelkoop is kritisch over Europa’s gebrek aan autonomie en het onvermogen om effectief te reageren op de nieuwe geopolitieke realiteit. Hij wijst op de gevolgen van het conflict in Oekraïne, de energiecrisis, en de afhankelijkheid van Amerikaanse geopolitieke beslissingen.
Middelkoop bespreekt het groeiende belang van goud en bitcoin in het financiële systeem. Hij stelt dat deze activa een veilige haven bieden te midden van economische en geopolitieke onzekerheden. Bitcoin wordt door sommige Amerikaanse beleidsmakers gezien als een mogelijke oplossing voor de staatsschuld en economische problemen, wat volgens Middelkoop een radicale koerswijziging zou zijn.
Het gesprek schetst een beeld van een wereld in transitie, waarin oude machtsstructuren wankelen en nieuwe paradigma’s worden getest. Middelkoop waarschuwt voor de risico’s van deze veranderingen, zowel economisch als politiek, terwijl hij tegelijkertijd de noodzaak van fundamentele hervormingen benadrukt. De vergelijking met de Sovjet-Unie dient als een waarschuwing: een systeem dat niet in staat is zich aan te passen, kan ten onder gaan.
U heeft zojuist gelezen: Fascinerende analyse over Trump en Musk
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Fascinerende analyse over Trump en Musk verscheen eerst op Maurice de Hond.
Fact-checking wijst op gebrekkige cijfers van Ruben van Gaalen (CBS)
Oversterfte moet normaal worden gevonden. Het gaat er nu om of je grootste oversterfte hebt of minder oversterfte dan een ander land. Zo lijkt het in elk geval, na een uitspraak van iemand in Bar Laat, die kennelijk door de redactionele screening was geglipt. Hij beweerde dat Nederland de meeste oversterfte had van heel Europa. Dat kan natuurlijk niet.
Nederland staat niet bovenaan, dat klopt gewoon niet. In het programma zelf zitten alle ‘journalisten’ natuurlijk weer als konijnen in de koplampen te kijken – niemand heeft enig benul. Maar eigenlijk mag zoiets helemaal niet worden gezegd in de media. Dat screeningsfoutje bij Bar Laat moet natuurlijk wel onmiddellijk rechtgetrokken worden! Stel je voor, je mist een grant of je krijgt strafpunten van het medisch-militair complex of Ab Osterhaus wordt boos! Wie bel je dan als factchecker? Het CBS!
Ruben van Gaalen sprak over de positie van Nederland in de Europese oversterfte-competitie, op Radio 1 bij ‘Feit of Fictie’:
“Als je op uniforme wijze berekent hoe hoog de oversterfte was in die periode (2020-2023), dan zie je dat Nederland een middenmoter is. Het is zeker dat er veel extra sterfte was, dus de oversterfte was er inderdaad, maar het is niet zo dat Nederland helemaal bovenaan staat.”
“Er zijn legio landen zoals Portugal, Spanje, Engeland, Tsjechië, Polen, Italië, Hongarije, Roemenië en vooral Bulgarije, die een veel hogere oversterfte hadden in die periode. Een lagere oversterfte hadden België, Duitsland, Slovenië, Ierland, Frankrijk, Zweden, Noorwegen, Denemarken dus: Nederland zit daar gewoon tussenin.”
Tot zover de factcheck van Ruben van Gaalen. We gaan eens kijken naar de officiële cijfers op Eurostat. Van de Europese Commissie nota bene, dus volkomen onverdacht.
Als we naar de Eurostat cijfers kijken over de periode 2020-2023 heeft Ruben meer fout (groen) dan goed gehad (rood). Hongarije, Roemenië, Italië, Spanje en Portugal hadden een lagere oversterfte, terwijl hij die juist boven Nederland plaatste. En nog ook met de woorden “een veel hogere oversterfte“. Terwijl het gemiddelde van die 5 landen in die periode 20% LAGER was dan Nederland.
Ik weet ook niet waarom hij tot (en met) 2023 gaat. Ze hebben het in de radio-uitzending over “de coronaperiode”, die was in 2022 al voorbij.
De cijfers t/m november 2024 zijn er namelijk ook inmiddels, dus die had hij er ook bij moeten betrekken. Je wil de bevolking toch op de hoogte houden, nietwaar. Maar in 2024 zie je dat Nederland alleen maar verder wegzakt in de poel des doods. En dat klopt niet met de oversterfte-meldingen van onze overheid. Dus dat hou je dan achter. En de journalisten op het mediapark slikken het voor zoete koek. Want “het is een instituut, hè.”
Je moet wel veel fantasie hebben of weinig verstand van statistiek om met deze cijfers over 2020-2023 Nederland een middenmoter te noemen. En zeker met de kennis van het jaar erna, waar Nederland nog verder is weggezakt, is die uitspraak voor een Professor, demograaf en met een belangrijke functie bij het CBS, een nieuw voorbeeld van hoe men afscheid heeft genomen van integere en objectieve wetenschap.
U heeft zojuist gelezen: Fact-checking wijst op gebrekkige cijfers van Ruben van Gaalen (CBS)
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Fact-checking wijst op gebrekkige cijfers van Ruben van Gaalen (CBS) verscheen eerst op Maurice de Hond.
De bepaling van de oversterfte
Bij het doen van een prognose moeten we kiezen tussen twee benaderingen:
De eerste methode sluit in feite de corona jaren uit, want in deze jaren was de sterfte verhoogd, eerst door corona en later “onverklaard”. Juist om deze reden heeft het CBS de berekeningen in 2020 overgenomen van het RIVM, die deze jaren wel meegenomen zou hebben. Het CBS doet dus een prognose op basis van de sterfte in de 5 jaren voorafgaand aan corona. 2015-2019. De ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling (de vergrijzing en de babyboom) speelt daarbij de belangrijkste rol.
Wij hebben zelf ook een model ontwikkeld op basis van dezelfde aannames, maar nemen daarbij 10 jaar mee voor de prognose. Dit is beschreven in dit artikel: An analysis of excess mortality based on age and sex….. Hiermee kunnen we nu zelf heel precies een prognose berekenen, uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. De jaarcijfers lijken sterk op die van het CBS, maar het seizoensverloop is identiek aan het model dat het RIVM al decennia gebruikt.
Het RIVM volgt de tweede benadering. Zijn gaan er dus van uit dat de sterfte in de laatste vijf corona-jaren wel representatief is en gebruiken dat sinds 2024 in hun eigen prognoses. Hierdoor ligt de bovengrens van hun prognose inmiddels ruim 8% hoger dan de prognose op basis van cijfers van voor corona.
Op basis van de actuele bevolkingssamenstelling per 1 januari van elk kalenderjaar en de sterftecijfers van 2010-2019 kunnen we een voorspelling doen wat de sterfte zou zijn geweest als er geen corona en geen vaccinaties zouden zijn geweest. We houden verder rekening met een seizoensverloop zoals RIVM dat ook al decennia doet, die ziet er namelijk erg betrouwbaar uit. Deze grafiek krijgen we dan:
We zien hier sinds 2016 de baseline als een blauwe lijn en de bandbreedte op basis van onze eigen berekeningen. We zien een jaarlijkse stijging van rond de 1%, die wordt bijgesteld op 1 januari van elk kalenderjaar. Dat is dus alleen gebaseerd op de bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw. Tot 2021 is de prognose gebaseerd op de sterftekansen 10 jaren daarvoor. Vanaf 2021 nemen we dus de sterftekans van 2020 en bevolkingspiramide voor het jaar zelf. Dat verschil wordt aangeduid met de lichtrode achtergrond vanaf 2021.
Nu kunnen we in deze grafiek de werkelijke sterfte intekenen en zien hoe de waargenomen sterfte zich gedraagt in verhouding tot de verwachtingen.
Als we eerst kijken naar de jaren vóór corona, dan zien we dat vrijwel alle sterfte binnen de bandbreedte valt. Alleen de griepgolven van 2017 en 2018 steken er bovenuit. Ook zien we na een griepgolf de altijd optredende ondersterfte (zomer 2017 en 2018). De wekelijkse schommelingen blijven verder keurig binnen de prognoses, de blauwe bandbreedte.
Ook 2020 gedraagt zich cijfermatig volkomen normaal. Een korte felle golf wegens corona en een flinke ondersterfte daarna. Wel natuurlijk de tweede golf, omdat “corona nog niet klaar was met ons”.
Vanaf de zomer van 2021 zien we echter een heel ander patroon. Een veel grilliger verloop en de sterfte ligt vrijwel altijd boven de baseline. De gemiddelde oversterfte per jaar was met 9% het hoogst in 2021 en daarna langzaam gedaald tot ongeveer 6%. Nog lang geen ondersterfte dus.
Sinds 2024 heeft het RIVM de kunst van het voorspellen weer overgenomen van het CBS. Om aansluiting te houden met de jaren voor corona, zijn ook de voorgaande jaren in beeld gebracht. De rekenwijze van het RIVM (gemiddelde 5 voorgaande jaren) heeft tot gevolg dat hun prognose met rond de 6% per jaar stijgt. Na een te lage prognose tot 2022 is de bovengrens van het RIVM inmiddels 8% hoger dan je zou verwachten op basis van de demografische cijfers:
We zien ook de jaarlijkse bijstellingen per 1 juli van elk kalenderjaar. Vooral die in juli 2022 is heel duidelijk te zien. De jaarlijkse verhogingen hebben ervoor gezorgd dat de huidige oversterfte van 6% is ingehaald door de RIVM-prognose. Ook zien we nog net in deze grafiek dat de prognose sinds 2025 een maand vervroegd is: de top is nu al eind december en dat was altijd eind januari. Precies ook wat we in de sterftecijfers waarnemen: griep komt een maand vroeger dan voor 2020.
Vanaf 2024 is de oversterfte vrijwel volledig “ingevangen” door de aanpassingen in het model. Oversterfte is hiermee een politieke keuze geworden en niet meer gebaseerd op de gezondheidssituatie van voor corona.
Een laatste stap in het weergeven van de oversterfte is het “gladtrekken” van de baseline. Door de wekelijkse verwachtingen af te trekken van de werkelijke sterfte, houden we alleen de oversterfte zelf over. Als we vervolgens in diezelfde grafiek ook sterfte aan corona en de geschatte bijdrage van influenza opnemen, krijgen we een helder beeld:
We zien nu duidelijk de bijdrage van corona aan de oversterfte. In 2017 en 2018 zijn er de influenza golven die we nu goed kunnen vergelijken met de influenza golven vanaf 2022. Influenza in 2017 en 2018 begonnen in januari, terwijl die vanaf 2022 al begonnen in november en ook langer duurden. De Deltagolf begon zelfs al in oktober en is nog steeds onverklaard! De officiële cijfers van het RIVM verklaren slechts 20% met corona, er zou geen influenza geweest zijn, maar wat dan wel? Wel een influenza golf ver in het voorjaar…
Ook zien we dat de wekelijkse sterfte met rond de 250 structureel is verhoogd. Zou dat te maken kunnen hebben met de pandemie-bestrijding die in 2021 begonnen is? Zou deze aanpak ons immuunsysteem hebben aangetast?
In deze grafiek is de altijd optredende ondersterfte na oversterfte verrekend. De sterfte tussen de influenza golven, wordt zo representatief voor de sterfte die er geweest zou zijn zonder influenza, mensen kunnen uiteraard slechts éénmaal sterven! We zien zo een langzaam afnemende oversterfte. We moeten afwachten wat ons deze winter te wachten staat!
Oversterfte wordt bepaald door de keuzes bij het opstellen van de verwachtingen. Voorspellen is daardoor verheven tot een kunst. Zowel CBS als wijzelf gebruiken daarvoor de (leeftijd en geslacht afhankelijke) sterftekansen van vóór corona. Dat lijkt de meest eerlijke manier om de voorspellingen op te baseren. RIVM gebruikt de jaren met oversterfte om de sterfte voor het daaropvolgende jaar te voorspellen. RIVM voorspelt dus oversterfte en komt tot de conclusie “Niet verhoogd”. De oversterfte is daarmee dus benoemd als “Niet verhoogd” en dat klopt dan wel weer.
U heeft zojuist gelezen: De bepaling van de oversterfte
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht De bepaling van de oversterfte verscheen eerst op Maurice de Hond.
In Nederland kenden we tot 2020 grieppatronen die van jaar tot jaar behoorlijk op elkaar leken. Ergens in het najaar begon het en soms duurde het dan een week of 8 en soms nog een stuk langer. Via de steekproef van huisartsen die meedoen bij Nivel is er een goed beeld te geven van hoe griep zich tussen 2015 en 2019 voltrok.
Het griepseizoen 2017-2018 was het zwaarste. Deels omdat het langer duurde op een hoog niveau (tussen week 4 en 11) en ook omdat het ziekmakender leek te zijn. Pas in week 14 (begin maart) daalde het onder de epidemische drempel (5.1).
Tussen maart 2020 en maart 2022 was er in Nederland amper griep. Niet dankzij de Coronamaatregelen, zoals we ook gisteren weer op het journaal hoorden, maar vanwege het verschijnsel dat er als er een dominant respiratoir virus is, de andere verdwijnen. Zie dit artikel hierover. Met als hard bewijs de ontwikkelingen in Zweden in het griepseizoen 2021-2022. Eerst kwam er griep, maar toen Covid sterk opkwam (de Omikron variant) verdween griep, totdat Omikron weer weg was, toen kwam griep weer terug.
Het griepseizoen 2022-2023 startte iets later dan normaal in half december en duurde relatief kort de vierde week januari 2023. De griep in het najaar 2023 startte wel wat eerder, maar bleef op een relatief laag niveau. Had zijn hoogtepunt in week 5 en was in week 8 weer afgelopen.
Het huidige griepseizoen is heel bijzonder, want het begon een stuk later dan normaal. Pas in week 2 was het door de epidemische drempel heen gegaan. De laatste twee weken gaat het vrijwel steil omhoog. Hoewel het absolute niveau nu (nog) niet zo hoog is als het in 2015 en 2018 was (voor zover de Nivel cijfers van 2025 goed te vergelijken zijn met die van toen. Want het hangt er wel vanaf hoeveel mensen met griepklachten naar de huisarts gaan en dat zou tegenwoordig wel eens minder kunnen zijn dan 10 jaar geleden.)
Dit is de grafiek met de cijfers van alle jaren bij elkaar.
Pas over een aantal weken zullen we weten of het huidige griepseizoen tot de zwaarste zal gaan behoren van de laatste 10 jaar. Want dan weten we hoe hoog het niveau zal worden van deze grafiek en hoe lang het gaat duren.
Net zoals het lang duurde voordat de medische experts door hadden dat het coronavirus door de lucht ging (weet u nog wel: de aerosolen) lijkt men ook geen clue te hebben hoe de griepgolven zich voltrekken, zoals ze zich voltrekken. Ja, we weten dat de griep start vanaf de late herfst en kan duren tot het begin van de lente, maar hoe de specifieke patronen ontstaan, weet men niet. En mede daardoor worden er ook geen passende maatregelen genomen, die kwetsbaren zouden kunnen beschermen.
Maar de verspreiding van het influenzavirus gaat overeenkomstig als het coronavirus: mensen kunnen geïnfecteerd worden als ze langdurig het influenzavirus inademen. En er is een sterke relatie met de luchtvochtigheid of het virus lang in de lucht kan blijven hangen. (Ik verwijs naar dit artikel uit begin 2020 over de relatie tussen het Coronavirus en de luchtvochtigheid).
Er is een sterke samenhang tussen specifieke luchtvochtigheid en de duur waarop het influenzavirus in de lucht blijft hangen.
Specifieke luchtvochtigheid is de hoeveelheid waterdamp die zich in de lucht bevindt. En alleen als die onder een bepaald minimum daalt zijn de condities gunstig voor het influenzavirus om in de lucht te blijven hangen.
Om dit goed te laten zien heb ik de weercijfers genomen van De Bilt. En op basis van de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid heb ik die specifieke luchtvochtigheid berekent. Als we naar de grafieken van die specifieke luchtvochtigheid en de griepcijfers kijken van de laatste jaren dan zien we het opvallende bewijs.
In het blauw zien we de ontwikkeling van die specifieke luchtvochtigheid tussen oktober en april en de griepcijfers zijn er in afgezet zoals Nivel ze wekelijks heeft vastgesteld. Laten we eerst kijken naar 2022-2023 en 2023-2024.
In beide grafieken is goed te zien dat als de specifieke luchtvochtigheid onder de 4 daalt dat dan de griepcijfers (abrupt) sterk stijgen Heel goed is dan ook te zien dat in 2023-2024 die luchtvochtigheid midden in de winter weer sterk steeg en de griep fors afnam. Maar toen begin februari de luchtvochtigheid zelfs naar 2 daalde nam de griep weer fors toe.
In 2022-2023 zien we ook die relatie met de luchtvochtigheid onder de 4.
De zware griepepidemie in 2017-2018, die ook nog lang duurde, had o.a. vrijwel de hele maand februari een specifieke luchtvochtigheid sterk onder de 4!
Laten we nu kijken naar het lopende griepseizoen:
Deze grafiek laat zien dat, in tegenstelling tot de vorige twee griepseizoenen, het tot week 2 van het nieuwe jaar duurde dat de specifieke luchtvochtigheid onder de 4 daalde. Daarvoor bleef de luchtvochtigheid boven de 4 en was er dus weinig griep. Maar vanaf het moment dat de cijfers rond de 4 gingen schommelen nam de griep abrupt toe.
In welke mate deze griepepidemie verder in kracht zal toenemen zal dus vooral afhangen van of de specifieke luchtvochtigheid al dan niet weer duidelijk gaat stijgen. Als we de 14-daagse weersvoorspelling zien, dan lijkt het erop dat vanaf half februari deze specifieke luchtvochtigheid weer duidelijk zal gaan stijgen.
Net zoals het belangrijk was tijdens de Coronaperiode om te zorgen voor ventilatie met buitenlucht is dat ook het geval tijdens de influenzaperiode. Zeker als de luchtvochtigheid in de lucht laag is, en dat is meestal het geval als het buiten koud is. Daarnaast kan een goede bescherming zijn om via bevochtiging in binnenruimtes de luchtvochtigheid duidelijk te verhogen.
Maar ja, zolang men niet goed wil begrijpen hoe de verspreiding van het influenzavirus verloopt en zichzelf voorhoudt dat de griep in 2020-2021 weg bleef dankzij de Coronamaatregelen zal het ook op dit dossier lang duren voordat men wel passende maatregelen neemt. Maatregelen die een groter rendement zullen hebben dan de griepvaccinaties. In de komende weken kom ik daarop terug.
U heeft zojuist gelezen: Grieppatronen: Wat zegt de data?
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Grieppatronen: Wat zegt de data? verscheen eerst op Maurice de Hond.
Robert Kennedy afgewezen!?
13-2-25: Inmiddels is Robert Kennedy met 52-48 stemmen geaccepteerd als minister in de VS.
In december heb ik mijn vrees al uitgesproken dat Robert Kennedy door de Amerikaanse Senaat niet wordt geaccepteerd als minister van gezondheidszaken (Health & Human Services).
Woensdag en donderdag waren de hoorzittingen in de Senaat en dat was een ongelooflijke vertoning. En daar tekende zich ook af waarvoor ik bang was, dat er 4 of meer republikeinse senatoren tegen Kennedy gaan stemmen.
Het is fascinerend en triest, als je die ruim 6 uur van de verhoren volgde. De stellingname van de Democratische Senatoren was ongeveer de opstelling van D66 tijdens de Coronapandemie in het kwadraat. Als er factcheckers live in actie waren geweest dan was de uitzending al snel op zwart gezet.
Juist omdat ik veel van de stukken ken, die daar werden opgevoerd en de reacties van Kennedy erop, weet ik hoeveel fake news er werd geponeerd rondom de onderzoeken en de gebeurtenissen.
Bij mijn naspeuren van de zaken die aan de orde werden gesteld ben ik eens nagegaan hoeveel er eigenlijk werd gevaccineerd bij jonge kinderen in de VS. En als je dat overzicht ziet dan val je van je stoel.
Bij de geboorte: Hepatitis B (HepB): 1e dosis.
Op 2 maanden: Difterie, tetanus en acellulaire kinkhoest (DTaP): 1e dosis. Inactief poliovirus (IPV): 1e dosis. Haemophilus influenzae type b (Hib): 1e dosis. Pneumokokkenconjugaatvaccin (PCV13): 1e dosis. Rotavirus: 1e dosis. Hepatitis B (HepB): 2e dosis.
Op 4 maanden: Difterie, tetanus en acellulaire kinkhoest (DTaP): 2e dosis. Inactief poliovirus (IPV): 2e dosis. Haemophilus influenzae type b (Hib): 2e dosis. Pneumokokkenconjugaatvaccin (PCV13): 2e dosis. Rotavirus: 2e dosis.
Op 6 maanden: Difterie, tetanus en acellulaire kinkhoest (DTaP): 3e dosis. Inactief poliovirus (IPV): 3e dosis. Haemophilus influenzae type b (Hib): 3e dosis (indien nodig, afhankelijk van het gebruikte vaccin). Pneumokokkenconjugaatvaccin (PCV13): 3e dosis. Rotavirus: 3e dosis (indien nodig, afhankelijk van het gebruikte vaccin). Hepatitis B (HepB): 3e dosis (tussen 6 en 18 maanden). Influenza: Jaarlijkse vaccinatie, te beginnen op de leeftijd van 6 maanden. COVID-19: 1e dosis voor kinderen van 6 maanden en ouder.
Tussen 12 en 15 maanden: Mazelen, bof en rubella (MMR): 1e dosis. Varicella (waterpokken): 1e dosis. Haemophilus influenzae type b (Hib): Laatste dosis. Pneumokokkenconjugaatvaccin (PCV13): Laatste dosis. Hepatitis A (HepA): 1e dosis (2e dosis wordt 6 maanden na de 1e gegeven). COVID-19: Vervolgdoseringen volgens het aanbevolen schema.
Dat zijn er beduidend meer dan in Nederland!
Toch wel belangrijke informatie om mee te nemen bij de beoordeling van de discussies rondom het vaccineren van jonge kinderen in de VS en de mogelijke schadelijke gevolgen.
Niet zozeer de vragen van de Democraten doen mij twijfelen of Kennedy er wel doorheen komt, maar vooral de grote financiële belangen die er gemoeid zijn in de VS rondom farma en voeding. Plus dat er in de VS veel geld mee gemoeid is bij verkiezingscampagnes en de Senatoren ook voor hun herverkiezingen (elke zes jaar) veel geld – moeten – ophalen.
Dat kwam gisteren ook nog aan de orde toen Robert Kennedy aan het eind van de tweede dag bij zijn ondervraging door Bernie Sanders uit zijn slof schoot en aangaf dat iedereen bij het Congres geld kreeg van farma en dat Bernie Sanders daar ook onder viel. Hoewel het erop leek dat Sanders dat ontkende, gaf hij dat in een laatste zin min of meer toe.
Over dat verhoor en die financiële aspecten ervan is er een goed artikel verschenen op virusvaria, waarnaar ik graag hierbij verwijs.
De stemming over Robert Kennedy wordt een cruciaal moment met grote consequenties, ongeacht de uitslag. Wanneer dat precies zal zijn is nu nog niet duidelijk.
Dit is trouwens het complete tweede verhoor:
U heeft zojuist gelezen: Robert Kennedy afgewezen!?
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Robert Kennedy afgewezen!? verscheen eerst op Maurice de Hond.
Ik heb een officiële klacht ingediend bij de Universiteit Utrecht
Aan de Commissie Wetenschappelijke integriteit van de Universiteit Utrecht
Voorzitter Prof. J.A.P. Heesterbeek
Geachte Commissie,
Op 12 december jl. werd door UMC Utrecht het rapport gepubliceerd over oversterfte, dat met financiering van ZonMw tot stand is gekomen. Op deze website van UMC Utrecht worden de conclusies vermeld van het onderzoek en ook de link naar het onderzoek zelf.
Als hoofdonderzoeker wordt Prof. Bruijning-Verhagen vermeld. En ook de andere auteurs zijn verbonden aan UMC Utrecht. Dat is de reden dat ik deze klacht naar uw commissie stuur. Nadat ik de hoofdonderzoeker op de hoogte heb gesteld van mijn klacht(en) en haar antwoord onvoldoende was.
Mijn klacht is dat de auteurs de wetenschappelijke integriteit ernstig hebben geschonden:
De vetgedrukte woorden uit deze twee vormen de kern van mijn klacht over het onderhavige onderzoek.
Het onderzoek richtte zich op alle overledenen voor een bepaalde datum, die voor hun overlijden gevaccineerd zijn tegen Covid-19. Daarbij is een analyse gemaakt van het aantal overlijdensgevallen om welke reden dan ook in de weken na het vaccinatiemoment. Daarbij is geconstateerd dat het percentage overlijdensgevallen in de eerste 3 weken na de vaccinatie 44% lager is dan in de weken 4 tot en met 12 na het vaccinatiemoment.
Dat leidt tot de volgende conclusie, zoals die letterlijk in het rapport staat vermeld:
“Een lagere relatieve incidentie van sterfgevallen op korte termijn na COVID-19 vaccinatie ondersteunt dat COVID-19 vaccinatie niet geassocieerd is met de waargenomen oversterfte”.
Plus:
“Gezamenlijk wijzen de aanwijzingen consistent in de richting van een verminderde mortaliteit in de weken na vaccinatie. Dit is een geruststellende bevinding in de context van de waargenomen en deels nog onverklaarde oversterfte tijdens de COVID-19 pandemie. Als vaccinatie causaal gerelateerd zou zijn aan een toename in sterfte, dan zou het risico op overlijden naar verwachting een piek bereiken kort na vaccinatie en daarna afnemen.”
Dat deze conclusie volledig ongefundeerd is, valt op te maken uit de onderzoekscijfers zelf in de weken na het vaccinatiemoment. In de eerste week na de vaccinatie is de sterfte namelijk 69% lager dan na week 3. En dat loopt op tot 24% lagere sterfte in week 3 ten opzichte van de weken erna. Het gemiddelde van die drie weken is 44% lagere sterfte dan in de weken erna en dat percentage wordt als bewijs gebruikt voor de getrokken conclusies.
Zorgvuldige onderzoekers zouden niet volstaan mogen hebben met het vermelden van deze 44% lagere sterfte in die drie weken na de vaccinatie. Maar zij zouden allereerst het bijzondere patroon geadresseerd dienen te hebben van het heel lage sterftecijfer in de eerste week en de forse stijging in de weken erna. Een patroon dat bij alle onderzochte vaccinaties zichtbaar was!
De veel lagere sterfte (ongeacht de oorzaak), in die eerste week heeft natuurlijk niets te maken met het mogelijke positieve effect van de vaccinatie. Juist daarom is het belangrijk om die oorzaak wel precies vast te stellen.
De reden is dat degenen waarvan het (vrijwel) zeker was dat ze op korte termijn zouden overlijden doorgaans niet meer werden gevaccineerd. En ook degenen die ziek waren werden doorgaans (nog) niet gevaccineerd. Omdat een fors deel van degenen die per week sterven, dat sterven zich al ruimschoots had aangediend, en zij zich hierom voor het overgrote deel niet meer hebben laten vaccineren zien we die sterk lagere sterfte in die eerste week (69% minder!).
Juist het feit dat in de weken erna het percentage sterfte onder de gevaccineerden fors opliep is daarvan een extra onderbouwing. Naarmate het vaccinatiemoment namelijk verder af is, zullen er meer gevaccineerden overlijden, die op het moment van vaccinatie nog niet wisten, dat ze snel zouden overlijden.
In het rapport wordt echter alleen gesteld dat: “… het lagere sterftecijfer kort na vaccinatie kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan een tijdsvariërend ‘healthy vaccinee effect (HVE)…..”
Maar juist dat bijzondere patroon van de heel lage sterfte in de eerste week en de fors stijgende sterfte in de weken erna, zouden onderzoekers die de principes van “eerlijkheid” en “zorgvuldigheid” hoog horen te houden, ertoe moeten nopen de oorzaak van die opmerkelijke cijfers te adresseren en te kwantificeren. Dan kan je niet volstaan met te zeggen “gedeeltelijk” toegeschreven aan het “HVE effect”.
Hoe weten de onderzoekers dat het evidente proces waarvan degenen waarvan bekend was dat ze heel snel zouden sterven niet had moeten leiden tot een 50% lagere sterfte in plaats van die vastgestelde 44%?
Als dat namelijk wel het geval was dan zou er wel sprake geweest zijn van een extra sterfte in die eerste drie weken (in plaats van die geconstateerde 44%).
En hoe weten de onderzoekers dat het HVE-effect slechts gedeeltelijk een verklaring biedt en hoe kan het zijn dat de onderzoekers geen poging hebben ondernomen om dit effect kwantitatief te bepalen?
Het lijkt er sterk op dat de onderzoekers elke vorm van zorgvuldigheid (en eerlijkheid) naast zich hebben neergelegd om maar de conclusie te kunnen trekken dat het onderzoek uitwijst dat de oversterfte niet geassocieerd kan worden met de vaccinatie.
De onderzoeksresultaten, zoals gerapporteerd in het rapport, kunnen noch tot de conclusie leiden dat de vaccinatie wel tot die oversterfte heeft geleid, noch dat het niet tot die oversterfte heeft geleid. Terwijl dat wel de opzet was van het door ZonMw gefinancierde onderzoek.
Dat de onderzoekers ondanks het opmerkelijke patroon van de hele lage sterfte in de eerste week na de vaccinatie(s) wel hun conclusies hebben getrokken en gepubliceerd en verspreid is hen kwalijk te nemen. En ook, dat nadat ze hier enkele weken geleden daar schriftelijk door mij op gewezen zijn, niet tot intrekking van hun onderzoek zijn overgegaan.
Het onderzoek kan daarom de minimale toets der kritiek niet doorstaan en zeker mede gezien het maatschappelijk belang van dit door ZonMw gefinancierde onderzoek, had het niet mogen verschijnen, c.q. inmiddels teruggetrokken moeten worden.
Ik verzoek u als klachtencommissie, deze klacht in behandeling te nemen en ben ervan overtuigd, dat u tot vergelijkbare conclusies zult komen als ik.
In de brief waren nog 5 pagina’s met verdere toelichting
U heeft zojuist gelezen: Ik heb een officiële klacht ingediend bij de Universiteit Utrecht
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Ik heb een officiële klacht ingediend bij de Universiteit Utrecht verscheen eerst op Maurice de Hond.
Griepepidemie! Kom dan op met de maatregelen!?
Vrijdag jl. besteedde EenVandaag aandacht aan de griepepidemie die nu heerst. Daarin kwam de “tv-dokter” Van Essen opdraven, die o.a. aangaf dat er in 2020-2021 geen griep was dankzij de genomen Coronamaatregelen. Hij had dat nog nooit eerder in zijn leven meegemaakt, dat er geen griep was geweest. EenVandaag kopte dan ook op hun site:
En als je deze korte video kijkt dan hoor je Dr. Van Essen aan het eind ook zeggen hoe goed blijkbaar de Coronamaatregelen tegen griep hadden gewerkt. Helaas heeft hij het daar net zo mis, als men het mis had gehad in 2020 dat het virus zich vooral via de grote druppels verspreidde. Terwijl die verspreiding, net zoals bij influenza trouwens, via de verspreiding van aerosolen door de lucht gebeurt.
Toen Covid-19 in 2020 startte, verdween influenza abrupt. Niet alleen in Nederland, maar overal!
Het is dan verleidelijk om te zeggen dat dit dan komt door de Coronamaatregelen, maar dat lijkt veel op dat verhaal van Ernie en Bert (waarbij Ernie een banaan in zijn oor had om krokodillen te verdrijven, Bert toen zei “maar er zijn geen krokodillen” en Ernie antwoordde “zie je wel’).
Als je wel goed naar de data kijkt wereldwijd en je verdiept in uitgevoerde onderzoeken, dan weet je waarom er tijdens de corona-epidemie geen griep was en dan besef je dat het niets, maar dan ook niets, met de maatregelen te maken had.
Er is een belangrijk boek uit 1992 van de beroemde Britse epidemioloog Dr. Edgar Hope-Simpson over de epidemische griepgolven.
Hij gaat diep in op de bijzondere patronen van de verspreiding van influenza en komt met nieuwe analyses om ook de specifieke seizoenspatronen te verklaren. Eén van zijn hoofdstukken heet ‘The Vanishing Act” (de verdwijn truc). Daarin beschrijft hij het verschijnsel dat als er een bepaalde infectievariant voor de ademhalingsorganen prominent wordt, de op dat moment heersende variant abrupt verdwijnt. Wat daarvan de oorzaak is, kon hij niet verklaren, maar het was een verschijnsel dat al meerdere malen was waargenomen. Begin 2021 schreef ik al over dit boek.
En ook in 2009 met de Mexicaanse griep hebben we dat proces gezien. Toen de Mexicaanse griep prominent werd, waren er geen andere golven van andere ademhalings infecties. En toen eind 2009 de Mexicaanse griep verdween, kwam o.a. RSV weer op.
In maart 2020 verdween griep in Nederland abrupt tegelijk met de opkomst van Covid-19. Dat was overal in de wereld het geval en tijdens het seizoen 2020-2021 was er nergens in de wereld sprake van griep!
Toen in het najaar 2020 het RIVM (Aura Timen) de mensen opriep om wel een griepvaccinatie te nemen schreef ik dit artikel, waarin ik aangaf dat griep verdwenen was (ook op het zuidelijk continent, waar het winter was) en het dus onnodig was om die vaccinatie dat jaar te nemen.
De griep kwam wel weer terug in het seizoen 2021-2022, maar niet met het normale patroon. Dat normale patroon is dat het ergens eind november-begin december start, doorlopend tot maart. Die griep in Nederland begon namelijk pas in maart 2022. En dat was op het moment dat de Omikron-golf van februari 2022 zijn hoogtepunt had gehad.
Met name het influenza-patroon in Zweden in die periode is zowel opmerkelijk als veelbetekenend:
Op deze Zweedse grafiek staat het seizoen 2020-2021 niet, omdat er geen griep was. In 2019-2020 (paarse kleur) is goed te zien dat de griep duidelijk abrupter daalde dan in de voorgaande jaren. En dat was omdat in maart/april 2020 Covid-19 begon.
Maar het patroon van 2021-2022 (groen) is heel anders. Eind november 2021 startte griep daar wel op de normale manier, zoals in de andere jaren. Maar begin 2022 daalde het abrupt en bleef 8 weken op nul staan. In een periode dat de griep normaliter op zijn hoogst was. Maar wat was er wel op dat moment in Zweden het geval. Een grote uitbraak van Corona met de Omikron variant! Net zoals in andere landen waar de Omikron variant heerste was er op dat moment geen sprake van influenza.
Toen Omikron weer verdween, kwam de griep in Zweden terug, maar dan wel op een lager niveau dan normaal.
Dat dus de griep in Zweden tussen week 2 en week 10 van de winter 2022 verdwenen was kwam niet door de Coronamaatregelen, maar doordat Omikron toen sterk heerste. Dat was wat Dr Edgar Hope-Simpson in 1992 in zijn boek beschreef met zijn “verdwijn-truc” en dat in 2009 met de Mexicaanse Griep ook vastgesteld kon worden.
Kortom: dit volledig verdwijnen van influenza in Zweden in de winter van 2022 heeft NIETS met genomen maatregelen te maken. En zou het einde horen te betekenen van alle verhalen dat de griep verdween door de Coronamaatregelen.
Het is triest dat er onder de experts, zoals Dr. Van Essen, de opvatting heerst dat influenza in 2020 is weggebleven door de Coronamaatregelen. Het geeft namelijk het risico dat, als er een grote griep-epidemie komt, de verleiding zal bestaan om weer maatregelen te nemen zoals tijdens de Coronaperiode.
Maar helaas hebben we tijdens Coronaperiode ook al vaker moeten ervaren welke fouten de experts maakten en welke gevolgen dat had. Zo heeft het lang geduurd voordat men erkende dat het virus door de lucht ging (en ventilatie veel belangrijker was dan 1,5 meter).
En hoe weinig de experts gecorrigeerd worden door de media.
Net zoals bij de Coronaperiode was het van groot belang om te zorgen dat je in binnenruimtes frisse lucht inademde en niet de lucht die andere mensen uitademden. Als de absolute luchtvochtigheid laag is (zoals in de herfst en de winter) dan blijft het virus lang in de lucht zweven en kan je forse risico’s lopen als je geen voldoende weerstand hebt. In de zomer is dat niet het geval (alleen maar onder bijzondere omstandigheden).
Maar het zorgen voor veilige ruimtes door duidelijke eisen te stellen aan de hoeveelheid frisse lucht in relatie tot het voorkomen van ademhalingsinfecties was en blijft een grote blinde vlek. Een CO2-meter is een indicator van de hoeveelheid uitgeademde lucht in een ruimte. Als dat gehalte onder de 800 ppm blijft dan weet je dat je geen of amper uitgeademde lucht van anderen inademt. En dat zou tijdens herfst en winterperiode een manier zijn griepinfectie te voorkomen. Een goed advies voor mensen met een zwakke gezondheid, waar griep ook fataal voor kan zijn.
Maar om goed met data en onderzoeken om te kunnen gaan en daar de juiste conclusies uit te trekken is helaas teveel gevraagd voor velen van onze medische deskundigen.
U heeft zojuist gelezen: Griepepidemie! Kom dan op met de maatregelen!?
Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube
Blijf onbeperkt toegang houden tot alles wat Maurice.nl te bieden heeft. Klik hier om lid, abonnee, vriend en bondgenoot te worden.
Het bericht Griepepidemie! Kom dan op met de maatregelen!? verscheen eerst op Maurice de Hond.